Handmatige belichtingsregeling - M
Met de handmatige belichtingsregeling kunt u zelf diafragma en sluitertijd instellen. Deze stand
schakelt de automatische belichtingsregeling uit, waardoor de fotograaf maximale controle heeft
over het eindresultaat. Handmatige belichtingsregeling activeert u via de belichtingskeuzeknop (blz.
50).
U kunt sluitertijd en diafragma in 1/3 waarden instellen. Het sluitertijdenbereik is bij handinstelling 30
tot 1/1600 s seconde plus tijdopname (blz. 57). Bij automatische gevoeligheidsinstelling (Auto ISO)
wordt de cameragevoeligheid ingesteld op ISO 100. De duur van de langste sluitertijd is afhankelijk
van de gevoeligheid, zie blz. 55.
De gevolgen van uw instelling zijn in de zoeker/monitor te zien. Is het beeld sterk onder- of overbe-
licht, dan worden sluitertijd en diafragma rood in het zoeker/monitorbeeld. Is de zoeker/monitor
zwart, vermeerder dan de belichting totdat u weer beeld ziet; verminder de belichting wanneer de
zoeker/monitor wit blijft. U kunt het opnamemenu gebruiken om constant een beeld te laten weer-
geven dat onafhankelijk is van de belichtingsinstelling (blz. 101).
56
Geavanceerde opnametechniek
Draai aan het instelwiel om de sluitertijd
in te stellen. Voor instellen van het dia-
fragma houdt u de shift-toets ingedrukt
en draait u aan het instelwiel; ook kunt u
de links/rechts-toetsen van de stuureen-
heid gebruiken om het diafragma te ver-
anderen wanneer u verticale opnamen
maakt.
Voor Manual shift ( sluitertijd en diafrag-
ma worden tegelijk zodanig veranderd
dat de belichting constant blijft) houdt u
de AEL-toets ingedrukt terwijl u aan het
instelwiel draait.
Bij gebruik van flitslicht dient de te gebruiken sluitertijd overeen te stemmen met de flitsduur, anders
kan er onderbelichting ontstaan. Bij gebruik van de ingebouwde flitser is het aan te raden geen kor-
tere sluitertijd in te stellen dan 1/1000 s, bij een externe Minolta flitser is het beter geen kortere tijd
dan 1/250 s in te stellen.
In de M-stand verschijnt de waarschuwing voor trillingsonscherpte niet.
Tijdopnamen
Tijdopnamen moeten worden gemaakt in de stand voor handmatige belichtingsregeling (M). De duur
van de langste sluitertijd is afhankelijk van de gevoeligheid, zie blz. 55. Voor tijdopnamen is gebruik
van een statief en de draadloze afstandsbediening RC-D1 sterk aan te raden. Het belichtings-
systeem van de camera kan niet worden gebruikt om de duur van tijdopnamen te bepalen.
Daarvoor wordt gebruik van een losse belichtingsmeter aangeraden.
Gebruik het instelwiel om de sluitertijd zover te verlen-
gen dat "bulb" verschijnt.
Houd de shift-toets ingedrukt en draai aan het instel-
wiel om het diafragma op de gewenste waarde in te
stellen.
Houd de ontspanknop gedurende de gewenste tijd
ingedrukt om de tijdopname te maken. Loslaten van de
ontspanknop stopt de belichting.
Tijdens de belichting blijven de zoeker en de LCD-
monitor blanco. Het geluidseffect geeft het einde van
de belichting aan. De zoeker/monitor blijft gedurende
maximaal 30 seconden blanco zolang de ruisonder-
drukking op het beeld wordt toegepast.
57