Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Viessmann VITOCROSSAL CIB Handleiding pagina 99

Condenserende gasketel
Inhoudsopgave

Advertenties

Regelingen
(vervolg)
■ Extra functies via uitbreiding EM-EA1 (toebehoren), 3 digitale
ingangen voor volgende functies:
– Externe omschakeling van het werkingsprogramma voor de ver-
warmingscircuits 1 tot 3
– Storingsmeldingsingang
– Sstoringsmeldingsuitgang
■ Extra functies via uitbreiding EM-P1 (toebehoren), aansturing van
max. 2 circulatiepompen:
– CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep
– Circulatiepomp
■ Digitale uitgang voor externe klep voor vloeibaar gas
■ 3 digitale ingangen voor extern veiligheidscircuit met generische
foutmelding
■ Geïntegreerde elektronische minimale drukcontrole aan waterzijde
(conform DIN EN 12828)
■ Multifunctionele digitale ingang met 24 V spanningstoevoer (aan-
sluiting 96):
– Externe aanvraag
– Extern blokkeren
– Warmtevraag
■ Extern blokkeren via schakelcontact (DIS)
■ Ingang voor gemotoriseerde toevoerluchttoevoer met of zonder
terugmeldingssignaal (CAI)
■ Ingang 0 tot 10 V:
Voor externe vraag door richtlijn van een gewenste ketelwatertem-
peratuur
Of
Voor vermogensinvoer
■ Uitgang 0 tot 10 V voor het uitlezen van de huidige modulatiegraad
van de warmteopwekker
■ Potentiaalvrij wisselcontact:
Als storingsmeldinguitgang
Of
Voor externe vraag (met aansluiting 66)
■ Digitale uitgang met terugmeldingssignaal voor gebouwtoevoer-
luchtklep
■ Geïntegreerde aanvoer- en retourtemperatuursensor
■ Ingang voor temperatuursensor van een gemeenschappelijke aan-
voertemperatuursensor installatie
■ Regeling ketelcircuitpomp voor elke cascadedeelnemer mogelijk
via
– AAN/UIT contact
– 0 tot 10 V-pomptoerentalingang
■ Ingang voor temperatuursensor van een gemeenschappelijke aan-
voertemperatuursensor installatie
Regelkarakteristiek en instelbereiken
Regelkarakteristiek:
■ Keteltemperatuurregeling bij werking met modulerende brander via
PI-regelaar
Instelbereiken:
■ Temperatuurregelaar voor het begrenzen van de ketelwatertempe-
ratuur: 103 °C
■ Instelling veiligheidstemperatuurbegrenzer: 110 °C
■ Instelbereik gewenste verwarmingscircuittemperatuur: 20 tot 95 °C
■ Instelbereik gewenste tapwatertemperatuur:
10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 75 °C
Voor vermindering van het opwarmvermogen kan bij lage buitentem-
peraturen de gereduceerde kamertemperatuur worden verhoogd.
Om de opwarmtijd na een verlagingperiode te verminderen, wordt
gedurende een bepaalde tijd de aanvoertemperatuur verhoogd.
Aanwijzingen bij de PlusBus-deelnemers
Op de regeling kunnen max. volgende PlusBus-deelnemers aange-
sloten worden:
■ 2 Vitotrol 200-E
■ 3 Uitbreidingen EM-EA1 (elektronische module DIO)
Condenserende gasketel
■ 3 Uitbreidingen EM-M1 (elektronische module ADIO)
■ 1 Uitbreiding EM-P1 (elektronische module ADIO)
De max. totale lengte van de PlusBus-kabel is 50 m.
Bij niet-afgeschermde kabel, 2-aderig, 0,34 mm
Als de totale stroom van de installatie de 6 A overstijgt, één of meer-
dere uitbreidingen via een netschakelaar direct aan het elektriciteits-
net aansluiten.
Vorstbeschermingsfunctie
■ Bij een lagere buitentemperatuur dan ca. +1 °C wordt de vorstbe-
schermingsfunctie ingeschakeld.
In de vorstbeschermingsfunctie wordt de CV-pomp ingeschakeld
en wordt naar gereduceerde aanvoertemperatuur geregeld.
■ Als de werkelijke temperatuur in de warmwaterboiler < 5 °C is,
wordt de warmwaterboiler tot 20 °C opgewarmd. Als de weersge-
leiding met externe verwarmingscircuitbijschakeling geconfigu-
reerd is, dan is de verwarmingscircuit-vorstbeschermingsfunctie
niet actief (indien contact niet bezet). De vorstbescherming voor
het verwarmingscircuit moet door de installateur worden verze-
kerd.
■ De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld bij een hogere
buitentemperatuur dan circa +3 °C .
Stooklijninstelling (inclinatie en niveau)
De aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit zonder meng-
klep en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met
mengklep (in combinatie met uitbreidingsset voor een verwarmings-
circuit met mengklep) worden weersafhankelijk geregeld. Hierbij
wordt de aanvoertemperatuur van de warmteopwekker automatisch
met 0 tot 40 K hoger dan de hoogste momenteel vereiste gewenste
aanvoertemperatuur geregeld (levering bij toestand 8 K).
Welke aanvoertemperatuur nodig is om een bepaalde kamertempe-
ratuur te bereiken, is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie en de
isolatie van het te verwarmen gebouw.
Met de instelling van de stooklijnen worden de ketelwatertempera-
tuur en de aanvoertemperatuur aan deze omstandigheden aange-
past.
Stooklijnen:
De aanvoertemperatuur is naar boven begrensd door de thermo-
staat en door de temperatuur die op de elektronische maximumtem-
peratuurregeling is ingesteld.
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits kan niet boven
de aanvoertemperatuur van de warmteopwekker stijgen.
Inclinatie stooklijn
90
80
70
60
50
40
30
20
20
15
10
5
0
Buitentemperatuur in °C
Verwarmingsinstallaties met open verdeler of verwarmingswa-
terbuffer
Bij een hydraulische ontkoppeling (open verdeler) of verwarmings-
waterbuffer moet een temperatuursensor in de open verdeler of ver-
warmingswaterbuffer worden gemonteerd.
2
.
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
-5
-10
-15
-20
-25
-30
VIESMANN
12
99

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave