Download Print deze pagina

Lowenstein Medical leon plus Gebruiksaanwijzing pagina 144

Advertenties

Hoofdstuk
8
Vocht in het beademingssysteem
Low-flow en minimal-flow
Tabel 29: Voorwaarden voor de
geschiktheid voor minimal-
flow of low-flow
Bereik
Instelbare
versgas-flow
Low-flow ≤1000 l/min
Minimal-
≤500 ml/min
flow
144
Bij een langdurige narcose, als deze voornamelijk in
het minimal- en low-flow bereik toegediend wordt,
accumuleren het vocht uit de ademhalingsgassen en
het water, dat vrijkomt bij de CO
beademingssysteem.
Het overtollige vocht condenseert op de koudste
punten van het beademingssysteem. Omdat het
patiëntendeel verwarmd wordt, zijn dit de slang naar
de beademingszak en de balg. Het water in de slang
kan ook tijdens de werking worden verwijderd door
kort de slang weg te trekken en te ledigen. De balg
kan alleen worden geleegd wanneer het patiëntendeel
naar beneden is geklapt.
Door watersloten in de beademingsslangen te
plaatsen, kan een deel van het vocht geabsorbeerd
worden. Hierbij moeten de watersloten op het laagste
punt (tussen Y-stuk, patiënt en patiëntendeel) van de
beademingsslangen worden opgehangen. Gebruik zo
nodig beademingsslangen van verschillende lengtes
om dit te waarborgen.
Extreem veel vocht in het beademingssysteem kan
de gasmeting vervalsen.
Een systeem geldt als geschikt voor minimal-flow of
low-flow wanneer aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
Wanneer de som van de gasopname van de patiënt
en de leksnelheid van het beademingssysteem
groter is dan de versgas-flow, loopt het
beademingssysteem leeg. De versgas-flow moet dan
Leksnelheid
overeenkomstig worden aangepast. Via het
van het
overschotmembraan ontsnapt een overmatige
slangsysteem
versgas-flow naar het AGAS. De vultoestand van het
beademingssysteem komt overeen met de
≤300 ml/min
vultoestand van de beademingszak die als reservoir
werkt.
≤150 ml/min
Algemene informatie
-absorptie, in het
2
3.11.12 - per 12.08.2021 - leon plus
Beademing

Advertenties

loading