Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk
7
Tabel 25: Controle van de alarmfuncties
O
insp.[%] hoog
2
FiO
[%] hoog
2
Vluchtige
anesthetica [%] laag
CO
exp. [%] laag
2
CO
insp.[%] hoog
2
CO
exp. [%] hoog
2
Apneu
MV [l/min] laag
VTe [ml] laag
MV [l/min] hoog
PPeak [mbar]
leon plus- per 12.08.2021 - 3.11.12
1.
<50 %
2.
<50 %
3.
Kleinste mogelijke
1.
waarde
2.
3.
4.
VII.
VIII.
1.
2.
1.
>7,0 %
2.
3.
1.
<0,5 %
2.
<1,0 %
3.
Na het testen van de alarmgrenzen (hoog) wacht u
tot het alarm wordt geactiveerd.
1.
2.
(→ "Standaardinstellingen laden" p. 143)
3.
4.
>5 l/min
5.
6.
>1000 ml
<2 l/min
7.
8.
<20 mbar
Stel een flow van vers gas van 10 l en 100 % O
in.
Stel de alarmgrens (hoog) in.
Druk meerdere malen op de beademingszak tot
het alarm wordt getriggerd.
Stel de anestheticaverdamper in op ca. 2 %.
Stel de alarmgrens (laag) in.
Druk meerdere malen op de beademingszak tot
het alarm wordt getriggerd.
Stel de anestheticaverdamper in op 0 %.
Ga naar de stand-by.
Herstel de testopstelling voor de systeemtest.
Verwijder de patiëntenadapter van de gasmeter
met Y-stuk van de testadapter.
Plaats een beademingsfilter op de
patiëntenadapter van de gasmeter.
Stel de alarmgrens (laag) in.
Adem meerdere malen uit in het filter.
Wacht tot het alarm wordt geactiveerd.
Stel de alarmgrens (hoog) in.
Adem meerdere malen uit in het filter.
Wacht tot het alarm wordt geactiveerd.
Ga naar de stand-by.
Druk op de knop Instellingen naar de
standaard resetten.
Sluit een gebruikelijke kunstlong aan op het Y-
stuk.
Start een volumegecontroleerde beademing met
f = 5/min, V
= 500 ml.
Ti
Stel de alarmgrens (laag) in.
Wacht tot de alarmen worden geactiveerd.
Stel de alarmgrens (hoog) in.
Wacht tot de alarmen worden geactiveerd.
Inbedrijfstelling
Testen van de alarmen
2
135
Advertenties
Inhoudsopgave
