Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Ga als volgt te werk om de configuratie te wijzigen:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer BMS config.
3. Configureer alle vereiste instellingen.
Initpan is alleen vereist wanneer Modbus in GRPNT-mode gebruikt wordt.
De GRPNT-mode implementeert Modbus-services voor 32 in het netwerk
opgenomen brandmeldpanelen met opeenvolgende adressen (bijv., 1 t/m 32
als het adres van het eerste paneel in InitPan gedefinieerd is als 001).
De groep-mode implementeert Modbus-services voor 128 in het netwerk
opgenomen brandmeldpanelen (InitPan is niet vereist).
4. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
5. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Veldconfiguratie
Gebruik het menu Installatie setup voor toegang tot de onderstaande
veldconfiguratieopties.
Tabel 39: Veldconfiguratieopties
Optie
Autosetup
Lus melder config
Groep config
Pnl I/O config
Uitgangsgroepen
Vertr. config.
Lus klasse
86
Beschrijving
Configureert automatisch geïnstalleerde lusmelders volgens de
standaardinstellingen.
Configureert geïnstalleerde lusmelders of wijzigt de
standaardinstellingen.
Configureert groepen.
Configureert de ingangs- en uitgangsfunctionaliteit van centrales.
Configureert de uitgangsgroepen.
Configureert de vertragingen voor uitgangsgroepen en de opties
voor regionale onderzoekstijd.
Configureert de installatie lus klasse (klasse A of klasse B).
2X Series Installatiehandleiding