Parameterniveau 1
[Storingsvariabelen]
[Setpoint voordef.]
[Param.omschakeling]
Werking
Parameter
[Controletijd rege‐
Controletijd (boven)
ling]
Controletijd ¯ (onder)
Drempel van de instelbare variabele
[Begrenzing inst.
Het instelbereik van de maximaal instelbare variabele
var.]
wordt door het apparaat bepaald.
Storingsvariabele-
Uit
ingang
Aan
Kanaal 1, 2 of 3
Uit
Aan
[Gebeurtenisge‐
Uit
stuurd]
Aan
[Tijdgestuurd]
Timer 1 ... 10: Uit
Timer 1 ... 10: Aan
Elke regelaar kan als 1-zijdige of 2-zijdige regelaar worden gecon‐
figureerd. Voor elke regelaar zijn twee parametersets beschikbaar.
De 2e parameterset wordt geactiveerd, als de digitale ingang 2 als
[Regel. param.omschakeling] is ingesteld. In dit geval is via het
[Parameterset 2] configureerbaar.
menu de
Zorg bij het aansluiten van de actor dat de actor die de meet‐
waarde verhoogt, bij de betreffende uitgang
[Meetwaarde verhogen] en de actor die de meetwaarde verlaagt,
bij de uitgang
Ä Hoofdstuk 9.4 „Elektrische installatie" op pagina 35 .
Voorbeeld: Een medium met een werkelijke waarde van pH 3 moet
met natronloog (pH > 14) naar een setpoint van pH 7 worden
gebracht. Hiervoor moet de actor worden aangesloten op de stel‐
[Meetwaarde verhogen] .
uitgang
[Meetwaarde verlagen] worden aangesloten, zie
[Regeling] instellen
De
123