Belichtingsvergrendeling (AE-lock)
De knop voor de belichtingsvergrendeling (AE lock, AEL) ver-
grendelt het automatische belichtingssysteem op een
bepaalde waarde. Zo kunt u bijvoorbeeld de belichting
meten op een grijskaart of op een referentie-object buiten
het beeld en de gemeten waarde vergrendelen en voor de
opname gebruiken. Bij de belichtingsvergrendeling wordt in
de P- en A-stand de functie voor flitsen met lange sluitertij-
den geactiveerd (blz. 71). De werking van de AEL-knop kan
worden aangepast in sectie 1 van het opnamemenu (blz.
92).
Houd de AEL-knop ingedrukt om de belichting vergrendeld
te houden; de aanduidingen voor sluitertijd en diafragma in
het zoeker/monitorbeeld worden zwart. Loslaten van de
knop heft de vergrendeling op. Neem het onderwerp in
beeld en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling
te vergrendelen.
Belichtingskeuzeknop
Met de belichtingskeuzeknop kunt u zowel de traditionele belichtingsstan-
den kiezen als onderwerpsprogramma's die erop gericht zijn de camera-
instelling af te stemmen op speciale opname-omstandigheden. Camera-
instellingen die in de camera zijn opgeslagen kunnen met deze knop worden
opgeroepen. Zet simpelweg het wiel in de gewenste stand.
Handmatige belichtingsregeling (blz. 56)
Sluitertijdvoorkeuze (blz. 55)
Diafragmavoorkeuze (blz. 54)
Programma-automatiek (blz. 51)
Automatische opnamestand (blz. 52)
Geheugen oproepen (blz. 99)
Portret onderwerpsprogramma (blz. 58)
Sport/actie onderwerpsprogramma (blz. 58)
Zonsondergang onderwerpsprogramma (blz. 58)
Nachtportret onderwerpsprogramma (blz. 58)
50
Geavanceerde opnametechniek
Programma-automatiek - P
Kies de programmastand met de belichtingskeuzeknop (blz. 50). De programma-automatiek ge-
bruikt informatie over helderheid en brandpuntsafstand van het objectief om de belichtingsinstelling
te berekenen. Dit geeft de fotograaf de vrijheid om te fotograferen zonder zich te bekommeren om
de juiste belichting. De sluitertijd- en diafragmawaarden verschijnen in zoeker/monitor en op data-
scherm. Ligt het helderheidsniveau buiten het belichtingsbereik van de camera, dan worden sluiter-
tijd en diafragma in het zoeker/monitorbeeld in rood weergegeven.
Program shift - P
De Program-shift functie maakt het mogelijk de sluitertijd/diafragmacombinatie die de camera heeft
gekozen te veranderen. De ingebouwde flitser kan niet in combinatie met program shift worden
gebruikt. De camera geeft prioriteit aan de flitsbelichting; is de flitser uitgeklapt, dan wordt een
eventuele program shift opgeheven.
Zoals aangegeven in de basistechniek opname (blz. 30), drukt u de ontspanknop half in totdat de
waarden voor sluitertijd en diafragma verschijnen.
Aanduiding
belichtingsstand
/P
S
A
Draai aan het instelwiel om de sluitertijd te veran-
deren (Ps).
Draai aan het instelwiel terwijl u op de shift-toets
drukt om het diafragma te veranderen (P
Elke sluitertijd/diafragmacombinatie geeft dezelfde
hoeveelheid licht. De waarden worden gewijzigd
per 0,3 LW of 1/3 stop. Verandert het licht, dan
blijft de door de fotograaf veranderde waard
gehandhaafd, terwijl de andere waarde wordt aan-
gepast om een juiste belichting te handhaven.
).
A
51