Een uitgangsgroep aan een programmeerbare knop toewijzen
Opmerking:
Deze optie is niet beschikbaar voor centrales in de regionale modus
VdS 2540.
In brandalarmcentrales kan één uitgangsgroep worden toegewezen aan de
programmeerbare knop en indicatie-LED op de interface van de centrale voor
bediening en indicatie. Zie Afbeelding 1 op pagina 4 voor de locatie van de
programmeerbare knop en indicatie-LED.
In ontruimingscentrales kunnen maximaal zeven uitgangsgroepen worden
toegewezen aan de programmeerbare knoppen en indicatie-LED's. Zie
Afbeelding 2 op pagina 5 voor de locatie van de programmeerbare knoppen en
indicatie-LED's.
Alle programmeerbare knoppen zijn standaard ingesteld op signaalgevergroep 1.
Opmerking:
Ontruimingscentrales die in de NEN 2575-mode werken, kunnen
alleen signaalgever uitgangsgroepen aan de programmeerbare knoppen
toewijzen. Ontruimingscentrales die in andere modi werken, kunnen alle
beschikbare typen uitgangsgroepen aan de knoppen toewijzen.
Vergeet niet om de uitgangsgroepen die u nodig hebt aan te maken voordat u de
programmeerbare knoppen gaat configureren. Zie "Uitgangsgroepen" op
pagina 100 voor meer informatie.
U wijst als volgt een uitgangsgroep aan een programmeerbare knop toe:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Uitgangsgroepen.
2. Selecteer Prog. Bed.
3. Selecteer de te configureren knop/indicatie-LED.
In ontruimingscentrales zijn de programmeerbare knoppen van boven naar
benden genummerd van 1 t/m 7.
4. Selecteer de optie In gebruik en schakel de optie in.
5. Selecteer Werking en selecteer vervolgens de uitgangsgroepmode.
6. Selecteer Grp_nr en voer vervolgens het aantal uitgangsgroepen in die u aan
de knop wilt toewijzen.
7. Selecteer Vertraging en voer vervolgens de vereiste bevestigingsvertraging
(in seconden) in.
De vertraging telt af nadat de knop Bevestigen is ingedrukt, voordat de
toegewezen uitgangsgroep wordt geactiveerd. De maximum
vertragingswaarde is 600 seconden.
8. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
9. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
2X Series Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
105