Inbedrijfstelling
Gebruiksaanwijzing / V07 / 01.2010
Inbedrijfstelling
Eerste inbedrijfstelling
De koffiemachine wordt geïnstalleerd en in werking gesteld door een gekwalificeerde service-
technicus van de fabrikant.
Wordt de koffiemachine en/of bijkomende apparatuur bij temperaturen onder 10°C getranspor-
teerd, moet de koffiemachine en/of bijkomende apparatuur 3 uren onder kamertemperatuur
worden opgeslagen alvorens de koffiemachine en/of bijkomende apparatuur op het elektrische
net wordt aangesloten en ingeschakeld. Als dit niet wordt opgevolgd, bestaat ten gevolge van
condenswater gevaar van kortsluiting of van beschadiging van elektrische componenten.
Altijd de nieuwe, bij de machine geleverde slangenset (vers-/afvalwaterslang) gebruiken! Geen
oude slangset gebruiken!
Opstellingsvoorwaarden
Standplaats:
► Zorg er bij het opstellen voor, dat de koffiemachine niet op hete oppervlakken of in de nabij-
heid van een oven komt te staan.
► Ongeschikt voor gebruik in openlucht. De koffiemachine nooit blootstellen aan slechte
weersomstandigheden zoals regen, sneeuw, vorst enz.
► De koffiemachine is niet geschikt om op een vlak te worden opgesteld waar een waterstraal
kan worden gebruikt.
► Het apparaat alleen op plaatsen installeren, waar geschoold personeel er toezicht over kan
houden.
► Het opstelvlak moet stabiel en effen zijn en mag zich onder het gewicht van de koffiemachine
niet vervormen.
Klimaatvoorwaarden:
• De plaats van opstelling dient aan de volgende klimaatvoorwaarden te voldoen:
► Omgevingstemperatuur van 10°C – 40°C (50°F – 104°F)
► Relatieve luchtvochtigheid maximaal 80% rF
• De koffiemachine is uitsluitend bestemd voor gebruik binnen.
• Het apparaat beschermen tegen vorst. Indien de koffiemachine was blootgesteld aan ne-
gatieve temperaturen, contacteer dan vóór de inbedrijfstelling een door de fabrikant geau-
toriseerde klantenservice.
Installatie van de koffiemachine
De opstelling van de koffiemachine dient onder de volgende omstandigheden te gebeuren:
• De vereiste aansluitingen voor de voorzieningen dienen volgens de installatieplannen van het
gebouw tot op één meter afstand van de plaats van opstelling te worden gebracht.
• Technische gegevens (hoofdstuk Bijlage) in acht nemen.
• Voor onderhoudswerkzaamheden en bediening vrije ruimte voorzien en aanhouden:
► Boven voor het bijvullen van koffiebonen
► Linkerzijde ± 35 cm vrijhouden (1 foot)
► Achterkant van het apparaat tot de muur ten minste 15 cm (luchtcirculatie) (6 inches)
• De plaatselijk geldende technische voorschriften voor keukens in acht nemen en aanhouden.
De afmetingen van de geïnstalleerde koffiemachine vindt u in het desbetreffende
installatieplan (pagina 11-12).
www.schaerer.com
13 / 56