Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Viessmann VITOCROSSAL CIB Handleiding pagina 81

Condenserende gasketel
Inhoudsopgave

Advertenties

Regelingen
(vervolg)
■ Met ketelbeschermfunctie afhankelijk van de keteluitvoering:
– Startschakeling Therm-Control
– Debietreductie van de nageschakelde verwarmingscircuits
– regeling van een bijmengpomp
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met
geregelde driewegmengklep (alleen als alternatief voor de rege-
ling van een boilerlaadsysteem met mengklepgroep)
■ Externe integratie in gebouwgeleidingstechniek via Vitogate 300
mogelijk
■ Afstandscontrole/afstandsparametrering via Vitocom 300,
type LAN3 of Vitocom 100, type LAN1 mogelijk
■ Service, inbedrijfstelling en diagnose via WiFi-interface
■ Functies via externe contacten:
– Externe omschakeling werkingsprogramma
– Extern blokkeren
– Extern Mengklep DICHT/Mengklep OPEN
– Externe aanvraag met gewenste minimumketelwatertemperatuur
– Extern omschakelen van getrapte/modulerende brander
■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren):
– Externe vraag door instelling van een gewenste ketelwatertem-
peratuur of vermogensvrijgave via 0 tot 10 V-ingang
– Aansturing van een toevoerpomp naar een substation in combi-
natie met een Vitotronic 200-H
of
signalering van de gereduceerde werking (reductie van het toe-
rental van de CV-pomp) via potentiaalvrije uitgang
– 3 digitale ingangen voor de volgende functies:
Extern blokkeren met storingsmeldingsingang
Storingsmeldingsingang
Kortstondige werking van de circulatiepomp
Externe vraag
■ Extra functies via uitbreiding AM1 (accessoires):
– aansturing van maximaal 2 circulatiepompen als de uitgang
sÖA1 aan de regeling reeds in gebruik is:
- circulatiepomp voor rookgas/water-warmtewisselaar
- circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting
CV-pomp
Circulatiepomp voor de boilerverwarming
Circulatiepomp
Er wordt voldaan aan de vereisten van EN 12831 voor de bereke-
ning van de stooklast. Voor vermindering van het opwarmvermogen
wordt bij lage buitentemperaturen de gereduceerde kamertempera-
tuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingperiode te ver-
minderen, wordt gedurende een bepaalde tijd de aanvoertempera-
tuur van de verwarmingscircuits met mengklep verhoogd.
Conform de energiewet op gebouwen (GEG) moet een ruimtelijke
regeling van de kamertemperatuur worden voorzien (zie GEG § 63).
Regelkarakteristiek
■ Keteltemperatuurregeling bij werking met trapse brander via 2-
puntsregelaar met hysterese
■ Keteltemperatuurregeling bij werking met modulerende brander via
PI-regelaar
■ Bij toepassingen, die via de uitgang 52 worden aangestuurd:
voortdurend PI-gedrag met 3-punts-uitgang
Regelaarinstelbereiken
■ Temperatuurregelaar voor het begrenzen van de ketelwatertempe-
ratuur:
95 °C, omstelbaar naar 100, 110 °C
■ Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:
110 °C, omstelbaar op 100 °C
■ Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur:
Onderste schakelpunt afhankelijk van verwarmingsketel/codeer-
stekker
Bovenste schakelpunt afhankelijk van instelling van de tempera-
tuurregelaar
■ Instelbereik van de gewenste drinkwatertemperatuur:
10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 95 °C
Condenserende gasketel
■ Instelgebied van de stooklijn:
– Inclinatie: 0,2 tot 3,5
– Niveau: −13 tot 40 K
– Maximale begrenzing van de aanvoertemperatuur van de ver-
warmingscircuits met mengklep: 10 tot 127 °C
– Minimale begrenzing van de aanvoertemperatuur van de verwar-
mingscircuits met mengklep: 1 tot 127 °C
■ Verschiltemperatuur voor de verwarmingscircuits met mengklep: 0
tot 40 K
Codeerstekker
Voor aanpassing aan de ketel meegeleverd (samen met de ketel).
Tijdprogramma
■ Dag- en weekprogramma, vakantieprogramma
■ Automatische omschakeling zomer-/wintertijd
■ Automatische functie voor tapwaterverwarming en circulatiepomp
■ Fabrieksvoorinstelling van standaard periodes voor de kamerver-
warming, de tapwateropwarming en de circulatiepomp
■ Datum en tijd moeten worden ingesteld.
■ Perioden individueel programmeerbaar, max. 4 periodes per dag
Kortste schakelinterval: 10 min
Gangreserve: 14 dagen
Instelling van de werkingsprogramma's
Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbescherming (zie vorstbe-
schermingsfunctie) van de verwarmingsinstallatie actief.
De volgende werkingsprogramma's kunnen worden ingesteld:
■ Verwarmen en warm water
■ Alleen warm water
■ Uitschakelmodus
Externe omschakeling van het werkingsprogramma is mogelijk.
Vorstbeschermingsfunctie
■ De vorstbeschermingsfunctie wordt ingeschakeld als de buiten-
temperatuur tot onder ca. +1 °C daalt, d.w.z. de CV-pompen wor-
den ingeschakeld en het ketelwater wordt op de minimumtempera-
tuur gehouden (zie hoofdstuk "Werkingsvoorwaarden met Vitotro-
nic ketelcircuitregelingen").
■ "Uitschakelwerking":
Bij een hogere buitentemperatuur dan circa +3 °C wordt de vor-
stbeschermingsfunctie uitgeschakeld, d.w.z. dat de CV-pompen en
brander worden uitgeschakeld.
■ "Verwarmen en warm water"
De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld als de buiten-
temperatuur hoger is dan ca. +3 °C. D.w.z. de CV-pompen worden
uitgeschakeld en de voor de betreffende verwarmingsketel beno-
digde minimumketelwatertemperatuur wordt in stand gehouden
(zie hoofdstuk "Werkingsvoorwaarden met Vitronic ketelcircuitre-
gelingen").
Zomerbedrijf
("Alleen warm water")
De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler moet
worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).
De voor de betreffende ketel eventueel benodigde minimumketelwa-
tertemperatuur wordt aangehouden.
Instelling van de stooklijn (inclinatie en niveau)
De Vitotronic regelt de ketelwatertemperatuur (= aanvoertempera-
tuur installatie) en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscir-
cuits met mengklep weersafhankelijk. Daarbij wordt de ketelwater-
temperatuur automatisch 0 tot 40 K hoger geregeld dan de hoogste
actueel benodigde gewenste aanvoertemperatuur (toestand bij leve-
ring 8 K).
Welke aanvoertemperatuur benodigd is om een bepaalde kamer-
temperatuur te bereiken, is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie
en de isolatie van het te verwarmen gebouw.
Met de instelling van de stooklijn worden de ketelwatertemperatuur
en de aanvoertemperatuur aan deze omstandigheden aangepast.
12
VIESMANN
81

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave