Hoofdstuk 2: Installatie
Aansluitingen
Aanbevolen kabels
In onderstaande tabel vindt u de aanbevolen kabels voor optimale
systeemprestaties.
Tabel 9: Aanbevolen kabels
Kabel
Netvoedingskabel
Luskabel
Brandmeldnetwerkkabel Twisted-pair, CAT5
Ethernet-kabel
USB-kabel
Externe printerkabel
[1] 26 Ω per kabel.
[2] De maximum kabellengte is afhankelijk van het gebruikte type kabel en de lusbelasting.
[3] Sluit de centrale aan op een Ethernet-hub die binnen 30 m geïnstalleerd moet worden als
grote afstanden nodig zijn.
[4] Deze set bevat en 3 m kabel en de 2010-2-232-IB isolatiekaart die nodig is voor het
aansluiten van externe RS-232-apparaten.
U mag andere soorten kabels gebruiken mits deze voldoen aan de
locatiespecifieke elektromagnetische interferentie (EMI)-voorwaarden en
installatietests.
Afgeschermde luskabel gebruiken
In de meeste installaties zijn geen afgeschermde luskabel nodig. Het systeem is
goedgekeurd voor gebruik in normale omstandigheden met een
niet-afgeschermde gedraaide kabel.
Een afgeschermde kabel biedt echter meer flexibiliteit bij het oplossen van
locatiespecifieke EMI-problemen en kan worden gebruikt als de volgende
richtlijnen in acht worden genomen:
•
Gebruik een multimeter om te controleren of de afscherming volledig
geïsoleerd is van de aarde, en de positieve en de negatieve luskabels
voordat u de afscherming op één punt in de installatie aansluit. Dezelfde
isolatie moet worden toegepast voor alle overige bedrading en de
lusbekabeling moet uit de buurt van bekende EMI-bronnen op de locatie
worden gehouden.
26
Kabelvereisten
2
3 × 1,5 mm
Twisted-pair (maximaal 52 Ω en 500 nF) [1]
12 tot 26 AWG (0,13 tot 3,31 mm²)
12 tot 26 AWG (0,13 tot 3,31 mm²)
Afgeschermde CAT5
Standaard USB-kabel met
A-B-aansluitingen
Accessoirekabel 2010-2-232-SET [4]
Maximum kabellengte
N.v.t.
2 km met KAL51-kabel [2]
1,2 km
30 m [3]
10 m
3 m
2X Series Installatiehandleiding