Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Ga als volgt te werk om een standaard uitgangsgroep te configureren:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Uitgangsgroepen.
2. Selecteer Uitgangsgroepen.
Er wordt een lijst met beschikbare uitgangsgroepen weergegeven. Druk op
F3 (Zoeken) om op groepsnummer te zoeken. Druk op F4 (Verwijderen) om
een uitgangsgroep te verwijderen.
3. Selecteer de te configureren uitgangsgroep.
U kun het zonenummer of het type uitgangsgroep voor een standaard
uitgangsgroep niet wijzigen.
4. Selecteer AAN (inschakelen), UIT (uitschakelen), UIT_D (uitschakelen in
dag mode) of UIT_N (uitschakelen in nacht mode) voor de optie Controle.
5. Voer een korte tekstomschrijving in voor de uitgangsgroep.
6. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
7. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
U kunt als volgt een nieuwe uitgangsgroep toevoegen:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Uitgangsgroepen.
2. Selecteer Uitgangsgroepen.
Er wordt een lijst met beschikbare uitgangsgroepen weergegeven.
3. Druk op F3 (Zoeken) en voer vervolgens een nummer in voor de nieuwe
uitgangsgroep die u wilt toevoegen.
Druk op de jog-draaiknop om de invoer te bevestigen.
4. Selecteer het type uitgangsgroep (PRG, EXTIN, SND, FR of FP).
5. Selecteer AAN (inschakelen), UIT (uitschakelen), UIT_D (uitschakelen in dag
mode) of UIT_N (uitschakelen in nacht mode) voor de optie Controle.
6. Voer een korte tekstomschrijving in voor de uitgangsgroep.
7. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
8. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
102
2X Series Installatiehandleiding