Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Lus melder config
Selecteer Lus melder config om handmatig melders toe te voegen of de
instellingen voor de standaardconfiguratie na autosetup te wijzigen.
Ga als volgt te werk om een melder toe te voegen of de configuratie van
een melder te wijzigen:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Lus
melder config.
2. Selecteer de overeenkomstige lus en melder.
Voor nieuwe melders wordt een bericht weergegeven.
3. Breng de vereiste wijzigingen aan (type melder, bedieningsmodus,
tekst, enz.).
4. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
5. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Groepsconfiguratie
De opties voor groepsconfiguratie worden in de onderstaande tabel getoond.
Tabel 40: Groepconfiguratieopties
Optie
Algemene config.
Groep config.
Zone Configuratie.
Test/Uitges. t_out.
88
Beschrijving
Configureert de eerste groep, de eerste groep voor een
groep-LED-indicator (als een optionele groepsindicatorkaart
geïnstalleerd is), het maximum aantal groepen die getest worden en het
aantal globale groepen.
Configureert extra groepsinstellingen, zoals type groep (normaal of
bevestigd met bijbehorende parameters), gebied, CIT- en
ACT-vertragingen, uitgeschakeld of ingeschakeld, bedieningsmode, enz.
Configureert zones. Een zone is reeks groepen die voor
alarmbevestiging worden gebruikt.
Configureert de groepstest of schakelt de time-outperiode uit.
Zie "Groepstest en time-out voor uitschakeling" op pagina 44 voor meer
informatie.
2X Series Installatiehandleiding