Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handelsmerk van Konica Minolta Photo Imaging, Inc. Apple, het Apple logo, Macintosh, Power Macintosh, Mac OS en het Mac OS logo zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Correct en veilig gebruik Lithium-ion batterijen De DiMAGE G600 werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithium-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en chemische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken.
Algemene gebruikswaarschuwingen Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. WAARSCHUWING • Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype. • Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
Pagina 5
Verwijder meteen de batterij en let daarbij goed op dat u zich niet brandt; batterijen kunnen door gebruik heet worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand. • Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Konica Minolta.
Pagina 6
LET OP • Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof.
Pagina 7
Declaration on Conformity Tested To Comply With FCC Standards Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging U.S.A. Inc. FOR HOME OR OFFICE USE Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430 This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two condi- tions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interfe- rence received, including interference that may cause undesired operation.
Inhoud In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 30 en onder Weergave - basishandelingen op blz.
Pagina 10
Weergave – geavanceerde handelingen ....................55 Films en audio afspelen ......................55 Navigeren door het weergavemenu ..................56 Beeldselectiescherm .......................57 Index............................57 Kopiëren (Copy)........................58 Wissen (Delete)........................60 Aanpassen van de monitor .....................61 DPOF ............................62 Beveiliging (Protect).........................64 Verplaatsen (Move) ........................66 Grootte-aanpassing (Resize) ....................68 Diashow (Slide Show)......................69 Audio-opname toevoegen (Add rec) ..................69 Setup-menu ............................70 Navigeren door het setup-menu .....................70...
Pagina 11
Data-overspeelstand..........................83 Systeemeisen ..........................83 Camera op een computer aansluiten..................84 Aansluiting met Windows 98 en 98SE ..................85 Automatische installatie....................85 Handmatige installatie .....................86 Map-indeling op de geheugenkaart ..................88 Camera van de computer loskoppelen...................90 Windows 98 and 98SE ....................90 Windows Me, 2000 Professional en XP ................90 Macintosh ........................91 PictBridge..........................92 Over printproblemen .......................94...
Benaming van de onderdelen * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk eraan de gemarkeerde onderdelen goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwij- zing (blz. 99). Ontspanknop Flitser (blz. 28) Microfoon Zoekervenster* Objectiefschuif / Hoofdschakelaar...
Aan de slag Laden van de batterij Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opnameses- sie op te laden.
Plaatsen van een batterij Deze digitale camera maakt gebruik van een NP- 600 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij ver- wisselen, zet dan de camera uit. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om het deurtje te ontgren- delen (1).
Aanduiding batterijconditie Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie. De aanduiding verschijnt linksonder in de LCD-monitor wanneer de camera wordt aangezet. Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Batterij bijna leeg. De batterij moet zo snel mogelijk worden opgeladen. Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan zullen beide lampjes naast de zoeker knipperen.
Netstroomadapter (apart leverbaar) Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat. Met de lichtnetadapter kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de came- ra op de computer wordt aangesloten en bij inten- sief gebruik.
Plaatsen en verwijderen van een geheugenkaart Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat de lampjes uit zijn; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinfor- matie verloren gaan. Om de camera te gebruiken moet er een SD - (Secure Digital)-geheugenkaart, eenf MultiMedia- kaart of een memory Stick in zijn geplaatst.
Over geheugenkaarten De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMediaCard langer dan bij gebruik van een SD geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bij- voorbeeld wissen, meer tijd in beslag nemen.
Camera aan- en uitzetten Schuif de objectiefschuif in de aangegeven richting om de camera aan te zetten; het objectief komt automatisch naar buiten. Tijdens het naar buiten schuiven mag u het objectief niet aanraken of tegenhouden. Wilt u de camera uitzetten, duw dan de objectiefschuif naar het objectief toe;...
Taal, datum en tijd instellen Wordt de camera voor het eerst gebruikt, dan moeten de menutaal, de klok en de kalender van de camera worden ingesteld. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid verplaatst u de cursor en vermindert u instellingen. Door op de menu- toets te drukken worden instellingen bevestigd.
Opname – Basishandelingen Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 21 leest u hoe u de camera gebruikskaar maakt. Vasthouden de camera Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt.
Zoomobjectief gebruiken Deze camera is uitgerust met een 8 - 24 mm zoomobjectief. Het bereik is vergelijkbaar met met 39 tot 117 mm op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd met de zoomtoetsen achterop de camera. Het effect van de optische zoom is zichtbaar in de zoeker en de monitor. Om in te zoomen drukt u op de tele- zoomtoets.
Standaard opnamehandelingen Richt het AF-veld op het onderwerp. Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstel- vergrendeling (blz. 26) gebruiken. Is het onderwerp dichterbij dan 1 m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de LCD- monitor om de beelduitsnede te bepalen.
Scherpstelvergrendeling Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder- werp zich buiten het midden en dus buiten het AF-veld bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook wor- den gebruikt in speciale situaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen (blz. 26). De scherp- stelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Scherpstelsignalen Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aan- gegeven met het groene lampje naast de zoeker. Er kan altijd een opname worden gemaakt, onge- acht of de camera kan scherpstellen of niet. Scherpstelling in orde - het groene lampje naast de zoeker brandt. De scherpstelling is vergrendeld.
Display-toets – Opnamestand De Display-toets regelt wat de LCD-monitor laat zien. Elke keer dat u op de toets drukt wordt een vol- gende weergave-optie geactiveerd: u kunt kiezen uit complete weergave, alleen beeld, monitor uit. Monitor Standaard weergave Alleen live-beeld U kunt het stroomverbruik van de camera verminderen door de LCD-monitor uit te schakelen en de beelduitsnede via de zoeker te bepalen.
Flitsstanden De flitser kan worden gebruikt voor het maken van foto’s. Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de rechts-toets van de stuureenheid (1) totdat de gewenste flitsstand is verschenen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de LCD- monitor weergegeven. Automatisch flitsen - de flitser gaat automatisch af bij weinig licht.
Flitser uit - De flitser gaat bij geen enkele opname af. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt. Camera-info Met de optie slow-sync. option van het opname-menu kunt u opgeven wat de langste sluiter- tijd mag zijn, zodat u kunt regelen in hoeverre bewegingen bij flitsopnamen in onscherpte mogen uitmonden.
Scherpstelstanden en zelfontspanner U kunt de macro- en de landschapsstand selec- teren door op de links-toets van de stuureenheid te drukken (1) totdat de gewenste stand ver- schijnt. De actieve stand verschijnt in de linker bovenhoek van de LCD-monitor. Macro – voor dichtbij-opnamen. De kortste afstand is afhankelijk van de zoomstand van het objectief.
Zelfontspanner – om zelf op de foto te komen. De zelfontspanner vertraagt de opname met tien seconden. Zet de camera op statief en controleer of het onderwerp binnen het scherpstelbereik valt; de scherpstelling wordt direct voor de opname bepaald. Druk de ontspanknop geheel in om de zelfontspanner te starten.
Weergave – basishandelingen Beelden kunnen worden bekeken in de weergavestand. Hier krijgt u infor- matie over de basishandelingen voor weergave. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 55. Druk op de weergavetoets om de opgenomen beelden te bekijken. U kunt beelden direct vanuit de opnamestand bekijken of wanneer de objectief- schuif is gesloten.
Beelden bekijken Gebruik in de weergavestand de links/rechts-toetsen van de stuureenheid (1) om de beelden op de geheugenkaart te doorlopen (scrollen). Beelden wissen Wilt u een weergegeven bestand wissen, of alle beelden op de actieve geheugenkaart, druk dan op de wis-toets. Er ver- schijnt een bevestigingsvenster.
Indexweergave Om de opgenomen foto’s in een 9-beeldindex te bekijken drukt u op de groothoek-zoomtoets (1). De beelden zijn per geheugenkaart gegroepeerd. Het opnamenummer van de foto’s wordt weerge- geven. Met de stuureenheid verplaatst u het rode kader binnen de index. Wilt u een omkaderd beeld in enkelbeeldweerga- ve bekijken, druk dan op de menu-toets, de tele- zoomtoets of de ontspanknop.
Opname – geavanceerde handelingen Navigeren door het opnamemenu Navigeren door het menu is eenvoudig. Druk op de menu-toets om het menu te laten verschijnen. Met de toetsen van de stuureenheid bestuurt u de cursor en verandert u de menu-instellingen. Door de menu-toets in te drukken selecteert u menu-opties en legt u instelllingen vast.
Resolutie – beeldgrootte en compressie De beeldgrootte en de compressieverhouding stelt u in met de resolutie-optie van het opnamemenu. Kijk bij navigeren door het opnamemenu, blz. 35. Verandering van de beeldgrootte is van invloed op het aantal pixels in de opname. Hoe groter het beeld, des te groter is het bestand.
Pagina 37
De nieuwe beeldgrootte en compressie-instel- ling verschijnen in het live monitorbeeld. Compressie Beeldgrootte Wordt de resolutie gewijzigd, dan is er op de opnameteller te zien hoeveel opnamen er bij benadering bij deze instellingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen. Het aantal beelden dat u op een geheugenkaart kunt opslaan wordt bepaald door de capaciteit van de kaart en de bestands- grootte van de opnamen;...
Filmopname Deze camera kan filmclips opnemen van maximaal 30 seconden 320x240 digitale video met geluid op circa 180 KB/s. Filmopname wordt geactiveerd in het opnamemenu, zie de tekst over navigeren door het opnamemenu op blz. 35. De digitale zoom kan niet worden gebruikt, de monitor kan niet worden uitgeschakeld.
Belichtingscorrectie Met de belichtingscorrectie kunt u ervoor zorgen dat de opname lichter of donkerder wordt, over een bereik van ±1,5 LW (lichtwaarde) in stappen van 1/3 LW. De belichtingscorrectie wordt ingesteld in het opnamemenu (blz. 35). Kiest u een andere waarde dan 0.0, dan blijft de correctiewaarde als waar- schuwing zichtbaar in de linker bovenhoek van de LCD-monitor.
Witbalans Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweer- gave zorgen. Er is één automatische witbalans-instelling en er zijn vier vaste witbalansinstellingen beschikbaar. De witbalans-instelling wordt geregeld in het opname-menu (blz. 35). De automatische witbalans voert correcties uit om een tafereel een neutrale kleurbalans te geven. In de meeste gevallen kunt u de automatische witbalans uitstekend gebruiken.
Lichtmeetmethoden (AE) Met de stand AE bepaalt u de wijze van lichtmeting. De instelling vindt plaats in het opnamemenu (blz. 35). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de RESOLUTION AE-optie te markeren. MOVIE ON EXPOSURE WHITE BALANCE Druk op de rechts-toets om verder te gaan. RETURN SELECT Gebruik de op/neer-toetsen om de nieuwe instelling te...
Zwart-wit (Monochrome) Met de optie Monochrome maakt u zwart-witbeelden. Met de stand B&W krijgt u neutrale zwart-wit- beelden. De stand Sepia geeft warmgetinte zwart-witbeelden. U maakt de keuze in het opnamemenu (blz. 35). Het live-beeld van de monitor geeft het beeld volgens de gekozen stand weer. De stand monochrome heeft geen gevolgen voor de bestandsgrootte.
Digitale zoom De digitale zoom wordt geactiveerd in het opname-menu (blz. 35). De digitale zoom verlengt het tele- bereik van de optische zoom met 2x en 3x. Hoewel de met digitale zoom opgenomen beelden wor- den geïnterpoleerd om de beeldgrootte aan te houden, kan de beeldkwaliteit mogelijk ongelijk zijn aan die van beelden zonder digitale zoom;...
Monitor aanpassen (Monitor adj.) Kleur en helderheid van de monitor zijn instelbaar in het opnamemenu (blz. 35) en het weergaveme- nu (blz. 56). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de MONOCHROME optie Monitor adj. in het opname- of weergavemenu te markeren.
Spraakopname (Voice) U kunt maximaal 30 seconden audio opnemen. Spraakopname wordt geactiveerd in het opname- menu, kijk bij navigeren door het opnamemenu, blz 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om MONOCHROME de Voice-optie te markeren. DIGITAL ZOOM MONITOR ADJ. VOICE Druk op de rechts-toets om verder te gaan.
Audio-opname toevoegen (Add rec) U kunt circa 30 seconden audio aan een foto toevoegen. Deze functie wordt geactiveerd met het opname- of weergavemenu. Kijk bij Navigeren door het opnamemenu of weergavemenu op blz. 35 resp. 56. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om MONOCHROME de optie Add-rec in het opname- of weergavemenu te markeren.
Audio-opname wissen U kunt een bij een foto behorende audio-opname wissen. Deze functie wordt geactiveerd in het opnamemenu (blz. 35) of weergavemenu (blz. 56). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de MONOCHROME optie Add-rec in het opname- of weergavemenu te mar- keren.
Begrenzing lange sluitertijden (Slow shutter) Hier kunt u opgeven wat de langste sluitertijd is die bij automatische belichtingsregeling kan worden gekozen. Deze functie vindt u in het opnamemenu; zie ook Navigeren door het opnamemenu, blz. 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de SLOW SHUTTER optie Slow-shutter te markeren.
Handmatige belichtingsregeling Bij foto’s kan de belichting door de fotograaf zelf worden bepaald, in plaats van door de camera. Het sluitertijdenbereik is 15 tot 1/1000 seconde. Deze functie vindt u in het opnamemenu, zie ook Navigeren door het opnamemenu, blz. 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de SLOW SHUTTER optie Man-exposure te markeren.
Kwaliteit (Quality) Met de optie Quality kunt u de cameragevoeligheid en flitscorrectie selecteren en correcties uitvoeren voor kleurverzadiging (saturation), contrast, verscherping (sharpness) en kleur (color). De kleurinstel- lingen gelden ook voor films. Deze optie vindt u in het opnamemenu, blz. 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de SLOW SHUTTER optie Quality te markeren.
Cameragevoeligheid – ISO speed Voor foto’s kunt u kiezen uit vijf cameragevoeligheidsinstellingen. De auto-stand past de camerage- voeligheid automatisch aan de lichtomstandigheden aan, tussen ISO 50 en ISO 200. De camerage- voeligheid kunt u ook zelf instellen. U kunt kiezen uit ISO 50, 100, 200 en 400. De numerieke waarden zijn gebaseerd op ISO-equivalenten.
Kleurverzadiging (Saturation) Met de kleurverzadiging bepaalt u hoe sterke de kleuren van een beeld worden weergegeven. De ver- zadiging is instelbaar op 5 niveaus, met de quality-optie van het opnamemenu (blz. 50). Contrast Het contrast is bepalend voor de toonschaal van een foto. Contrast is instelbaar in vijf niveaus met de optie Quality van het opnamemenu (blz.
Kleur (Color) De rode, groene en blauwe kleurkanalen zijn regelbaar in vijf niveaus, met de Quality-optie van het opnamemenu (blz. 50). Veranderingen zijn zichtbaar in het live-beeld. Over het gebruik van kleur In de fotografie zijn rood, groen en blauw pri- ROOD maire kleuren.
Fotografische basisprincipes Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van de nu volgende basisprincipes zal u helpen uw foto's nog meer naar uw hand te zetten. De stand van het zoomobjectief is niet alleen bepalend voor de grootte van het onderwerp in beeld, het is ook van invloed op scherptediepte en perspectief.
Weergave – geavanceerde handelingen In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u uw opnamen met uw camera kunt bekijken. De basishande- lingen voor weergave vindt u op de bladzijden 32 t/m 34. Gedetailleerde beschrijvingen van de instel- lingen van het weergave-menu vindt u in de tekst over de navigatie door het weergave-menu. Films en audio afspelen Filmclips (blz.
Navigeren door het weergavemenu Navigeren door het menu is eenvoudig. U roept het menu op door op de menu-toets te drukken. Met de stuureenheid verplaatst u de cursor en verandert u menu-instellingen. Met indrukken van de menu- toets selecteert u menu-opties en bevestigt u instellingen. Druk op de menu-toets om het weergavemenu blz.
Beeldselectiescherm Wanneer kiezen uit meerdere bestanden nodig is verschijnt het beeldselectiescherm. Met de stuureenheid plaatst u het rode selectiekader rond het te selecteren beeld. Druk op de menu-toets om het bestand te selecteren; geselecteerde bestanden hebben een gele rand. Is een bestand gemarkeerd met een gele rand, dan kunt u de selectie opheffen door opnieuw op de menu-toets te drukken.
Kopiëren (Copy) pU kunt bestanden van de ene naar de andere geheugenkaart kopiëren. Om deze optie in het weer- gavemenu te kunnen kiezen moeten er twee geheugenkaarten in de camera zitten. Controleer voor- dat u begint of de bestemmingskaart voldoende opslagruimte heeft. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de INDEX Copy-optie te markeren.
Pagina 59
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te marke- COPY ren. COPY UNIT SELECT Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de hande- ENTER lingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureen- heid wordt het kopiëren gestopt. CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectie- scherm geopend.
Wissen (Delete) Met wissen verwijdert u een bestand permanent. Een gewist document kan niet worden terug- gehaald. Let goed op als u beeldbestanden wist. U kunt enkele, meerdere of alle bestanden van een specifieke geheugenkaart wissen via het weerga- vemenu (blz. 56). Met de wisfunctie kunt u alleen onbeveiligde bestanden wissen. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de INDEX Delete-optie te markeren.
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te marke- DELETE ren. MEDIA UNIT SELECT Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de hande- ENTER lingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureen- heid wordt het wissen gestopt. CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectie- scherm geopend.
DPOF Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u foto’s rechtstreeks vanuit uw digitale camera printen. Na aanmaken van een DPOF-bestand kunt u de geheugenkaart in een DPOF-compatible printer steken of wegbrengen naar een printservice die DPOFgebruik mogelijk maakt. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de INDEX DPOF-optie te markeren.
Pagina 63
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te marke- DPOF ren. MEDIA UNIT SELECT Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de hande- DATE ALL ON lingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureen- ENTER heid wordt de DPOF-routine gestopt. CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectie-...
Beveiliging (Protect) U kunt belangrijke bestanden beveiligen. Een beveiligd bestand kan door geen van de wisfuncties van de camera worden gewist. De formatteerfunctie (blz. 71) wist echter alle bestanden, of ze nu ver- grendeld zijn of niet. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de RESIZE Protect-optie te markeren.
Pagina 65
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te marke- PROTECT ren. MEDIA UNIT SELECT Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de hande- ENTER lingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureen- heid wordt beveiligen gestopt. CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectie- scherm geopend.
Verplaatsen (Move) Onbeveiligde bestanden kunnen van de ene naar de andere kaart in de camera worden verplaatst. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de RESIZE Move-optie te markeren. PROTECT MOVE SLIDE SHOW Druk op de rechts-toets om verder te gaan. ADD REC.
Pagina 67
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te marke- MOVE ren. MOVE UNIT SELECT Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de hande- ENTER lingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureen- heid wordt het verplaatsen gestopt. CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectie- scherm geopend.
Grootte-aanpassing (Resize) U kunt een foto verkleinen tot een VGA (640 X 480) of QVGA (320 X 240) JPEG-kopie, die makkelijk per e-mail kan worden verzonden. De compressieverhouding voor verkleine beelden verschijnt bij afspelen niet. De Resize-functie vindt u in het weergavemenu (blz. 56). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de RESIZE Resize-optie te markeren.
Diashow (Slide show) U kunt de bestanden op de geheugenkaarten automatisch in volgorde laten weergeven; elke foto ver- schijnt circa 2 seconden. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de RESIZE Slide-show-optie te markeren. PROTECT MOVE SLIDE SHOW Druk op de rechts-toets van de stuureenheid om het ADD REC.
Setup menu Navigeren door het setup-menu U kunt het setup-menu openen vanuit het opname- en het weergavemenu. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureen- SLOW SHUTTER heid om de Setup-optie te markeren. MAN EXPOSURE ON QUALITY SETUP Druk op de rechts-toets van de stuureenheid om het menu te openen.
Formatteren (Format) Formatteert u een geheugenkaart, dan wordt alle informatie die erop staat gewist. Met de formatteerfunctie wist u alle informatie op de geheugenkaart. Breng voordat u een kaart for- matteert de informatie die erop staat over naar de computer of een ander opslagmedium. Beveiligen van beeldbestanden geeft geen bescherming tegen verlies bij formatteren.
Instellen van het opnamemenu U kunt kiezen tussen een eenvoudig (Basic) en een uitgebreid (Details) opnamemenu. Op blz. 35 ziet u de uitgebreide menu-opties. Selecteer de optie Rec menu in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om het menutype te mar- REC MENU keren.
Directe weergave (Quick view) Met directe weergave wordt de foto direct na de opname circa drie seconden lang automatisch ver- toond. Selecteer de optie Quick View in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om On (aan) of Off (uit) te QUICK VIEW markeren.
Geluid (Sound) De geluiden die bij de camerabediening worden gebruikt kunnen worden in- en uitgeschakeld. Beep is voor het aftellen van de zelfontspanner en voor waarschuwingen. Effect is voor het scherpstelsig- naal en het inschakelen van de camera. Shutter (sluitergeluid) is voor het maken van een foto. Selecteer de optie Sound in het setup-menu (blz.
Bestandsnummering terugzetten Is Number Reset (bestandsnummering terugzetten) actief en wordt de geheugenkaart verwisseld of worden alle bestanden gewist, dan krijgt het eerste bestand dat wordt opgeslagen bestandsnummer 0001. Is Number Reset uitgeschakeld, dan krijgt het eerste nummer dat wordt opgeslagen een num- mer dat 1 hoger is dan het nummer van het laatst opgeslagen bestand, ongeacht het aantal bestan- den op de kaart.
Taal (Language) U kunt zelf de taal voor de menu’s kiezen. Selecteer de optie Language in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om de taal te selecteren. LANGUAGE JAPANESE ENGLISH FRANCAIS Druk op de rechts-toets of de menu-toets om verder te DEUTSCH gaan.
Persoonlijke instellingen (Custom setup) Met de optie Custom kunt u de camerafuncties aanpassen. Op de volgende pagina vindt u informa- tie over de instelmogelijkheden. Selecteer de optie Custom in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om een optie te markeren. CUSTOM FLASH MACRO...
Opmerkingen over persoonlijke instellingen Kijk voor de wijze van instellingen op de vorige bladzijde. Flitsstanden (Flash) Hier kunt u regelen welke flitsstanden in de opnamestand actief zijn. Er moet minimaal een flitsstand actief blijven. Meer over de flitsstanden op blz. 28. Handmatige scherpstelling en zelfontspanner (Macro) Met deze Custom-optie regelt u welke scherpstel- en zelfontspannerstanden beschikbaar zijn in de opnamestand.
Witbalans (AWB) Druk in de opnamestand op de neer-toets van de stuureenheid om de witbalans te ver- anderen. Meer over de witbalans op blz. 40. Scherpstelvergrendeling (AF) Druk in de opnamestand de ontspanknop half in om de scherpstelling van de camera te activeren (1). Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de links-toets van de stuureenheid (2) om de scherpstel- ling te vergrendelen;...
Continu transport scherpstelvergrendeling Door de ontspanknop ingedrukt te houden laat u de camera een serie opnamen maken. Met deze optie geeft u op of de camera tussen de opnamen van de serie door scherp moet stellen (OFF), of dat hij de scherpstelling vergrendelt op basis van de eerste opname van de serie (ON). Terugzetten op standaard Hiermee zet u de camera terug op z’n standaardinstellingen.
Overspeelmethode U dient de overspeelmethode in te stellen afhankelijk van wat er met de foto’s gaat gebeuren: worden ze overgespeeld naar een computer, of worden ze rechtstreeks geprint. De optie Data Storage dient te worden geselecteerd voor het overspelen van beeldinformatie van de camera naar een computer, of voor gebruik van de DiMAGE Viewer software.
Windows 98, 98SE, Me, 2000 Professional en XP home en professional edities. Mac OS 9.0 ~ 9.2.2 en Mac OS X 10.1.3 – 10.1.5, 10.2.1 ~ 10.2.8, 10.3 ~10.3.2. Kijk op de Konica Minolta website voor de meest recente compatibiliteitsinformatie: Noord- Amerika: http://www.konicaminolta.us/...
Camera op een computer aansluiten Wanneer u de camera op een computer aansluit moet de batterij volledig geladen zijn. Gebruik van de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) is aanbevolen boven het gebruik van de batterij. Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz. 85 te lezen over de installatie van de noodzake- lijke USB-driver voordat ze de camera op een computer willen aansluiten.
Aansluiting met Windows 98 en 98 SE De driver hoeft maar éénmaal te worden geïnstalleerd. Kan de driver niet automatisch worden geïn- stalleerd, dan kunt u de installatie handmatig uitvoeren met de wizard voor nieuwe hardware; kijk hier- voor in de instructies op de nu komende bladzijden. Tijdens de installatie dient u de Windows 98 CD- ROM in de CD-ROM-drive te plaatsen als het besturingssysteem daarom vraagt.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig instal- leren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer (blz. 84). Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe hardware verschijnt.
Pagina 87
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Een van deze drie drivers kan worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf, of USBSTRG.inf. De letter die de CD-ROM-drive aangeeft varieert per com- puter. Klik op “Next” om de driver in het systeem te installe- ren.
Mapindeling op de geheugenkaart Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeld- bestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de com- puter of een map van de computer te slepen. G600-SD Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen.
Pagina 89
1 hoger, bijvoorbeeld van 100KM017 naar 101KM017. KM staat voor Konica Minolta, 017 is de code voor de Minolta G600 camera. Het bestandsnummer in de naam van het beeldbestand zal soms niet overeenstemmen met het num- mer van het in de camera weergegeven beeldbestand.
Camera van de computer loskoppelen Ontkoppel de camera nooit wanneer de informatie tussen camera en computer wordt uitge- wisseld. Windows 98 / 98 Second Edition Controleer of er geen bestanden worden overgespeeld. Ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Klik om de camera te ontkoppelen eerst op het symbool voor het ontkoppelen van hardware, op de taakbalk.
In het venster verschijnen de apparaten die u kunt stoppen. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen en klik op “Stop.” Er verschijnt een bevestigingsscherm met de apparaten die worden gestopt. Door op “OK” te klikken stopt u het apparaat. Een derde en laatste scherm verschijnt;...
PictBridge Controleer of de overspeelmethode in het setup- menu is ingesteld op PictBridge. Sluit de camera aan op een PictBridge compatible printer met de USB- kabel van de camera. De grote stekker van de came- ra wordt aangesloten op de printer. Steek de kleine stekker van de kabel in de camera;...
Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Paper size papiergrootte te selecteren. Welke opties beschikbaar Printer setup 2” x 3” card zijn verschilt per printer. De optie Printer setup gebruikt 100mmX150mm de grootte die met de printer is ingesteld. Postcard 4”...
Opmerkingen over printfouten Doet zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het op raken van het papier, volg dan de voor de printer aanbevolen procedure; op de camera hoeft u niets te doen. Doet zich een ingrijpen- der printerfout voor, druk dan op de menu-toets om de printroutine af te breken. Kijk in de gebruiks- aanwijzing van de printer voor de te volgen procedure voor het probleem.
Geheugenkaart verwisselen – Data-overspeelmethode Verwijder nooit de geheugenkaart als er bestanden worden overgespeeld – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen. Windows 98 and 98 Second Edition 1. Ontkoppel de USB-kabel. 2. Verwissel de geheugenkaart. 3. Sluit de USB-kabel opnieuw aan om de USB-verbinding tot stand te brengen. Windows ME, 2000 Professional en XP 1.
Appendix Problemen oplossen Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande pro- blemen of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opnemen met de Technische Dienst van Konica Minolta. Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing Batterij is leeg.
Let goed op dat het onderwerp zich binnen het scherpstel- Onderwerp is te dichtbij. bereik bevindt (blz. 25) of ge- bruik de macrostand (blz. 30). Groen lampje naast zoeker Een van de speciale knippert. Gebruik de scherpstelvergren- scherpstelsituaties doet deling om scherp te stellen op zich voor, waarin de Opnamen zijn een ander onderwerp op gelij-...
Verwijderen van de driver software – Windows 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind camera en computer door middel van de USB-kabel met elkaar. 2. Klik met de rechter muisknop op “Deze computer”. Selecteer “Eigenschappen” uit de menu-lijst. Windows XP: ga vanuit het Start-menu naar het Configuratiescherm.
Onderhoud en opslag Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben. Camera-onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. •...
• Gebruik van de kaart buiten zijn levensduur. Het kan nodig zijn een kaart op den duur te vervangen. Konica Minolta is niet aansprakelijk voor verlies of schade aan informatie. Het is altijd aan te bevelen van bestanden backups te maken.
• Hebt u vragen omtrent uw camera, neem dan contact op met uw handelaar of neem contact op met Konica Minolta. • Neem voordat u apparatuur ter reparatie opstuurt eerst even contact op met de Technische Dienst van Konica Minolta.
Printoutput-regeling: PictBridge, Exif Print Menutalen: Japans, Engels, Duits en Frans Batterij: Konica Minolta NP-600 lithium-ion batterij. Batterijprestaties (opname): Circa 160 opnamen: gebaseerd op CIPA standaard met: NP-600 lithium-ion batterij, LCD-monitor aan, maximale beeldgrootte (2816 X 2112), normale beeldcompressie, geen directe weergave, geen spraakmemo, flits gebruikt bij 50% van de foto’s.
Pagina 103
Batterijprestaties (weergave): Continu weergavetijd: circa 180 min. met NP-600 lithium-ion batterij. Externe voeding: Lichtnetadapter AC-8 Afmetingen: 94,0 (B) X 56,0 (H) X 29,5 (D) mm Gewicht: Circa 195 gram (zonder batterij of opslagmedium) Bedrijfstemperatuur: 0° - 50°C Luchtvochtigheid: 20 - 80% (niet condenserend) Lithium-ion Batterij NP-600 Voltage: 3,7 V...