Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
GEBRUIKSAANWIJZING
9222-2720-15 SY-A312/0401

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Konica Minolta DIMAGE A2

  • Pagina 1 GEBRUIKSAANWIJZING 9222-2720-15 SY-A312/0401...
  • Pagina 2 Voorbeelden...
  • Pagina 3: Voordat U Begint

    Voordat u begint Gefeliciteerd met uw aanschaf van deze Konica Minolta digitale camera. Neem uw tijd deze gebruiks- aanwijzing goed door te lezen; dan bent u er zeker van dat u alle mogelijkheden van uw camera maxi- maal zult benutten.
  • Pagina 4: Correct En Veilig Gebruik

    CORRECT EN VEILIG GEBRUIK NP-400 Lithium-ion batterij Deze camera werkt met een krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithium-ion batterij kan leiden tot schade als letsel door brand, elektrische schokken of vrijkomende chemicaliën. Neem onderstaande waarschuwingen ter harte voordat u de batterij gebruikt. GEVAAR •...
  • Pagina 5: Algemene Gebruikswaarschuwingen

    Algemene gebruikswaarschuwingen Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. WAARSCHUWING • Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype. • Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
  • Pagina 6 Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand. • Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Konica Minolta. Correct en veilig gebruik...
  • Pagina 7 LET OP • Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof. •...
  • Pagina 8: Inhoudsopgave

    Inhoud Voordat u begint.............................3 Correct en veilig gebruik ........................4 Benaming van de onderdelen ......................14 Camerahuis ..........................14 Datascherm ..........................17 Monitorweergave - opnamestand ...................18 Monitorweergave - Quick View en weergavestand ..............19 Snel aan de slag ..........................20 Riem bevestigen........................20 Lensdop verwijderen .......................20 Zonnekap bevestigen......................21 Batterij laden ...........................22 Batterij plaatsen en vervangen....................23 Aanduiding batterijconditie .....................24...
  • Pagina 9 Opnamestand - geavanceerde technieken..................45 Informatietoets - aanpassingen ....................45 Schakelaar scherpstelmethode....................46 Digitale zoom...........................47 Flex Scherpstelpunt ........................48 Macrostand ..........................49 Belichtingsvergrendeling ......................50 Belichtings-keuzeknop ......................50 Programma-automatiek - P ..................51 Program shift - Pa/Ps ....................51 Automatische opnamestand..................52 Diafragmavoorkeuze - A.....................54 Sluitertijdvoorkeuze - S ....................55 Sluitertijdenbereik en cameragevoeligheid (ISO)............55 Handinstelling - M ......................56 Tijdopnamen..........................57 Afstandsbediening (apart verkrijgbaar) aansluiten ..............57...
  • Pagina 10 Opnamemenu ............................80 Navigeren door het opnamemenu ..................80 Beeldgrootte en beeldkwaliteit....................82 Over RAW beeldkwaliteit......................84 Opmerkingen over beeldgrootte en resolutie................85 Flitsstanden ..........................86 Draadloos flitsen........................88 Bereik draadloos flitsen ....................90 Opmerkingen over draadloos flitsen ................91 Flitsregeling ..........................92 AEL-toets..........................94 Reset opnamestand ........................95 Interval-instellingen .........................96 Bracketing-instellingen......................96 Verscherping..........................97 Data in beeld ...........................98 Elektronisch toetsenbord ......................99...
  • Pagina 11 Weergavestand - geavanceerde technieken..................115 Voice memo’s afspelen ......................115 Navigeren door het weergavemenu ..................116 Beeldselectiescherm ......................118 Wissen ..........................119 Formatteren ...........................120 Map bekijken .........................120 Vergrendelen..........................121 Formaat indexweergave ......................121 Kopiëren ..........................122 Diashow..........................124 Over DPOF ..........................126 DPOF setup ...........................126 Datum in beeld ........................127 Index print ..........................127 Printen opheffen ........................127 Beelden op TV bekijken ......................128 Setup-menu...
  • Pagina 12 Overspeelstand ..........................146 Systeemeisen ........................146 Camera op de computer aansluiten ..................147 Verbinding met Windows 98/98 second edition ..............148 Automatische installatie....................148 Handmatige installatie ....................149 QuickTime systeemeisen ......................151 Automatische spaarschakeling (overspeelstand)..............151 Werken met mappen op de geheugenkaart .................152 Camera van de computer loskoppelen.................154 Windows 98 / 98 second edition................154 Windows ME, 2000 Professional en XP ..............154 Macintosh .........................155...
  • Pagina 14: Benaming Van De Onderdelen

    BENAMING VAN DE ONDERDELEN Camerahuis * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderde- len schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaan- wijzing (blz. 168). Datascherm (blz. 17) Ingebouwde flitser (blz.
  • Pagina 15 Handinstelling belichting (blz. 56) Geheugen oproepen (blz. 73) Sluitertijdvoorkeuze (blz. 55) Portretprogramma (blz. 58) Diafragmavoorkeuze (blz. 54) Sport/actieprogramma (blz. 58) Programma-automatiek (blz. 51) Zonsondergangprogramma (blz. 58) Autom. opnamestand (blz. 52) Nachtportretprogramma (blz. 58) Belichtings-keuzeknop Informatietoets (blz. 45) Vergrotingstoets Achterste instelwiel Toets belichtingsvergrendeling (blz.
  • Pagina 16 Functietoets Lichtmeetmethode (blz. 69) Transportstanden (blz. 61) Persoonlijke functies (blz. 136) Witbalans (blz. 70) Geheugeninstelling (blz. 72) Cameragevoeligheid (blz. 74) Functiewiel (blz. 60) Accessoireschoentje Luidspreker Dioptrie-instelwiel (blz. 29) Flitskabelaansluiting (blz. 76) Regeleenheid Digitale Effecten (blz. 78) Schakelaar scherpstelstand (blz. 46) Toets eigen witbalansinstelling (blz.
  • Pagina 17: Datascherm

    Datascherm Het datascherm bovenop de camera geeft de status van de camera weer. Ter informatie zijn hier alle symbolen weergegeven. De aandui- dingen voor enkelbeeld en continu transport verschijnen in dezelfde sector van het data- scherm. Aanduidingen Digitale Effecten (blz. 78) Belichtingscorrectie (blz.
  • Pagina 18: Monitorweergave - Opnamestand

    Monitorweergave - Opnamestand Cameragevoeligheid (ISO) (blz. 74) Witbalans (blz. 70) Lichtmeetmethode (blz. 69) Belichtingsmethode (blz. 50) Trillingsonderdrukking (blz. 37) Sluitertijd Diafragma Belichtingscorrectie (blz. 59) Macrostand (blz. 49) Scherpstelsignaal (blz. 35) Microfoonaanduiding Data in beeld (blz. 98) Flitsstand (blz. 61) Opnameteller (blz. 83) Flitssignaal (blz.
  • Pagina 19: Monitorweergave - Quick View En Weergavestand

    Monitorweergave - Quick View & Weergavestand Gebruiksstand Opnametijdstip Opnamedatum Voice memo (blz. 115) Vergrendeling (blz. 121) Printaanduiding (blz. 126) Beeldnummer / totaal aantal beelden Scroll-pijlen (blz. 43) Batterijconditie (blz. 24) Beeldkwaliteit (blz. 82) Beeldgrootte (blz. 82) Vergroting (blz. 43) Mapnummer - nummer beeldbestand Mapnaam (blz.
  • Pagina 20: Snel Aan De Slag

    Snel aan de slag Dit hoofdstuk behandelt het voorbereiden van de camera. Ook het verwisselen van baterijen en geheugenkaarten worden hier behandeld, alsmede het gebruik van externe voedingsbronnen. Camerariem bevestigen Bevestig de camerariem aan de camera als afgebeeld. Het uiteinde van de riem dient ook door de gesp te worden gehaald (2).
  • Pagina 21: Zonnekap Bevestigen

    Zonnekap plaatsen De zonnekap verhindert licht dat van buiten beeld komt de voorste lens te bereiken, zodat overstraling wordt voorkomen. Bij sterke lichtbronnen is gebruik van de zonnekap sterk aan te bevelen. Gebruik de zonnekap niet in combinatie met de ingebouwde flitser, anders ontstaat er een schaduw onder- in beeld.
  • Pagina 22: Opladen Van De Batterij

    Opladen van de batterij Voordat u de camera kunt gebruiken dient u de lithium-ion batterij op te laden. Lees voordat u de bat- terij oplaadt de waarschuwingen op blz. 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met de bijgeleverde batterijlader. Het is aan te bevelen de batterij voorafgaand aan elke opnameses- sie op te laden.
  • Pagina 23: Installeren En Verwisselen Van De Batterij

    Installeren en verwisselen van de batterij Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-400 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gaat gebruiken de waarschuwingen op blz. 4 van deze gebruiksaanwijzing. Bij het verwisselen van de batterij dient de camera uit te staan. Open de baterijruimte door de vergrendeling in de de open-stand te zetten.
  • Pagina 24: Aanduiding Batterijconditie

    Aandijding batterijconditie Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie. Wanneer de camera aan staat verschijnt de batterij-indicatie op het datascherm, de elektronische zoeker en de LCD-monitor. Het monitor-symbool verandert van wit in rood wanneer de batterij bijna leeg is. Verschijnt er niets, dan is de batterij leeg of verkeerd geïnstalleerd.
  • Pagina 25: Externe Voeding (Apart Leverbaar)

    Externe voeding (apart geleverd) De netstroomadapter stelt u in staat de camera via het lichtnet van stroom te voorzien. Bij intensief of langdurig gebruik spaart u daarmee de batterijen. Wanneer de camera op de computer wordt aange- sloten is gebruik ook aan te bevelen. Netstroomadapter AC-1L is bestemd voor gebruik in Noord- Amerika en Taiwan, model AC-11 is voor de overige gebieden.
  • Pagina 26: Geheugenkaart Plaatsen En Verwisselen

    Geheugenkaarten plaatsen en verwisselen Zet wanneer u van geheugenkaart wisselt altijd de camera uit en controleeer ook of het toegangslampje niet brandt. Anders kan de kaart schade oplopen en kan er beeldinformatie verloren gaan. Om de camera te kunnen gebruiken moet er een geheugenkaart in zitten. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de no-card waarschuwing in de elektro- nische zoeker en op de LCD-monitor.
  • Pagina 27 Open om een kaart te verwijderen het deurtje van de kaartsleuf (1) en maak de uitwerphendel vrij om hem in te kunnen drukken (2). Druk op de uitwerphendel (3) om de kaart naar buiten te voeren (3). Nu kunt u de kaart uitnemen. Denk eraan dat de kaart door het gebruik heet kan zijn.
  • Pagina 28: Inschakelen Van De Camera

    Inschakelen van de camera Druk de hoofdschakelaar in om de camera in te schakelen. Het toegangslampje licht kort op en er klinkt een audiosignaal om aan te geven dat de camera is geactiveerd. Het audiosignaal kan wor- den uitgeschakeld via het setup-menu (blz. 141). Schakelt de camera zich onmiddellijk na inscha- kelen weer uit, dan is de batterij zo goed als leeg.
  • Pagina 29: Stand Van Zoeker En Monitor Aanpassen

    Stand van zoeker en monitor aanpassen U kunt de elektronische zoeker tussen 0 en 90 graden kan- telen. Pak de zoeker simpelweg tussen duim en wijsvinger en zet hem in de gewenste stand. De LCD-monitor kan wortden gekanteld tussen –20° en +90°. Pak de bovenkant van de monitor en klap hem omlaag.
  • Pagina 30: Datum En Tijd Instellen

    Datum en tijd instellen Nadat u de geheugenkaart en de baterijen voor het eerst hebt geplaatst dient u de klok en de kalen- der van de camera in te stellen. Wordt een beeldbestand opgeslagen, dan worden datum en tijd van opname samen met het beeld opgeslagen.
  • Pagina 31 Gebruik de rechts-toets van de stuureenheid om de Advanced 2 tab van het menu te selecteren. Custom set Color mode File # memory Gebruik de neertoets van de stuureenheid om de Folder Name Std. form datum/tijd-optie te selecteren. Select folder 100KM003 –...
  • Pagina 32: Basishandelingen Opname

    BASISHANDELINGEN OPNAME De automatische opnamestand activeren Zet de belichtings-keuzeknop in de programmastand (P) (1). Controleer of de hoofdschakelaar in de opnamestand staat (2). Alle camerafuncties werken nu automatisch. Autofocus, automati- sche belichting en de beeldverwerkingssystemen werken samen om u het fotograferen zo makkelijk mogelijk te maken. De automatische belichtingsstand werkt als de programmastand, behalve dat veel opnamefuncties worden teruggezet als deze stand wordt gekozen;...
  • Pagina 33: Opnamen Maken

    Opnamen maken Zet de keuzeknop in de opnamestand (1). Draai aan de zoom- ring om de juiste uitsnede in te stellen. Het gevolg van een zoomverstelling is meteen zichtbaar in de zoeker (EVF) en de LCD-monitor. Richt het scherpstelveld op het onderwerp. Gebruik voor onderwerpen buiten het midden de scherpstelvergrendeling (blz.
  • Pagina 34: Scherpstelvergrendeling

    Scherpstelvergrendeling De scherpstelvergrendeling wordt gebruikt wanneer het onderwerp zich buiten het beeldmidden en buiten het scherpstelveld bevindt. U kunt de scherpstelvergrendeling ook gebruiken voor speciale scherpstelsituaties, waarin de autofocus zijn werk niet goed kan doen. Richt het scherpstelveld op het onderwerp. Druk de ontspan- knop half in en houd hem in die stand.
  • Pagina 35: Scherpstelsignalen

    Scherpstelsignalen Deze digitale camera is uitgerust met een snel en precies autofocus-systeem. De scherpstelsignalen in de rechter benedenhoek van de zoeker/monitor geven de scherpstelstatus aan. Kijk voor meer informatie over scherpstelmethoden op blz. 46. Witte scherpstelaanduiding - scherpstelling in orde. Rode scherpstelaanduiding - scherpstelling niet mogelijk.
  • Pagina 36: Gebruik Van De Ingebouwde Flitser

    Gebruik van de ingebouwde flitser Bij weinig licht of binnenshuis kunt u flitslicht gebruiken om het onderwerp te verlichten; daarmee voorkomt u ook trillingsonscherpte als gevolg van een te lange sluitertijd. U kunt de flitser ook voor invulflits gebruiken om te donkere beeldpartijen op te helderen. Verwijder altijd de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt;...
  • Pagina 37: Trillingsonderdrukking

    Trillingsonderdrukking Het systeem van trillingsonderdrukking vermindert het effect van camera- trilling, waarbij in beeld bewegingsonscherpte ontstaat als gevolg van tril- lingen in de handen. In de telestand zijn de gevolgen van cameratrilling duidelijker zichtbaar dan in de groothoekstand. De trillingsonderdrukking wordt geactiveerd wanneer de sluitertijd onder een bepaalde waarde komt, die afhankelijk is van de zoomstand van het objectief.
  • Pagina 38: Filmopnamen

    Zet de camera in de filmopnamestand (1). Voordat u opneemt geven de opnametellers op data-scherm en monitor de maximum Filmopnamen opnametijd voor de te maken filmclip aan. De duur van de filmclip is afhankelijk van beeldgrootte en beeld- frequentie, en van de beschikbare ruimte op de geheugenkaart. De maximale opnameduur is 6 minuten bij 544 x 408 films van 30bps, of 15 minuten bij andere combinaties van beeldgrootte en –fre- quentie;...
  • Pagina 39: Schakelaar Weergavestand

    Schakelaar weergavestand Met de schakelaar voor de weergavestand, op de achterzijde van de came- ra, regelt u welke monitor actief is. De driestandenschakelaar geeft u de keuze tussen automatisch weergavekeuze of weergave via óf de zoeker óf de LCD-monitor. Automatische weergave - de camera kiest voor weergave van het live- beeld automatisch tussen de zoeker en de LCD-monitor.
  • Pagina 40: Basishandelingen Weergave

    Basishandelingen weergave U kunt beelden bekijken in de Quick View (snelweergave) of de weergave-stand. Hier worden de basisfuncties van beide standen besproken. De weergavestand heeft extra menu-functies, zie blz. 116. Zet de keuzeknop in de weergavestand om beelden terug te zien. Wilt u beelden bekijken terwijl de opnamestand of de film- stand actief is, druk dan op de Quick View/Wissen-knop.
  • Pagina 41: Beelden En Histogram Bekijken

    Beelden en histogram bekijken Werkt u met Quick View of de weergavestand, gebruik dan de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om door de beelden op de geheugenkaart te scrollen. Wilt u het histogram van een foto bekijken, druk dan op de up-toets. Druk de neertoets om terug te gaan naar enkelvoudige weergave.
  • Pagina 42: Quick View En Weergave Veranderen

    Quick view en weergave veranderen Met de informatietoets in het midden van de weergaveschakelaar regelt u welke informatie wordt ver- toond. Elke keer dat er op de knop wordt gedrukt treedt een volgende stand in werking, in de volg- orde: volledige weergave, alleen beeld, index-weergave. Alleen beeld Volledige weergave...
  • Pagina 43: Vergrote Weergave

    Vergrote weergave Bij enkelbeeldweergave kunt u een stilstaand beeld vergroten om het in detail te bestuderen, vanaf 1,2 X. De maximale ver- groting is afhankelijk van de beeldgrootte van 2X voor beelden van 640 x 480 tot 10,2X voor beelden van 3264 x 2448. RAW en TIFF beelden kunnen niet worden vergroot.
  • Pagina 44: Films Afspelen

    Films afspelen Films kunnen met de camera worden afgespeeld. Filmbestanden zijn gemarkeerd met een aanduiding onderin het scherm. Play Druk op de centrale toets van de stuureenheid om het bestand af te spelen. Druk op de stuureenheid om de filmweergave te pauze- ren;...
  • Pagina 45: Opnamestand - Geavanceerde Technieken

    Opnamestand - geavanceerde technieken Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de opnamefuncties en werking van de camera. Lees alles eerst door voor een inventarisatie of zoek eerst de zaken op die u het eerst wilt weten. Informatietoets Met de informatietoets regelt u welke informatie in het live-beeld verschijnt. Elke keer dat u de toets indrukt treedt de volgende weergave van de cyclus in werking: standaard weergave, real-time histogram, alleen scherpstelveld, en alleen live-beeld.
  • Pagina 46: Schakelaar Scherpstelmethode

    Schakelaar scherpstelstand Enkelvoudige AF (Autofocus), continu AF en handmatige scherpstelling zijn instelbaar het de schakelaar scherp- stelstand. Stel de schuif ion op de gewenste instelling. Enkelvoudige (Single-shot) AF - autofocus-stand voor algemene toepassingen. De werking is beschreven bij de basistechnieken opname. Continu AF - voor het fotograferen van zich verplaatsende onderwerpen.
  • Pagina 47: Digitale Zoom

    Handmatige scherpstelling - de aanduiding MF (manual focus) verschijnt in de rechter benedenhoek van de monitor/zoeker Gebruik de scherpstelring achteraan het objectief om scherp te stellen. Controleer of het beeld scherp is via moni- tor/zoeker. De globale afstand tussen onderwerp en CCD verschijnt naast de opnameteller.
  • Pagina 48: Flex Scherpstelpunt

    Flex Scherpstelpunt Het Flex Scherpstelpunt (Flex Focus Point - FFP) is bijzonder handig voor onderwerpen buiten het beeldcentrum. Het kan naar elk gewenst punt in beeld worden verplaatst. Het kan niet worden gebruikt in combinatie met digitale zoom of filmopnamen Houdt de centrale toets van de stuureenheid ingedrukt om het Flex Scherpstelpunt te activeren;...
  • Pagina 49: Macrostand

    Macrostand De macrostand is bestemd voor dichtbijopnamen van kleine onderwerpen. In de macrostand kan de ingebouwde flitser niet worden gebruikt. Gebruik van een statief wordt aanbevolen. Breng een van de pijlen op de zoomring in lijn met de index naast de macroschakelaar en schuif de schakelaar naar voren.
  • Pagina 50: Belichtingsvergrendeling

    Belichtingsvergrendeling (AE-lock) De knop voor de belichtingsvergrendeling (AE lock, AEL) ver- grendelt het automatisch belichtingssysteem op een bepaal- de waarde. Zo kunt u bijvoorbeeld de belichting meten op een grijskaart of op een referentie-object buiten het beeld en de gemeten waarde vergrendelen en voor de opname gebruiken. Bij de belichtingsvergrendeling wordt in de P- en A-stand de functie voor flitsen met lange sluitertijden geactiveerd (blz.
  • Pagina 51: Programma-Automatiek - P

    Programma-automatiek - P Kies de programmastand met de belichtings-keuzeknop (blz. 50). De programma-automatiek gebruikt informatie over helderheid en brandpuntsafstand van het objectief om de belichtingsinstelling te bere- kenen. Dit geeft de fotograaf de vrijheid om te fotograferen zonder zich te bekommeren om de juiste belichting.
  • Pagina 52: Automatische Opnamestand

    Automatische opnamestand De automatisch opnamestand kiest u met de belichtings-keuzeknop. De automatische opnamestand is gelijk aan de programmastand (blz. 51), behalve dat de automatische belichtingsstand wordt terug- gezet wanneer bij ingeschakelde camera de belichtings-keuzeknop op of van de auto-stand wordt gezet.
  • Pagina 53 Directe weergave Uit (Off) blz. 100 Voice memo Uit (Off) blz. 101 Kleurinstelling Natural color (sRGB) blz. 102 Verscherping Normaal blz. 97 Ruisonderdrukking blz. 103 Monitorversterking Auto blz. 104 Monitorversterking - Handm. bel. Belichtingsprioriteit blz. 104 Vergrotingstoets Digitale zoom blz. 105 DSP setup DSP (Digitale onderwerpsprogramma’s) blz.
  • Pagina 54: Diafragmavoorkeuze - A

    Diafragmavoorkeuze - A Diafragmavoorkeuze kiest u met de belichtings-keuzeknop (blz. 50). De fotograaf kiest het diafrag- ma en de camera kiest de sluiter- tijd die nodig is om de goede belichting te krijgen. Wanneer de A-stand is geselecteerd wordt de diafragma-aanduiding in de zoe- ker/monitor blauw.
  • Pagina 55: Sluitertijdvoorkeuze - S

    Sluitertijdvoorkeuze - S Sluitertijdvoorkeuze kiest u met de belichtings-keuzeknop (blz. 50). De foto- graaf kiest de sluitertijd en de camera kiest het diafragma dat nodig is om een goede belichting te krijgen. Wanneer de S-stand is geselecteerd wordt de slui- tertijdaanduiding in de zoeker/monitor blauw.
  • Pagina 56: Handmatige Belichtingsregeling - M

    Handmatige belichtingsregeling - M Met de handmatige belichtingsregeling kunt u zelf diafragma en sluitertijd instellen. Deze stand scha- kelt de automatische belichtingsregeling uit, waardoor de fotograaf maximale controle heeft over het eindresultaat. Handmatige belichtingsregeling activeert u via de belichtings-keuzeknop (blz. 50). U kunt sluitertijd en diafragma in 1/3 waarden instellen.
  • Pagina 57: Tijdopnamen

    Tijdopnamen Tijdopnamen moeten worden gemaakt in de stand voor handmatige belichtingsregeling (M). De duur van de langste sluitertijd is afhankelijk van de gevoeligheid, zie blz. 55. U kunt opnamen maken van maximaal 30 s door de ontspanknop zolang ingedrukt te houden als u wenst. Voor tijdopnamen is gebruik van een statief en een aftandsbediening sterk aan te raden.
  • Pagina 58: Digitale Onderwerpsprogramma's

    Digitale onderwerpsprogramma’s Digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de belichtings-, witbalans- en beeldverwerkingssystemen van de camera voor specifieke omstandigheden en onderwerpen. Gebruik de belichtings-keuzeknop om de het gewenste onder- werpsprogramma in te stellen. Portret – voor een warme, zachte huidtint en wat extra onscherpte in de achtergrond.
  • Pagina 59: Belichtings- En Flitscorrectie

    Belichtings- en flitscorrectie U kunt zowel de gewone belichtingsregeling als de flitsdosering corrigeren om het uiteindelijke beeld lichter of donkerder te maken. U kunt de belichting corrigeren tot plus/min 2 stops en stappen van 1/3 stop (blz. 111). De belichtingscorrectie en de flitscorrectie blijven gelden totdat u ze weer op nul zet. Meer informatie over belichtingscorrectie op blz.
  • Pagina 60: Gebruik Van Het Functiewiel

    Gebruik van het functiewiel De geheugenfunctie, de lichtmeetmethode, de witbalans en de cameragevoeligheid worden ingesteld met het functiewiel. De standaardinstelling van elke stand kan worden ingesteld in sectie 2 van het setup-menu. In de filmopnamestand kunt u alleen de witbalans en de cameragevoeligheid (ISO) instel- len.
  • Pagina 61: Transportstanden

    Transportstanden Met de transportstanden regelt u de manier waarop beelden worden opgeno- men. Op het datascherm en in de zoeker/monitor verschijnen aanduidingen voor de transportstand. De transportstand wordt ingesteld met het functiewiel, blz. 60. Enkelbeeldtransport – elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt wordt een enkele opname gemaakt (blz.
  • Pagina 62: Bracketing

    Bracketing Met deze transportstand maakt u een uit drie opnamen bestaand belichtingstrapje. Hiermaakt u van een statisch onderwerp drie opnamen achtereen, die onderling van belichting verschillen. U kunt ook bracketingreeksen maken met contrast, kleurverzadiging en filters. Zet het functiewiel in de transportstand (1). Druk op de functietoets midden in het functiewiel (2).
  • Pagina 63 Neem het onderwerp in beeld zoals beschreven bij basistechniek opname (blz. 33). Houd de ontspanknop ingedrukt (1) om de bracke- ting-serie te maken. Er worden drie opnamen gemaakt. Koos u voor enkelbeeld-bracketing, dan dient u voor elke opnamen de ontspan- knop opnieuw in te drukken.
  • Pagina 64: Continu Transport

    Continu transport In de stand voor continu-opnamen worden er achtereen opnamen gemaakt zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. De continu-stand werkt als de motordrive van een gewone fotocamera. TIFF en RAW & JPEG beeldkwaliteit kunnen niet worden gebruikt. RAW kan niet worden gebruikt met UHS continu transport.
  • Pagina 65 Bepaal de beeldcompositie als beschreven bij de basishan- delingen opname (blz. 33). Druk de ontspanknop geheel (1) in om de serie te starten. De camera blijft opnamen maken tot het maximum aantal beelden is gemaakt of de ontspan- knop wordt losgelaten. De ingebouwde flitser kan worden gebruikt met standaard en high speed continu-transport, maar de opnamefrequentie wordt lager omdat de flitser tijd moeten hebben om tussen...
  • Pagina 66: Interval

    Interval Met de intervalfunctie maakt u een serie foto- of filmopnamen met vaste tussenpozen. Op deze manier kunt u vertraagde processen versneld weergeven, zoals het opengaan van een bloem of de bouw van een huis. De ingebouwde flitser kan worden gebruikt. De parameters van de intervalserie stelt u in sectie 2 van het opnamemenu in.
  • Pagina 67 Zet de camera op statief en bepaal de beeldcompositie zo dat het onderwerp binnen het scherpstel- kader valt; de camera stelt scherpstelling, belichting en witbalans in en laadt de flitser vlak voordat de opname moet worden gemaakt. Continu AF is ook te gebruiken. Instellingen die met de AEL-toets zijn vergrendeld worden na het eerste beeld opgeheven.
  • Pagina 68: Zelfontspanner

    Zelfontspanner De zelfontspanner zorgt ervoor dat de camera met een bepaalde vertraging een opname maakt, bij- voorbeeld om zelf op der foto te komen of om de camera wegens trillingsgevaar niet voor de opna- me te hoeven aanraken. U kunt kiezen tussen twee en tien seconden wachttijd.
  • Pagina 69: Lichtmeetmethoden

    Lichtmeetmethoden De aanduidingen voor de lichtmeetmethoden verschijnen alleen in de zoeker/monitor. Wilt u de belichting kunnen vergrendelen door de ontspanknop half ingedrukt te hou- den, dan dient de belichtingsvergrendeling (AE-lock) in sectie 4 van het opnamemenu te zijn geactiveerd. Liggen de helderheidsniveaus van het onderwerp buiten het lichtmeetbereik, dan wordt de lichtmeetaanduiding rood.
  • Pagina 70: Witbalans

    Witbalans De witbalans zorgt ervoor dat er onder uiteenlopende lichtomstandigheden een natuurlijke kleurweergave wordt verkregen. het resultaat van een veranderde instelling is direct te zien op de monitor. Zet het functiewiel in de stand WB (witbalans) (1). Druk op de functietoets in het midden van het functie- wiel (2).
  • Pagina 71: Kalibratie Eigen Witbalansinstelling

    Kalibratie eigen witbalansinstelling Het is mogelijk de witbalans van de camera op een speciale lichtsituatie af te stemmen. U kunt deze instelling opslaan en op elk gewenst moment weer oproepen. Een eigen witbalansinstelling kan voor- al goed van pas komen wanneer er verschillende soorten licht in het geding zijn en er om een zeer zorgvuldige instelling wordt gevraagd.
  • Pagina 72: Geheugen - Camera-Instellingen Opslaan

    Geheugen - camera-instellingen opslaan U kunt vijf sets camera-instellingen opslaan. Zo kunt u onder regelmatig terugkerende omstandighe- den snel alle nodige instellingen realiseren, zonder ze stuk voor stuk te hoeven uitvoeren. Op functies als onderwerpsprogramma’s, data in beeld, voice memo en directe weergave na worden de meeste instellingen van het opnamemenu opgeslagen.
  • Pagina 73: Instellingen Oproepen

    Instellingen oproepen U kunt camera-instellingen die met de functietoets zijn opgeslagen oproepen met de belichtings-keuzeknop. Zet de belichtings-keuzeknop in de geheugenoproepstand (Memory Recall - MR) (1); het register-selec- tiescherm wordt geopend. Memory recall :select :enter Gebruik in het register-selectiescherm de instelwielen of de links/rechtstoetsen van de stuureenheid (2) om het geheugenregister te selecteren waarin u de instellingen wilt opslaan;...
  • Pagina 74: Cameragevoeligheid - Iso

    Cameragevoeligheid - ISO Voor de cameragevoeligheid kunt u kiezen uit: Auto, 64, 100, 200, 400 en 800. De waarden zijn gebaseerd op ISO-equivalenten. ISO is de standaard voor filmgevoelig- heid; hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de film. Zet het functiewiel in de ISO stand (1).
  • Pagina 75: Flitsbereik En Cameragevoeligheid

    Flitsbereik en cameragevoeligheid Voor goede flitsopnamen is het nodig dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Het flits- bereik wordt vergroot door de cameragevoeligheid te verhogen. Staat de cameragevoeligheid op auto, dan wordt bij flitsen automatisch tussen ISO 64 en 200 gekozen. Het flitsbereik wordt gemeten vanaf de CCD.
  • Pagina 76: Gebruik Van De Flitsaansluiting

    Flitsaansluiting gebruiken Op de flitsaansluiting kunt u een studio- of reportageflitser op de camera aansluiten, door middel van een standaard flitskabel. De aansluiting is compatible met flitsers met een voltage van 400 V of lager; zowel centrumpositieve (normale polariteit) als centrumnegatieve (positieve polariteit) flitsers kunnen worden gebruikt.
  • Pagina 77: Scherptedieptecontrole

    Visuele scherptedieptecontrole Het diafragma bepaalt de scherptediepte; scherptediepte is de zone voor de camera waarbinnen alles scherp wordt weergegeven. Hoe kleiner de opening van het diafragma (oftewel: hoe hoger de f- waarde), des te groter is de scherptediepte. Met de visuele scherp- tedieptcontrole sluit u het diafragma tot de gekozen waarde, zodat u kunt beoordelen wat de toename aan scherpte is.
  • Pagina 78: Regeling Digitale Effecten

    Regeling digitale effecten Met de regeling digitale effecten kunt u het beeldcontrast, de kleur en de kleurverzadiging aanpassen. Het gevolg van elke instelling is zichtbaar in de zoeker/monitor. Zet de schakelaar digitale effecten (1) op de functie die u wilt gebruiken. Filter Kleurverzadiging Contrast...
  • Pagina 79: Contrastcorrectie

    Contrastcorrectie U kunt het contrast van een scène op in totaal 11 niveaus (± 5) instellen, met de regeleenheid digitale effecten (blz. 77). U moet het contrast instellen voordat u de opname maakt. Wanneer u de contrastinstelling verandert verschijnt er een aanduiding die aangeeft of er een verhoging (+) of een verlaging (-) van het contrast is ingesteld.
  • Pagina 80: Opnamemenu

    Opnamemenu In de opnamestand drukt u op de menu-toets om het menu te activeren. Met de menu-toets sluit u het menu na het verrichten van de instellingen. Gebruik de vierwegtoetsen van de stuureenheid om de cursor in het menu te verplaatsen. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instel- ling te openen.
  • Pagina 81 Beeldresolutie instellen (blz. 82). Image size 3264x2448 Bestandstype en compressie instellen (blz. 82). Quality Fine Flitsstand ingebouwde flitser kiezen (blz. 86). Flash mode Fill-flash Instellen automatische of handmatige flitssturing (blz. 92). Flash control ADI flash AEL button AE hold De werking van de AEL-toets regelen (blz. 94). Reset –...
  • Pagina 82: Beeldgrootte En Beeldkwaliteit

    Beeldgrootte en beeldkwaliteit Beeldgrootte en -kwaliteit worden ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 80). Veranderingen zijn te zien op de LCD-monitor en op het datascherm. 3264 3264 X 2448 RAW beeld 3264 3264 X 2176 3:2 RAW+ RAW & JPEG beeld 2560 2560 X 1920 TIFF...
  • Pagina 83 Het aantal beelden dat u op een geheugenkaart kunt opslaan wordt bepaald door de capaciteit van de kaart en de bestandsgrootte van de opnamen. Op één geheugenkaart kunnen beelden van uiteen- lopende beeldgrootte worden opgeslagen. De werkelijke bestandsgrootte wordt bepaald door de inhoud van het beeld.
  • Pagina 84: Over Raw Beeldkwaliteit

    Kijk voor meer informatie over de kleurinstellingen op blz. 102. Konica Minolta historie In het centrum van de Sakai fabriek in Japan bevindt zich de Okina brug. In de 15de eeuw was Sakai een uiterst welvarende vrije stad, en de Okina brug overspande de gracht van een van de poorten van deze ommuurde stad.
  • Pagina 85: Opmerkingen Over Beeldgrootte En Resolutie

    Over beeldgrootte en resolutie Verandert u de beeldgrootte, dan verandert het aantal pixels in de opname. Hoe meer pixels, des te beter kan de camera kleine details zuiver weer te geven, en des te groter kan het beeld worden ver- toond/geprint.
  • Pagina 86: Flitsstanden

    Flitsstanden De flitsstand kan worden ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 80). De ingebouwde flitser moet met de hand worden uitgeklapt om in actie te kunnen komen. De flitser zal in de gekozen stand worden ontstoken ongeacht de hoeveelheid aanwezig licht. Bij gebruik van de flitser wordt de came- ragevoeligheid automatisch ingesteld in een bereik van ISO 100 tot 200.
  • Pagina 87: Eindsynchronisatie

    Eindsynchronisatie Eindsynchronisatie wordt gebruikt wanneer bij lange sluitertij- den opnamen van bewegende onderwerpen worden ge- maakt. Normaal wordt de flits aan het begin van de belichting ontstoken, maar maakt u bijvoorbeeld een opname van een in de nacht voorbijrijdende auto, dan komen de lichtstrepen die de lampen veroorzaken vóór de auto te liggen en lijkt de auto achteruit te rijden.
  • Pagina 88: Draadloos Flitsen

    Draadloos flitsen Flitser op Met de draadloze flitstechniek kan de camera los van de camera camera opgestelde Program 5600HS(D) en 3600HS(D) flit- sers aansturen zonder dat daarvoor een kabelverbinding nodig is. U kunt met een enkele maar ook met meerdere flit- sers werken en zo vele soorten van verlichting creëren.
  • Pagina 89 Druk de ontgrendeling van de flitsvoet in (1) en schuif de flit- ser van de camera. Stel flitser en camera bij het onderwerp op. Kijk op de vol- gende bladzijde voor de camera-tot-onderwerp- en de flits- tot-onderwerp-afstanden. Let op dat er zich niets tussen camera en flitser bevindt.
  • Pagina 90: Bereik Draadloos Flitsen

    Flitsbereik draadloos flitsen Afstand flitser tot Afstand camera tot onderwerp onderwerp Camera en flitser moeten zich binnen 5 m van het onderwerp bevinden. Minimale afstand tussen camera en onderwerp Instelling cameragevoeligheid (ISO) Diafrag- 200 / AUTO ƒ/2.8 1,1 m 1,4 m 2,0 m 2,8 m 3,9 m...
  • Pagina 91: Opmerkingen Over Draadloos Flitsen

    Opmerkingen over draadloos flitsen Draadloos flitsen werkt het best bij gedempt licht of binnenverlichting. De flitser van de camera geeft gecodeerde flitspulsen af om de los geplaatste flitser te sturen. Bij sterke lichtbronnen kan het voor- komen dat de flitser de stuursignalen van de ingebouwde flitser niet opvangt. Het draadloze flitssysteem biedt keuze uit vier kanalen zodat ervoor kan worden gezorgd dat foto- grafen elkaars flitser niet aansturen.
  • Pagina 92: Flitsregeling

    Flitsregeling ADI, pre-flash DDL en handmatige flitsregeling zijn beschikbaar. De flitsmethode kan worden gekozen in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 80). ADI flitsmeting - Advanced Distance Integration. Deze stand combineert de afstandsinformatie uit het AF-systeem met de informatie van een voorflits. ADI laat zich niet misleiden door de helderheid van het onderwerp of de achtergrond, iets wat bij meer conventionele DDL-flitssystemen wel voor- komt.
  • Pagina 93 Onderstaande tabel geeft bij benadering de richtgetallen, voor de berekeningen die nodig zijn voor handmatige flitsregeling. De bijvermelde berekeningen zijn nuttig voor het bepalen van richtgetal (GN), diafragma (fn) en de benodigde afstand tussen flitser en onderwerp. Richtgetal (afstand in meters) Camera sensitivity (ISO) Flitsver- ƒn.
  • Pagina 94: Ael-Toets

    AEL-toets Door de AEL-toets ingedrukt te houden vergrendelt u de belichting. De belichting blijft na de opslag van de opname vergrendeld totdat de AEL-toets wordt losgelaten (hold-instelling) of opnieuw wordt ingedrukt (toggle-instel- ling). De werking van de toets is te regelen in sectie 1 van het opnamemenu (blz.
  • Pagina 95: Alles Terugzetten (Reset) - Opnamestand

    Alles terugzetten (Reset) - opnamestand U kunt de opnamefuncties terugzetten op het standaardinstelling in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 80). Indien geselecteerd verschijnt een bevestigingsscherm; kiest u “Yes” dan keert de camera terug naar onderstaande instellingen, “No”heft de handeling op. Belichtingscorrectie blz.
  • Pagina 96: Bracketing Setup

    Interval Setup De parameters voor de intervalstand (blz. 66) worden ingesteld in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 80). Selecteer “Enter” in de interval-set optie in sectie 2 van het opname-menu. Druk in het midden van de stuureen- Int. set Enter heid om het setup-scherm te openen.
  • Pagina 97: Verscherping

    Verscherping De verscherping van het beeld is instelbaar. De instelling moet voorafgaand aan de opname worden uitgevoerd. De verscherping wordt ingesteld in sectie 3 van het opnamemenu (blz. 80). Is er een ande- re instelling dan normaal geselecteerd, dan verschijnt de verscherpingsaanduiding. Menu-opties Verhoogt de scherpte van contouren in beeld;...
  • Pagina 98: Data In Beeld

    Data in beeld Het is mogelijk informatie in een foto op te nemen en in de Exif data van het bestand op te slaan. Deze functie moet worden geactiveerd voordat het beeld wordt opgenomen. Is de functie geactiveerd, dan blijft hij actief tot dat hij wordt teruggezet. Er verschijnt een gele balk onder de opnameteller in de zoe- ker/monitor om aan te geven dat de functie actief is.
  • Pagina 99: Electronisch Toetsenbord

    Electronisch toetsenbord Met het elektronisch toetsenbord kunt u tekst invoeren voor de data-functie of om nieuwe mappen een naam te geven. Het toetsenbord verschijnt automatisch wanneer de tekst wordt ingevoerd. Om tekst in te voeren gebruikt u de vierweg- toetsen van de stuureenheid om een letter te laten oplichten: druk dan op de centrale toets van de stuureenheid om de letter in te voeren.
  • Pagina 100: Directe Weergave

    Directe weergave Na te zijn opgenomen wordt het beeld in de zoeker/monitor twee of Int. set – tien seconden vertoond voordat het wordt opgeslagen. Bij werken Bracket set met continu-transport of de continu bracketing-stand wordt een Data imprint index-weergave vertoond. Directe weergave wordt ingesteld en de Imprint to Image + Exif duur van het afspelen wordt ingesteld in sectie 2 van het opname-...
  • Pagina 101: Voice Memo

    Voice Memo Met de functie voor gesproken memo’s (voice memo) kunt u tot vijf- Int. set – tien seconden audio bij een opgeslagen foto opnemen. De functie Bracket set wordt geactiveerd in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 80) en Data imprint wordt gebruikt in combinatie met directe weergave.
  • Pagina 102: Kleurinstelling

    Kleurinstelling De kleurinstelling regelt of een foto in kleur of in zwart-wit wordt Color mode Vivid (sRGB) opgenomen en welk kleurprofiel er word gebruikt. De keuze moet Sharpness Nat. (sRGB) worden gemaakt voordat het beeld wordt opgenomen. De kleurin- Noise reductn Adobe RGB stelling wordt uitgevoerd in sectie 2 van het opnamemenu (blz.
  • Pagina 103: Over Adobe Rgb

    Natural Color en Adobe RGB - voor Vivid Color - verhoogt de kleurverzadi- een natuurgetrouwe weergave van de ging. kleuren. Black & White - geeft zwart-wit-beel- Solarization - geeft een gedeeltelijke den. omkering van kleuren van toon- waarden. Over Adobe RGB Adobe RGB heeft een groter kleurbereik dan de meer algemene sRGB.
  • Pagina 104: Monitorversterking

    Monitorversterking De opties voor monitorversterking sturen de weergave van het live- Color mode Nat. (sRGB) beeld. Er zijn twee instellingen. Sharpness Normal Noise reductn Auto - als bij weinig licht de cameragevoeligheid tot z’n maximum is Monitor amp. Auto verhoogd treedt de automatische monitorversterking in werking om Manual exp.
  • Pagina 105: Vergrotingstoets

    Vergrotingstoets De functie van de vergrotingstoets kan worden ingesteld op digitale Color mode Nat. (sRGB) zoom (blz. 47) en de Flex Digitale Loep in sectie 3 van het opname- Sharpness Normal menu (blz. 80). De Flex Digitale Loep kan alleen worden gebruikt bij Noise reductn handmatige scherpstelling.
  • Pagina 106: Instelling Digitale Onderwerpsprogramma's (Dsp)

    Digitale onderw. programma setup (DSP) U kunt de geheugenregisters die voor camera-instellingen worden DSP set gebruikt toewijzen aan de standen voor de Digitale Onder- Tracking AF werpsprogramma’s op de belichtings-keuzeknop. Die instelling AE lock vindt plaats in sectie 4 van het opnamemenu (blz. 80). Er zijn twee Spot AE area Center spot opties:...
  • Pagina 107: Spot Ae-Veld

    Spot AE-veld Gebruikt u spotmeting (blz. 69) in combinatie met het Flex Scherpstel- punt (blz. 48), dan kan het midden van het live-beeld de positie van het spotmeetveld zijn, maar het is ook mogelijk het spotmeetveld te kop- pelen aan het Flex Scherpstelpunt. De keuze tussen deze twee opties wordt gemaakt in sectie 4 van het opnamemenu (blz.
  • Pagina 108: Evf-Stand

    AF (blz. 143) gebruikt, neemt u een film op, dan wordt de beeld- frequentie ingesteld op 30fps. Konica Minolta historie Op 20 februari 1962 maakte John Glenn als eerste Amerikaan een ruimtereis rondom de aarde. Hij had een Minolta Hi-matic camera aan boord van zijn Friendship 7 ruimtecapsulemeegeno- men om deze historische gebeurttenis vast te leggen.
  • Pagina 109: Fotografische Basisprincipes

    Fotografische basisprincipes Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van nu de volgende basisprincipes zal u helpen uw foto's nog meer naar uw hand te zetten. Het diafragma, de regelbare opening in het objectief, regelt niet alleen de hoeveelheid doorgelaten licht, maar ook de scherpte- diepte;...
  • Pagina 110: Over Belichtings- En Flitscorrectie

    Over belichtings- en flitscorrectie Soms wordt de belichtingsmeter van de camera door de omstandigheden misleid. Dan biedt de belichtingscorrectie uitkomst. Zo kan bijvoorbeeld een zeer licht tafereel, zoals een sneeuwlandschap of een zonbeschenen wit strand, te donker op de opname komen. Pas dan voordat u de opname maakt de belichting aan met een correctie van +1 of +2 LW.
  • Pagina 111: Wat Is Een Lw

    Wat is een LW? +2,0 LW 4 X zoveel licht LW staat voor lichtwaarde. Een verande- +1,0 LW 2 X zoveel licht ring van 1 LW geeft en verdubbeling of 0,0 LW Gemeten belichting halvering van de belichting. –1,0 LW 1/2 X zoveel licht –2,0 LW 1/4 X zoveel licht...
  • Pagina 112: Filmmenu

    Filmmenu Druk in de filmstand op de menutoets om het filmmenu op te roepen. Als u klaar bent met uw instel- lingen sluit u het menu met opnieuw de menu-toets. Gebruik de vierwegtoetsen van de stuureenheid om de cursor door het menu te verplaatsen. Door op de centrale toets van de stuureenheid te druk- ken wordt een instelling bevestigd.
  • Pagina 113: Beeldgrootte Een Beeldfrequentie

    Beeldgrootte een beeldfrequentie Films kunt u in twee formaten opnemen: 544x408 en 320x240. Hoe groter het beeld, des te hoger is beeldkwaliteit en des te groter zijn de beeldbestanden. De beeldgrootte wordt ingesteld in het film- menu. Hoe hoger de frequentie, des te vloeiender worden bewegingen weergegeven en des te groter wordt het filmbestand.
  • Pagina 114: Film Terugzetten (Reset)

    Film terugzetten (Reset) Met deze menufunctie zet u alle filmfuncties weer op standaard. Als u iets hebt geselecteerd verschijnt er een bevestigingsscherm; “Yes” selecteren zet de volgende functies terug op hun standaardinstel- ling, “No” heft de handelingen op. Belichtingscorrectie blz. 59 Contrastcorrectie blz.
  • Pagina 115: Weergavestand - Geavanceerde Technieken

    WEERGAVESTAND - GEAVANCEERDE TECHNIEKEN In dit hoofdstuk leest u hoe u voice memo’s afspeelt en hoe u andere afspeelfuncties gebruikt. U ziet hoe u door het menu navigeert, vervolgens worden de menu-onderdelen toegelicht. Voice memo’s afspelen U kunt voice memo's afspelen in Quick View en in de weergavestand. Kijk op blz. 101 voor informa- tie over het opnamen van voice memo’s.
  • Pagina 116: Navigeren Door Het Weergavemenu

    Navigeren door het weergavemenu Druk in de weergavestand op de menutoets om het filmmenu op te roepen. Als u klaar bent met uw instellingen sluit u het menu met opnieuw de menu- toets. Gebruik de vierwegtoetsen van de stuureenheid om de cursor door het menu te verplaatsen.
  • Pagina 117 Beelden op de geheugenkaart wissen (blz. 119). Delete – Formatteren van de geheugenkaart (blz. 120). Format – Map voor afspelen in de weergavestand kiezen (blz. 120). View folder 100KM003 Beelden tegen wissen beveiligen (blz. 121). Lock – Copy – Beelden van ene naar andere geheugenkaart kopiëren (blz. 122). Index format 9 frames Index weergaveformaat specificeren (blz.
  • Pagina 118: Beeldselectiescherm

    Beeldselectiescherm Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd ver- schijnt het beeldselectiescherm. Hier kunt u meerdere beelden selecteren. Het indexformaat (vier of negen thumbnails) kunt u veranderen in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 121). Met de links/rechts-toetsen van de stuureenheid verplaatst u het gele selectiekader om het beeld te selecte-...
  • Pagina 119: Wissen

    Wissen Wissen verwijdert een bestand permanent. Een gewist bestand kan niet meer worden terug- gehaald. Let dus goed op wanneer u beelden wist. In het weergavemenu kunt u enkele beelden wissen, maar ook meerdere beelden tegelijk of alle beelden uit een map. Voordat een Delete –...
  • Pagina 120: Formatteren

    Formatteren Bij het formatteren van een geheugenkaart wordt alle informatie gewist. Door de geheugenkaart te formatteren wist u alle informatie op de kaart. Zet de informatie die op de kaart is opgeslagen voordat u gaat formatteren over op een computer of een opslagmedium. Vergrendelen van beeldbestanden geeft geen bescherming tegen verlies bij formatteren.
  • Pagina 121: Vergrendeling

    Vergrendeling U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map vergrendelen. Een vergren- deld beeld kan niet worden gewist. Het is verstandig belangrijke opnamen te vergrendelen. Wilt u beelden in een andere map vergrendelen, kies die map dan de optie View folder in sectie 1 van het setup-menu (blz.
  • Pagina 122: Beelden Kopiëren

    Beelden kopiëren U kunt beeldbestanden van de ene naar de andere geheugenkaart kopiëren. Daarbij kan tot maximaal 29 MB aan beeldinformatie worden overgeschreven. Elke keer dat de kopieerfunctie wordt gebruikt wordt automatisch een nieuwe map voor de beelden aangemaakt (blz. 130). This frame - Hiermee kopieert u het weergegeven beeld.
  • Pagina 123 Werden de beelden gekopieerd naar een nieuwe kaart, dan verschijnt de boodschap “no images”. Selecteer de kopieermap met de optie View folder in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 116). Konica Minolta historie Innovatie en creativiteit zijn altijd de drijvende krach- ten geweest achter onze producten.
  • Pagina 124: Diashow

    Diashow (Slide show) Slide show – Playback All frames Sectie 2 van het weergavemenu betreft de dia-show-functie. Hiermee worden alle beelden in een map automatisch weergegeven Duration 5 sec. in aflopende numerieke volgorde. Repeat Aantal weergegeven beelden / totaal aantal opnamen in de presentatie Druk op centrale toets van de stuureenheid om de presentatie te pauzeren en te herstar- ten.
  • Pagina 125 Menu-opties Instellingen Hiermee start u de dia-show. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om de presentatie te onderbreken. Wilt u de dia-show stoppen en terug- Slide show Enter keren naar het weergavemenu, druk dan tijdens de dia-show op de menu- toets of de neer-toets van de stuureenheid.
  • Pagina 126: Over Dpof

    Over DPOF Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto’s te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer.
  • Pagina 127: Datum In Beeld

    Kiest u voor een enkel beeld of voor alle beelden uit een map, dan verschijnt een scherm waarin gevraagd wordt hoeveel prints er van elke opname moeten worden gemaakt; het maximum is negen prints per beeld. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om het aantal in te stellen. Hebt u een DPOF-bestand gemaakt waarmee alle opnamen in een map worden geprint, dan worden opna- men die daarna aan de map worden toegevoegd niet geprint.
  • Pagina 128: Beelden Op Tv Bekijken

    Beelden op TV bekijken Het is mogelijk gemaakte opnamen op uw televisie weer te geven. De camera heeft een video-uit- gang, waarmee u hem met behulp van de meegeleverde AV-kabel kunt aansluiten. De camera is com- patible met zowel de PAL- als de NTSC-standaard. U kunt controleren voor welk van deze twee syste- men de camera is ingesteld in sectie 1 van het setup-menu (blz.
  • Pagina 129: Setup-Menu

    Setup-menu Met het setup-menu reset u de camerafuncties. De tekst voor navi- LCDbrightness – gatie geeft aan hoe u het menu gebruikt. Daarna komt gedetailleer- Shortcut help – de informatie over de menu-instellingen. Transfer mode Data storage EVF auto swtch Auto EVF/LCD Video output NTSC Language...
  • Pagina 130: Navigeren Door Het Setup-Menu

    Navigeren door het Setup-menu Op blz. 129 leest u hoe u het setup-menu opent. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (1) navigeert u door het menu. Met indrukken van de stuur- eenheid wordt een instelling geactiveerd. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de gewenste tab te laten oplichten;...
  • Pagina 131 Eigen functie toewijzen aan functiewiel (blz. 136) Custom set DOF preview Nummergeheugen activeren (blz. 136). File # memory Samenstelling mapnaam kiezen (blz. 137). Folder Name Std. form Betemmingsmap voor opgenomen beeld kiezen (blz. 137). Select folder 100KM003 – New folder Nieuwe map aanmaken (blz.
  • Pagina 132: Lcd-Helderheid

    LCD-helderheid U kunt de helderhei van zoeker en LCD-monitor onafhankelijk van LCDbrightness Monitor elkaar instellen. Selecteer de zoeker (EVF) of de monitor met sectie Shortcut help 1 van het setup-menu; de gekozen zoeker/monitor wordt automa- Transfer mode tisch ingeschakeld en het helderheidsscherm verschijnt. EVF auto swtch Video output Language...
  • Pagina 133 Wilt u een raster of schaalverdeling oproe- pen, houd dan de functietoets (1) ingedrukt en druk op de informatietoets (2) om de opties te laten passeren: raster, schaalver- deling en uit. Meer over de weergavestan- den op blz. 45. Schaalverdeling Raster Bij handmatige scherpstelling kunt u via een toets kiezen tussen digitale zoom (blz.
  • Pagina 134 Houd de functietoets ingedrukt (1) en druk op de menu- toets (2) om het setup-menu te openen. LCDbrightness – Shortcut help – Transfer mode Data storage EVF auto swtch Auto EVF/LCD Video output NTSC Language English Houd de functietoets ingedrukt (1) en druk op de QV/Wissen-toets (2) om de camera te resetten.
  • Pagina 135: Overspeelstand

    Overspeelstand De overspeelstand moet worden ingesteld op basis van wat er met het beeld gaat gebeuren: over- spelen naar een computer, beelden printen met een PictBridge compatible printer, of beelden opne- men met gebruik van de als extra leverbare DiMAGE Capture software. Kies de gewenste optie: Data storage - voor het overspelen van beelden van de camera naar de computer.
  • Pagina 136: Custom Setup

    Custom Setup Een veelgebruikte functie kan worden toegekend aan de custom- positie op het functiewiel. De functie wordt gekozen in sectie 2 van Custom set Image size het setup-menu (blz. 130). De volgende opnamefuncties zijn File # memory Quality beschikbaar: Folder name Flash mode Select folder...
  • Pagina 137: Mapnaam

    100KM003. De eerste drie tekens zijn het serienummer van de map, wat met 1 100KM003 wordt verhoogd als er een nieuwe mapnaam wordt toegekend. De nu volgende drie letters hebben betrekking op Konica Minolta, en de laatste drie nummers staan (Standaard) voor de gebruikte camera; 003 is de DiMAGE A2.
  • Pagina 138: Nieuwe Map

    Nieuwe map Met deze functie maakt u nieuwe mappen aan. De mapnaam-optie in sectie 2 van het setup-menu moet worden ingesteld op standaard Custom set DOF preview om de nieuwe mapfunctie te kunnen gebruiken. Is deze functie File # memory geselecteerd, dan verschijnt automatisch het elektronische toetsen- Folder Name Std.
  • Pagina 139: Terugzetten Op Standaard

    Terugzetten op standaard Met deze optie worden alle standen van de camera teruggezet op standaard: opname, film, weerga- ve en setup. Wil u de opname- of de filmstand terugzetten, kijk dan op blz. 95 en 114. In dien die mogelijkheid is geselecteerd verschijnt een bevestigingsscherm; kiezen voor “Yes” zet de volgende functies en instelling terug, “No”...
  • Pagina 140 Data in beeld Uit (Off) blz. 98 Printen in Image + Exif blz. 98 Directe weergave Uit (Off) blz. 100 Voice memo Uit (Off) blz. 101 Kleurinstelling Natural (sRGB) blz. 102 Verscherping Normaal blz. 97 Ruisonderdrukking blz. 103 Monitor-versterking Auto blz.
  • Pagina 141: Audiosignalen

    Setup-menu LCD-helderheid Monitor en EVF reset blz. 132 Overspeelstand Data storage blz. 135 EVF auto schakelaar Auto EVF/LCD blz. 135 Custom setup DOF preview (scherptedieptecontrole) blz. 136 Geheugen bestandsnummers Uit (Off) blz. 136 Mapnaam Standaard blz. 137 Audiosignalen blz. 141 Scherpstelsignaal blz.
  • Pagina 142: Shutter Fx

    Shutter FX Een sluitergeluid geeft audio-informatie wanneer de sluiter wordt ontspannen. Het geluid kan worden uitgeschakeld in sectie 3 van het setup-menu (blz. 130). Er zijn twee sluiterge- luiden beschikbaar: signaal 1 gebruikt het sluitergeluid van de Dynax 9. Signaal 2 gebruikt het mechanische sluitergeluid van de legendarische Minolta CLE.
  • Pagina 143: Trillingsonderdrukking

    Trillingsonderdrukking Wanneer het trillingsonderdrukkingssysteem wordt geactiveerd kunt Anti-shake Display + Exp u regelen in sectie 4 van het setup-menu. Er zijn opties beschikbaar: Full-time AF Grip sensor Display + Exp. - wordt de ontspanknop half ingedrukt, dan wordt de Ctrl dial set F/no.
  • Pagina 144: Gebruik Instelwielen

    Gebruik instelwielen De optie Control dial setup in sectie 4 van het setup-menu verandert Anti-shake F/no. de werking van het voorste en achterste instelwiel in de belichtings- Full-time AF standen P, A en S. Belichtingscorrectie (blz. 59) kan ook aan een van Grip sensor F/no.
  • Pagina 145: Gebruik Instelwielen - Handinstelling Belichting

    Gebruikt u de camera in combinatie met een van de objectiefconverters, dan moet u in sectie 5 van het setup menu opgeven welke uitvoering u gebruikt. Ga voor meer informatie over de Groothoekconverter ACW-100 en de Teleconverter ACT-100 naar uw Konica Minolta dealer. Bij deze producten wordt een firmware-update geleverd waarmee deze optie wordt geactiveerd.
  • Pagina 146: Overspeelstand

    De updated versie van de driver-software die op de meegeleverde DIMAGE software CD-ROM staat is noodzakelijk om de DiMAGE A2 goed met de computer te laten werken. De nieuwe software heeft geen gevolgen voor het werken met de oudere DiMAGE camera’s.
  • Pagina 147: Camera Op De Computer Aansluiten

    Camera op een computer aansluiten Gebruik wanneer u de camera op de computer aansluit een volledig geladen batterij. Het gebruik van een netstroomadapter (apart verkrijgbaar) is overigens te prefereren boven batterijvoeding. Gebruikers van Windows 98 dienen voordat ze de camera op de computer aansluiten eerst de tekst te lezen over de computeraansluiting bij hun besturingssystemen.
  • Pagina 148: Verbinding Met Windows 98/98 Second Edition

    Verbinding met Windows 98 / 98 Second Edition De driver hoeft maar eenmaal te worden geïnstalleerd. Hij kan automatisch worden geïnstalleerd, met de DiMAGE installer, of handmatig met de wizard voor nieuwe hardware van het besturingssysteem. Tijdens de installatie vraagt het besturingssysteem om de Windows 98 CD-ROM; plaats die in de CD- ROM drive en volg de verdere instructies op het scherm.
  • Pagina 149: Handmatige Installatie

    Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer op blz 147. Wanneer de camera op de computer is aangesloten merkt het besturingssysteem dat er nieuwe hardware is aangesloten en de wizard voor nieuwe hardware wordt geopend.
  • Pagina 150 De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Klik om te vervolgen met de installatie van de driver in het systeem. Een van deze drie drivers zal worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf of USBSTRG.inf De letter van de CD-ROM drive kan per computer verschillen.
  • Pagina 151: Quicktime Systeemeisen

    Quicktime Systeemeisen Volg voor de installatie van QuickTime de instructies IBM PC / AT Compatible in de Read-me map en in het installatieprogramma. Macintosh gebruikers kunnen de nieuwste versie PC met Pentium processor van QuickTime gratis downloaden op de website of compatible computer van AppleComputer: http://www.apple.com.\ Windows 98, Me, 2000 of XP.
  • Pagina 152: Werken Met Mappen Op De Geheugenkaart

    Werken met mappen op de geheugenkaart Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeld- en geluidsbestanden openen door simpelweg dubbel te klikken op de symbolen ervan. Overzetten van beelden en geluidsopnamen kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de computer of een map van de computer te slepen.
  • Pagina 153 Beeldbestandsnamen beginnen met "PICT," gevolgd door een viercijferig bestandsnummer plus een tif, mrw. jpg, jpe mov, of thm extensie. Gesproken-memo-bestanden hebben een wav extensie en dezelfde naam als het beeldbestand. De thumbnails (thm) worden door de camera en de DiMAGE Viewer gebruikt.
  • Pagina 154: Camera Van De Computer Loskoppelen

    Camera van de computer loskoppelen Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen. Windows 98 / 98 Second Edition Het toegangslampje mag niet branden. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Klik met de linker muisknop op het symbool voor het ontkoppelen van hardware in de taakbalk.
  • Pagina 155: Macintosh

    In het venster voor het loskoppelen van hardware worden de te stoppen apparaten in een lijst weer- gegeven. Markeer het apparaat door er op te klikken en klik op "Stop”. Er verschijnt een bevestigingsscherm, met daarin de af te sluiten apparaten. "OK" zal het apparaat stoppen.
  • Pagina 156: Geheugenkaart Verwisselen (Overspeelstand)

    Geheugenkaart verwisselen (Overspeelstand) Pas goed op wanneer u geheugenkaarten verwisselt terwijl de camera met de computer verbonden is. Bij verkeerde handelingen kan er beeldinfor- matie verloren gaan. Kijk altijd goed of het toegangslampje niet rood brandt voordat u de geheugenkaart verwijdert. Windows 98 / 98 Second Edition 1.
  • Pagina 157: Driver-Software Verwijderen - Windows

    Driver-software verwijderen – Windows 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind hem met een USB-kabel met de computer. Tijdens deze procedure moeten andere apparaten niet zijn aangesloten. 2. Rechts-klik op Deze Computer en kies “Eigenschappen” uit het menu. Windows XP: ga van het Start-menu naar het Configuratiescherm.
  • Pagina 158: Pictbridge

    PictBridge Controleer of de overspeeloptie (transfer) in sectie 1 van het Setup- menu is ingesteld op PTP. Sluit de camera aan op een PictBridge compatible printer, met de USB-kabel van de camera. De grote stek- ker moet in de printer worden gestoken. Open het deksel van de AV- uitgang/USB-aansluiting eb steek de kleine stekker van de USB- kabel in de camera.
  • Pagina 159: Over Printfouten

    No. of prints: Het aantal prints in de print-run verschijnt, samen met de print-para- Print size: Printer setup meters die met het menu werden geselecteerd. Kijk in de tekst over Layout: Printer setup navigeren door het menu op blz. 160 voor meer informatie. Druk op Print quality: Printer setup de stuurtoets om het printen te starten, of druk op de menu-toets...
  • Pagina 160: Navigeren Door Het Pictbridge-Menu

    Navigeren door het pictbridge menu Door op de menu-toets (1) te drukken schakelt u het menu aan en uit. Beweeg de cursor door het menu met der stuureenheid (2). Door op de centrale toets van de stuureenheid te drukken wordt een instelling geactiveerd.
  • Pagina 161: Serieprinten (Batch Print)

    Batch print – Index print – Serieprinten (Batch Print) Batch print in sectie 1 van het menu selecteert alle foto’s op de geheugenkaart om te worden geprint. Er zijn twee opties: All-frames - print alle beelden op de geheugenkaart. Er wordt een scherm geopend waarin het aan- tal afdrukken kan worden opgegeven.
  • Pagina 162: Papiergrootte (Sizes)

    Papiergrootte (Paper Size) De papiergrootte van de print is instelbaar. De printer-setup optie Paper size Printer setup gebruikt de grootte die met de printer is ingesteld. De optie voor de Sizes N.American afmetingen (Sizes) option moet eerst worden ingesteld, zie hieron- Layout Printer setup der.
  • Pagina 163 DPOF print – DPOF Print De DPOF-print-optie in sectie 3 stelt u in staat foto’s en een index print (geselecteerd met de DPOF print-opties in sectie 2 van het weergavemenu) te printen vanuit een DPOF compatible PictBridge compatible printer. Selecteer de Start-optie in het menu om te starten. No.
  • Pagina 164: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande proble- men of defecten, of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren, kunt u het beste contact opna- men met de Technische Dienst van Konica Minolta. Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing De batterijen zijn leeg.
  • Pagina 165 Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing Let op dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik bevindt (0,5 m – Onderwerp is te dichtbij oneindig) of gebruik de macrostand (blz. 49). Scherptelsignaal is Camera staat in de macrostand. Zet macro-instelling uit (blz. 49). rood.
  • Pagina 166: Gebruik Van Filters

    Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing Opname-in- formatie ver- Camera staat op Sluitertijd/diafragma-combinatie Verander de sluitertijd- en/of diafragma- schijnt, maar het handmatige geeft extreme onder- of overbe- instelling totdat er een beeld op de live-beeld is belichting (M). lichting van het live-beeld. monitor verschijnt (blz.
  • Pagina 167: Over Het Snoer Van De Lithium-Ion Batterijlader

    Over het snoer van de Lithium-Ion Batterijlader Het meegeleverde netsnoer is afgestemd op de regio van verkoop. Gebruik alleen de kabel van de regio van aankoop. Regio Productcode Continentaal Europa, China, Korea, Singapore (220-240V) APC-110 Groot-Brittannië, Hong Kong (220V-240V) APC-120 Verenigde Staten, Canada (110V-120V) APC-130 Japan (100V)
  • Pagina 168: Onderhoud En Opslag

    ONDERHOUD EN OPSLAG Lees om het maximum uit uw camera te halen dit hoofdstuk goed door. Met goede verzorging zal hij jarenlang dienst doen. Onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. • Zet de camera tijdens transport uit. •...
  • Pagina 169: Bedrijfstemperatuur En -Omstandigheden

    • Aanraking van de elektrische contacten met uw vingers of metalen objecten • De kaart na het verstrijken van zijn levensduur gebruiken. Konica Minolta draagt geen verantwoordelijkheid voor verlies of beschadiging van informatie. Het is aan te bevelen een kopie te maken van de op de kaart opgeslagen informatie.
  • Pagina 170: Batterijen

    Keert de camera elke keer na uitschakeling terug naar de fabrieksinstellingen, dan is batterij leeg. Hij dient te worden verwisseld door de Technische Dienst van Konica Minolta. • Houd de contacten van camera en batterij schoon. Vuile contacten kunnen een goede lading verhinderen.
  • Pagina 171: Voor Belangrijke Gebeurtenissen En Reizen

    Voor belangrijke gebeurtenissen of reizen • Controleer de werking van de camera, maak testopnamen en koop reservebatterijen. • Konica Minolta draagt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies als gevolg van een defect aan de apparatuur. Vragen en Service • Hebt u vragen omtrent uw camera of laadapparaat, neem dan contact met uw handelaar of neem contact op met Konica Minolta.
  • Pagina 172: Aantekeningen

    Aantekeningen Notes...
  • Pagina 173 Declaration on Conformity Tested To Comply With FCC Standards Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging U.S.A. Inc. Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430 FOR HOME OR OFFICE USE This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two condi- tions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interfe- rence received, including interference that may cause undesired operation.
  • Pagina 174: Index

    Index Adobe RGB, 2, 102, 103, 152 Datum en tijd Autofocus Setup, 20, 138 Continu, 46 Weergave, 19, 153 Enkelvoudig, 46 Diashow, 124-125 Flex Scherpstelpunt 48, 49, 107 Digitale Effecten Fulltime, 143 Bracketing, 62 Signalen, 35, 46 Stuureenheid, 77-79, 179 Subject Tracking, 46, 106 Dioptrie-instelling, 29 Automatische spaarschakeling, 24, 142, 151...
  • Pagina 175 Formatteren, geheugenkaart, 27, 120, 153 PictBridge, 158 Geheugen, 72-73, 106 Quick View, 40 Geheugenkaart Reset Formatteren, 27, 120, 153 Camera, 139-141 Verwisselen, 26-27 Filmstand, 114 Handmatige scherpstelling, 47 Opnamestand, 95 Directe, 105, 107 Scherpstelsignalen, 35, 46 Interval Scherpstelsituaties, 35 Instelling, 66 Scherpstelvergrendeling, 34, 35 Setup, 96 Scherptedieptecontrole, 77, 136...
  • Pagina 176: Technische Gegevens

    Technische gegevens Effectief aantal pixels: 8,0 miljoen CCD: 2/3-type progressieve primaire-kleuren-CCD met een totaal van 8,3 miljoen pixels Cameragevoeligheid (ISO): Auto en 64, 100, 200, 400 en 800 ISO equivalenten. Beeldverhouding: Objectiefconstructie: 16 elementen in 13 groepen Lichtsterkte: f/2,8 (groothoekstand), f/3,5 (telestand) Brandpuntsafstand: 7,2 - 50,8 mm, kleinbeeld-equivalent: 28 - 200 mm Scherpstelbereik:...
  • Pagina 177 LCD-monitor aan, flits gebruikt bij 50% van de opnamen, geen directe weergave, geen voice memo. Batterijprestaties (weergave): Continu weergavetijd: ca. 240 minuten. Gebaseerd op de Konica Minolta standaard met een NP-400 lithium-ion-batterij, LCD-monitor aan. Externe stroombron: Netstroomadapter (AC-1L of AC-2L) Externe High-Power battery Pack set EBP-100...
  • Pagina 178: Battery Pack Bp-400

    Met dit accessoire kunt u twee NP-400 lithium-ion batterijen of zes Ni-MH of alkaline batterijen gebruiken om de camera te voeden. Neem voor meer informatie over het Battery Pack BP-400 of andere accessoires contact op met uw Konica Minolta dealer. Globale opnamecapaciteit Met twee NP-400 lithium-ion batterijen...
  • Pagina 179: Filtervoorbeelden

    Filtervoorbeelden Filterniveaus bij kleurenopnamen ±0 –1 –2 –3 –4 –5 Filterinstellingen met zwart-wit- beelden. Meer over Filtereffecten op blz. 79.
  • Pagina 180 24 uur per dag productondersteuning vindt u op www.konicaminoltasupport.com. Camera-info, opnametips, digitale beeldbewerking: ontdek Konica Minolta’s nieuwe internetwereld en bezoek www.konicaminoltaphotoworld.com © 2003 Konica Minolta Camera, Inc. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention. 1AG6P1P1613 9222-2720-15 SY-A312/0401 0-43325-53276-4...

Inhoudsopgave