9.4.3.1
Installatie
9.4.4 De specificaties van de kabels en klemmen
[electrostatic discharge]
ESD,
Afb. 18: Voor ESD gevoelige compo‐
nenten
Afzonderlijke aders zekeren
Zorg voor een trekontlasting voor de kabel.
Afdichtingen en aansluitschema:
Kies de juiste, bij de kabeldoorvoeren van de regelaar pas‐
n
sende afdichtingen. Sluit open gaten af met blindpluggen.
Alleen zo is een voldoende afdichting gewaarborgd.
Vocht in de regelaar kan storingen veroorzaken.
n
De aanwijzingen op de meegeleverde aansluitschema's
n
opvolgen.
1.
Draai de 4 schroeven van de behuizing los.
2.
Trek het bovengedeelte van de behuizing iets naar voren en
steek het bovengedeelte van de behuizing in de parkeerpo‐
sitie in het onderste gedeelte van de behuizing.
3.
Wartels monteren:
Monteer het benodigde aantal kabelwartels met contra‐
n
moeren.
Sluit de overige gaten af met afsluitschroeven.
n
Haal de wartels met het opgegeven aanhaalmoment aan,
n
Ä Meer informatie op pagina 38 .
4.
De kabels invoeren in de regelaar.
5.
De kabels aansluiten, zoals opgegeven in het aansluit‐
schema.
6.
Haal de borgmoeren van de wartels zo stevig aan, dat de
wartels dicht zijn,
7.
Plaats het bovengedeelte van de behuizing op het onderste
gedeelte.
8.
De schroeven van de behuizing handvast vastdraaien.
9.
Controleer nog een keer of de afdichting goed vastzit. Alleen
bij een correcte montage wordt de beschermingsgraad IP 67
(montage aan een oppervlak/pijpmontage), resp. IP 54 (mon‐
tage in bedieningspaneel) (vervuilingsgraad 2/macro-omge‐
ving) bereikt.
WAARSCHUWING!
Voor ESD gevoelige componenten
Mogelijke gevolgen: Dood of zeer ernstig
letsel.
Houd u bij alle werkzaamheden steeds aan
de basisprincipes van de ESD-beveiliging.
A3096
De gebruikte kabels en leidingen moeten geschikt zijn voor de
betreffende bedrijfsspanning, gemaakt zijn van koper en een tem‐
peratuurbestendigheid van ≥ 70 °C hebben.
Montage en installatie
Ä Meer informatie op pagina 38 .
41