3. Schakel de meldingen die in de e-mail opgenomen moeten worden in:
alarmgebeurtenissen, storingsgebeurtenissen, conditiegebeurtenissen,
logboekgebeurtenissen of rapporten.
Als er geen meldingen ingeschakeld worden, wordt de meldingsservice niet
geactiveerd.
4. Geef het e-mailadres op dat is gekoppeld aan de e-mailaccount.
5. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
6. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
E-mail server
Opmerking:
Deze instellingen hebben geen effect als directe
e-mailondersteuning in TCP/IP ingeschakeld is. Zie "TCP/IP" op pagina 67.
Selecteer E-mail server om de e-mailserverinstellingen te configureren voor het
verzenden van geconfigureerde e-mailberichten. IT-ondersteuning is mogelijk
vereist om deze optie te configureren.
Ga als volgt te werk om de e-mailserver te configureren:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Communicatie.
2. Selecteer E-mail server.
3. Voer de host (het domein), het IP-adres en het e-mailadres van de
e-mailserver in.
De hostnaam is optioneel.
4. Als de e-mailserver SMTP-verificatie vereist, voert u de poort,
de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
5. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
6. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
SNTP Sever
Selecteer SNTP Server om de SNTP-serverinstellingen (Simple Network Time
Protocol) te configureren. SNTP is een netwerkprotocol voor kloksynchronisatie.
Opmerking:
Het ophalen van de instellingen voor de SNTP-server moet apart
worden ingeschakeld – zie "Auto datum en tijd" op pagina 85.
Ga als volgt te werk om de SNTP-server te configureren:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Communicatie.
2X Series Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
69