Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Optie
Beschrijving
Gateway
Configureert de gateway
Poort
Configureert de poort
Direct [2]
Maakt bij inschakeling directe e-mailondersteuning
mogelijk
DNS
Configureert het IP-adres van de DNS-server dat gebruikt
wordt voor directe e-mailondersteuning
[1] Indien de standaardpoort is gewijzigd, moet de poortconfiguratie in het pc-
configuratiehulpprogramma eveneens worden bijgewerkt.
[2] Bij inschakeling hebben de instellingen in E-mail server geen effect. Vereist een
internetverbinding.
Ga als volgt te werk om de TCP/IP-instellingen te wijzigen:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Communicatie.
2. Selecteer TCP/IP.
3. Voer IP-adres, subnetmasker, gateway en poortgegevens in.
4. Om directe e-mailondersteuning in te schakelen, schakelt u Direct in en voert
u het IP-adres van de DNS-server in.
5. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
6. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Opmerking:
Indien uw netwerk wordt beschermd door een firewall, moet de
poortconfiguratie in uw firewall eveneens worden bijgewerkt om lokale
communicatie met externe software mogelijk te maken.
E-mailaccounts
Selecteer E-mail account om de e-mailaccounts te beheren voor externe controle
en om het melden van gebeurtenissen te configureren die naar elk e-mailadres
worden gestuurd. Voor een juiste werking moeten de TCP/IP- en
e-mailserverdetails zijn geconfigureerd (zie "E-mail server" hieronder).
Opmerking:
Onderhoudsgebruikers kunnen ook instellingen voor deze service
wijzigen.
Ga als volgt te werk om e-mailaccounts te beheren:
1. Selecteer Communicatie in het hoofdmenu.
2. Selecteer E-mail account en selecteer vervolgens de account die u wilt
bewerken (de standaardnamen zijn Account 1, Account 2, enz.).
68
Standaardwaarde
0.0.0.0
2505 [1]
Uitgeschakeld
000.000.000.000
2X Series Installatiehandleiding