Hoofdstuk 1: Inleiding
Tabel 2: Geconfigureerde wijzigingen van interfaceknoppen en indicatie-LED's
Item
EN 54
10
Alle uitgangsgroepen starten/stoppen
11
Programmeerbare uitgangsgroep
starten/stoppen
15
Signaalgevers Aan/Stop
[1] Als de ontruimingscentrale in de NEN 2575-modus bediend wordt, kunnen alleen
signaalgeveruitgangsgroepen aan de programmeerbare knop Starten/Stoppen worden
gekoppeld.
Bedieningselementen en indicatie-LED's op het
voorpaneel
Het is mogelijk dat de in deze sectie beschreven bedieningsfuncties niet voor alle
gebruikers beschikbaar zijn. Meer informatie over de bediening van de centrale
en toegangsrestricties vindt u in het onderwerp "Gebruikersniveaus" op
pagina 40.
Standaardbedieningselementen en indicatie-LED's
Onderstaande tabel bevat informatie over de standaardbedieningselementen en
indicatie-LED's voor brandmeldcentrales, herhaalpanelen en
ontruimingscentrales.
Tabel 3: Standaardbedieningselementen en indicatie-LED's
Bedieningselement/
Indicatie-LED
Indicatie-LED
Voeding
Indicatie-LED
Algemene test
Indicatie-LED
Algemeen uit
Indicatie-LED
Algemene storing
Indicatie-LED Alarm
6
Kleur
Beschrijving
indicatie-LED
Groen
Geeft aan dat het systeem is opgestart.
Geel
Geeft aan dat een of meerdere functies of melders
worden getest.
Geel
Geeft aan dat een of meerdere functies of melders zijn
uitgeschakeld.
Geel
Geeft een algemene storing aan. De storings-LED van
de overeenkomende melder of functie knippert ook.
Rood
Geeft een brandalarm aan.
Een knipperende LED geeft aan dat het alarm door een
detector werd geactiveerd. Een rood brandende
indicatie-LED geeft aan dat het brandalarm door een
handbrandmelder werd geactiveerd.
NEN 2575
Starten/stoppen voor alle
ontruimingsgroepen
Signaalgevers voor ontruimingszone
starten/stoppen [1]
Brandmeldsignaalgever starten/stoppen
2X Series Installatiehandleiding