9.4 Elektrische installatie
9.4.1 Specificaties
Gebruikerskwalificaties, elektrische installatie: Elektromonteur
n
gebruiker" op pagina 16
6.
Plaats het apparaat in het bedieningspaneel en maak het
aan de achterkant vast met de bevestigingsbeugels en de
zelftappende PT-schroeven.
ð Het apparaat steekt aan de voorkant ca. 35 mm uit het
bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Laagspanningskabel
Mogelijke gevolgen: Dood of zeer ernstig letsel.
De toegepaste laagspanningskabels moeten een
temperatuurbestendigheid hebben van ≧ 70 °C en
moeten onbrandbaar zijn.
Ä Tab. 33 „Technische gegevens"
Details
op pagina 171
WAARSCHUWING!
Bescherming van de radio-ontvangst
Mogelijke gevolgen: Dood of zeer ernstig letsel.
Deze inrichting met communicatie-interface is niet
bedoeld voor gebruik in woonomgevingen. Een
voldoende bescherming van de radio-ontvangst in
dergelijke omgevingen is daarom niet gewaar‐
borgd.
WAARSCHUWING!
Elektrische spanning bij de vermogensrelais
Oorzaak: De vermogensrelais 1 en 2 zijn ruimtelijk
niet voldoende van elkaar gescheiden. Hierdoor is
een voldoende elektrische scheiding van de relais
t.o.v. elkaar niet altijd gewaarborgd.
Mogelijke gevolgen: Dood of zeer ernstig letsel.
Maatregel: Bij de vermogensrelais 1 en 2 mag
altijd slechts één spanningsvorm worden aange‐
sloten. Laagspanning of stuurspanning. Het
gebruik van laagspanning bij het ene relais en
stuurspanning bij het andere relais is niet toege‐
staan omdat de scheiding van de relais niet is
gewaarborgd.
Vocht bij de aansluitpunten:
Bescherm de aansluitstekkers, kabels en klemmen door
n
geschikte constructieve en technische maatregelen tegen
vocht. Vocht bij de aansluitpunten kan de werking van het
apparaat storen.
Montage en installatie
Ä Hoofdstuk 2.4 „Kwalificatie van
35