Instelbare parameters in het menu
[Regeling]
13.1
Regeling parameter [Type]
P-regelaar:
PI-regelaar:
PID-regelaar:
13.2
Regeling parameter [Systeemrespons]
Standaard
[Dode zone]
In het menu Regeling moet het volgende worden gekozen:
[Type] het regelaartype instellen. [Type] [1-zijdig]
Onder menupunt
of
[2-zijdig] kan worden ingesteld.
P-, PI-, PID-regelaars zijn continuregelaars. De instelbare varia‐
bele kan binnen het instelbereik worden ingesteld op elke waarde
tussen -100 % ... +100 %.
Dit regelaartype wordt toegepast bij een geïntegreerd regeltraject
[Batch neutralisatie] ). Wordt de regelafwijking kleiner, wordt
(bijv.
ook de aansturing van de actor kleiner (proportionele relatie). Is het
setpoint bijna bereikt, is de insteluitgang bijna 0 %. Het setpoint
wordt echter nooit exact bereikt. Daardoor ontstaat een perma‐
nente regelafwijking. Bij het bijregelen van grote veranderingen, is
het doorschieten mogelijk.
Dit regelaartype wordt toegepast bij een niet geïntegreerd regeltra‐
ject (bijv. doorloopneutralisatie). Hierbij moet het doorschieten
worden vermeden. Er mag geen permanente regelafwijking ont‐
staan. Het setpoint moet altijd worden aangehouden. Er is een
doorlopende toevoeging van de doseerchemicalie noodzakelijk.
Dat de regelaar bij het bereiken van het setpoint de dosering niet
stopt, is geen fout.
Dit regelaartype heeft de eigenschappen van een PI-regelaar.
Door een differentiërend regelaandeel
tijd vooruit en kan daarom reageren op in de toekomst te ver‐
wachten veranderingen. Dit type wordt toegepast als in het meet‐
proces meetpieken optreden en deze snel moeten worden bijgere‐
geld.
Onder menupunt
[Systeemrespons] wordt de systeemrespons van
de regelaar ingesteld.
De regelaar reageert op basis van de P-, PI, PID-karakteristiek,
zoals beschreven in hoofdstuk
meter [Type]" op pagina 127 .
[Standaard] is de keuze [1-zijdig] geregelde processen.
[Dode zone] wordt bepaald door een setpoint boven en onder.
De
[Dode zone] werkt alleen bij een [2-zijdige] [Regeling] , als voor
De
elke richting een actor aanwezig is.
[Dode zone] heeft tot doel, te zorgen dat het regeltraject niet in
De
resonantie komt. Ligt de meetwaarde binnen de beide setpoints,
vindt geen aansturing van de actoren plaats. Ook een +PI/PID-
regelaar stuurt dan de bijbehorende actor niet aan. De
[2-zijdige] neutralisatie.
wordt toegepast bij een
[Regeling] instellen
De
[D] kijkt deze een bepaalde
Ä Hoofdstuk 13.1 „Regeling para‐
[Dode zone]
127