12.8.1
Geleidbaarheid kalibreren, conductief, sensorparameterbepaling
12.8.2
Geleidbaarheid kalibreren, conductief, celconstante
Materiaal
Geleidbaarheids-kalibratie-oplossing, 1413 µS/cm, 250 ml.
Geleidbaarheids-kalibratie-oplossing, 1413 µS/cm, 1000 ml.
Geleidbaarheids-kalibratie-oplossing, 12,88 mS/cm, 250 ml.
Geleidbaarheids-kalibratie-oplossing, 12,88 mS/cm, 1000 ml.
AANWIJZING!
De sensor moet droog zijn
De geleidbaarheidssensor mag niet in contact
komen met vloeistof. Pas nadat de geleidbaar‐
heidssensor is aangesloten, geconfigureerd en
gekalibreerd, mag de geleidbaarheidssensor in
contact komen met vloeistof. De sensorparameters
(nulpunt) van een vochtige of natte geleidbaar‐
heidssensor kunnen niet meet zinvol worden geka‐
libreerd.
Is de geleidbaarheidssensor voor de kalibratie met
vloeistof in contact gekomen, is het mogelijk de
geleidbaarheidssensor te drogen. Een gedroogde
geleidbaarheidssensor kan weer met succes
worden gekalibreerd op de sensorparameters.
Wordt ondanks een gedroogde geleidbaarheidssensor nog steeds
[Sensor niet droog] wordt weergegeven, moet u enige tijd wachten
tot de regelaar de sensor als droog heeft herkend.
Nadat u het sensortype heeft gekozen, volgt automatisch de vraag
of de sensorparameters (nulpunt) moeten worden bepaald, hand‐
matig kunt u de vraag als volgt activeren:
Basisweergave ➨ menu ➨
[Meting kanaal X geleidbaarheid]
[Sensorparameterbepaling] ➨
1.
Kies met de pijltoetsen
[Sensorparameters automatisch bepalen] .
2.
Verder met
.
ð U ziet het display met de weergave
[Sensorparameters automatisch bepalen] .
3.
Verder met
.
ð U ziet het display met de weergave
[Sensorparameters worden automatisch bepaald] .
De sensorparameters worden automatisch overge‐
nomen.
Voorwaarde voor de kalibratie. De geleidbaarheidssensor is aan‐
gesloten. De geleidbaarheidssensor bevindt zich in een geleid‐
baarheids-kalibratie-oplossing met een bekende geleidbaarheid.
Kalibreren
[Meting] ➨
of
➨
➨
of
.
[Sensor droog] en
Bestelnummer
1027655
1027656
1027657
1027658
of
117