Functies voor het maken van een back-up van de instelgegevens van de regelaar
Configuratiebestand van de SD-kaart
laden
26
kelijke instelgegevens van de regelaar op. Sensorkalibratiegege‐
vens worden niet gekopieerd, omdat deze gegevens voor elk
meetpunt separaat moeten worden bepaald. Er moet een SD-kaart
met vrije opslagruimte in het leesapparaat van de regelaar aan‐
wezig zijn.
1.
Druk op de toets
2.
Kies met de toetsen
3.
Druk op de toets
4.
Kies met de toetsen
5.
Druk op de toets
6.
Kies met de toetsen
[De apparaatconfiguratie laden of opslaan] .
7.
Druk op de toets
8.
Kies met de toetsen
[Het apparaatconfiguratiebestand opslaan op de SD-kaart] .
9.
Druk op de toets
ð De configuratie wordt nu opgeslagen, dit duurt ca. 3
minuten.
10.
Druk daarna op de toets
11.
Nu kunt u de SD-kaart verwijderen en het bestand evt. verder
verwerken of het bestand eenvoudig op de SD-kaart laten.
De aanwezige configuratie is per ongeluk
overschreven
Bevindt zich op de SD-kaart een configuratie‐
bestand en wordt er nog een toegevoegd,
wordt het al aanwezige configuratiebestand
omgenoemd naar CONFIG.BAK . Het nieuwe
configuratiebestand heet dan CONFIG.BIN .
Wilt u de CONFIG.BAK opnieuw gebruiken,
moet u de CONFIG.BIN wissen en de
CONFIG.BAK
Daarna kunt u het configuratiebestand weer
gebruiken.
Verschillende ID-codes
Wijken de ID-codes van de bron- en doelregelaar
af van elkaar, worden alleen de instellingen over‐
genomen die beide regelaars gemeenschappelijk
hebben.
Als u via de functie
[Apparaatconfiguratiebestand kopiëren naar SD-kaart] een configu‐
ratiebestand naar een SD-kaart heeft gekopieerd, kunt u met deze
functie het apparaatconfiguratiebestand van de SD-kaart in een
DACa-regelaar laden of deze overdragen naar een andere DACa-
en
[Setup] .
.
[Geavanceerde instellingen] .
en
.
en
.
en
.
.
omnoemen naar CONFIG.BIN .