[mA-uitgangen] instellen
19.1
De
[Functie ]
Instelbare waarde
[Functie]
[Uit]
[Meetwaarde]
[Instelbare variabele]
[Correctiewaarde]
[Functie ]
Instelbare waarde
[Meet‐
[Uitgangsbereik ]
waarde]
[Instelbare
variabele]
[Correctie‐
waarde]
[Foutstroom]
[0 mA]
[20 mA]
[Filtering]
Basisweergave ➨
➨
[Stroomuitgangen] ➨
instellen
mA-uitgang 1
Functie
Toewijzing
Uitgangsbereik
Stroom bij fout
Filtering
Karakteristiek bij pauze/pauze HOLD
Afb. 111: De [mA-uitgang 1] instellen
Toelichting
De mA-uitgang werkt niet
Temperatuur
De mA-uitgang wordt op de voor
uitgangswaarde bevroren.
Bij de keuze van de functie
[Correctiewaarde] zijn de volgende instelbare parameters beschik‐
baar:
Instelbare bereiken of getalwaarden
0 ... 20 mA
Toewijzing aan de gewenste ondergrens meetbereik en
bovengrens meetbereik.
4 ... 20 mA
Toewijzing aan de gewenste ondergrens meetbereik en
bovengrens meetbereik.
[Uit]
23 mA
- 100 % ... + 100%
- 100 % ... + 100%
[sterk]
[middel]
[zwak]
[mA-uitgangen] instellen
De
[Stroomuitgangen] ➨
of
[mA-uitgang 1]
[Functie]
of
Meetwaarde
Kanaal 1
sterk
Vasthouden
[pauze / pauze hold] geldige mA-
[Meetwaarde] , [Instelbare var.] en
functie
153