Kalibreren
Keuze van de kalibratiemethode
12.3.2
2-puntskalibratie fluoride-sensor (CAL)
96
1.
Basisweergave ➨
CAL F -
1 ppm =
Steilheid
Eenpuntskalibratie
Tweepunts cal.
Afb. 58: Kalibratiemenu [Fluoride]
ð Het kalibratiemenu wordt weergegeven.
2.
Kies met de pijltoetsen het gewenste menupunt. Druk op de
-toets
ð Nu kunt u starten met de gekozen kalibratiemethode.
Probleemloze werking van de sensor
–
Correct meten en doseren kan alleen als de
sensor probleemloos werkt
De gebruikershandleiding van de sensor
–
opvolgen
Het uitvoeren van een 2-puntskalibratie wordt
–
dringend aanbevolen en heeft de voorkeur
t.o.v. andere methoden
–
Voor het kalibreren moet de sensor uit de door‐
loopgever worden uit- en weer ingebouwd. De
gebruikershandleiding van de doorloopgever
opvolgen
Benodigd materiaal voor het kalibreren van fluoride-sensoren:
Twee testreservoirs met kalibratie-oplossing
n
Meet- en regelgedrag van de regelaar tijdens de
kalibratie
Tijdens de kalibratie: De insteluitgangen worden
gedeactiveerd. Uitzondering: wanneer een basis‐
charge of een handmatige instelbare variabele is
ingesteld. Deze blijft actief. De meetwaarde-uit‐
gang [Normsignaaluitgang mA] wordt bevroren,
volgens de instellingen in het menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle worden alle
foutcontroles die betrekking hebben op de meet‐
waarde, weer gestart. De regelaar slaat bij een
succesvolle kalibratie de bepaalde gegevens voor
nulpunt en steilheid op.
185.0 mV
16:51:18
11-11-2011
-59,16 mV/dec
11:11:11
100 %
11-11-2011
A1037