Hoofdstuk 5: Technische specificaties
Lus specificaties
Lus configuratie
Lus protocol
Isolatoren
Aantal lus melders
Elektrische kenmerken – maximum per lus
Voedingsspanningsbereik
Modulatiespanningsbereik
Weerstand
Capacitantie
Specificaties van voedingseenheid
Voedingsspanning
Frequentie netspanning
Netspanning
Maximum
Gemiddeld
CIE ingangsvoltage en spanning
(netspanning aan)
Voeding (netspanning aan)
CIE ingangsvoltage (netvoeding uit)
Maximum rimpelspanning bij volledige
belasting
Netspanningzekering
126
Klasse A of Klasse B
2000 Series
Ten minste één isolator per lus (wij raden één
isolator aan voor elke 32 melders)
max. 128
250 mA bij 36 VDC (29 tot 36 VDC)
17 tot 28 VDC ±1%
4 tot 11 VDC
max. 52 Ω (26 Ω per kabel)
max. 500 nF
240/110 V wisselstroom +10% −15%
50/60 Hz ±5%
1,5 A bij 240 V wisselstroom
3,15 A bij110 V wisselstroom
0,6 A bij 240 V wisselstroom
1,3 A bij 110 V wisselstroom
24 VDC, 4 A
137 VA (24 Vdc, 4 A)
21 tot 29 VDC
Opmerking:
Bij 28,5 VDC geeft de centrale een
storing in de hoge voedingsspanning aan
(mogelijke systeemoverbelasting).
150 mVpp
Opmerking:
Rimpelspanning en ruis worden
gemeten bij een bandbreedte van 20 MHz met
behulp van een 12 inch TP-kabel, afgesloten met
een 0,1 µF en 47 µF parallelle capacitor.
T4A-250V bij 240 VAC
T4A-250V bij 110 VAC
2X Series Installatiehandleiding