Montage en installatie
Afb. 15: De tekening is niet schaalgetrouw en is binnen deze gebruikershandleiding niet onderhevig aan revi‐
sies. De tekening dient alleen ter informatie.
34
Rondom de behuizing bevindt zich een 4 mm brede uitstekende
rand als aanslag voor het bedieningspaneel, met daarin een rond‐
omlopende groef voor het opnemen van een afdichtingssnoer. Bij
de montage in het bedieningspaneel steekt het gehele front van de
behuizing ca. 35 mm uit het bedieningspaneel. De montage
gebeurt van buitenaf in een hiervoor aangebrachte uitsparing in het
bedieningspaneel. Met het bevestigingsmateriaal wordt het appa‐
raat aan het bedieningspaneel bevestigd.
1.
Op basis van de maatvoering van de boorsjabloon de exacte
positie van het apparaat op het bedieningspaneel aftekenen.
2.
Markeer en boor de hoeken (boordiameter 12 – 13 mm).
3.
Maak met een stansgereedschap of decoupeerzaag een uit‐
sparing volgens de stanssjabloon.
4.
De snijranden ontbramen en controleer of de afdichtings‐
vlakken voor het afdichtingssnoer vlak zijn.
ð Anders is de afdichting niet gewaarborgd.
5.
Druk het afdichtingssnoer gelijkmatig in de groef rondom het
apparaat.
A1170