Kalibreren
92
Kalibratie van de redox-sensor
De redox-sensor kan niet worden gekalibreerd. Er
kan slechts een afwijking [OFFSET] ter hoogte van
± 40 mV worden ingesteld en gebruikt voor kali‐
bratie. Mocht de redox-sensor meer dan ± 40 mV
afwijken van de referentiewaarde, moet deze vol‐
gens de voorschriften in de gebruikershandleiding
van de sensor worden gecontroleerd.
Meet- en regelgedrag van de regelaar tijdens de
kalibratie
Tijdens de kalibratie: De insteluitgangen worden
gedeactiveerd. Uitzondering: wanneer een basis‐
charge of een handmatige instelbare variabele is
ingesteld. Deze blijft actief. De meetwaarde-uit‐
gang [Normsignaaluitgang mA] wordt bevroren,
volgens de instellingen in het menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle worden alle
foutcontroles die betrekking hebben op de meet‐
waarde, weer gestart. De regelaar slaat bij een
succesvolle kalibratie de bepaalde gegevens voor
nulpunt en steilheid op.
Gebruikte buffer
Gooi de gebruikte buffer weg. Informatie hierover:
zie veiligheidsinformatieblad van de bufferoplos‐
sing.
Voor de kalibratie in één testreservoirs met bufferoplossing nodig.
Basisweergave ➨
CAL ORP
Offset
Laatste kalibratie
CAL-Setup
Kalibratiemethode
Potentiaalvereff.
Ga verder met <CAL>
Afb. 52: 1-puntskalibratie redox-sensor (CAL)
1.
Ga verder met
0.0 mV
13:26:11
11-4-2013
1-punts
Nee
A1027