Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Viessmann VITOCROSSAL CIB Handleiding pagina 87

Condenserende gasketel
Inhoudsopgave

Advertenties

Regelingen
(vervolg)
■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren):
– Externe vraag door instelling van een gewenste ketelwatertem-
peratuur via 0 tot 10 V-ingang
– Aansturing van een toevoerpomp naar een substation
of
signalering van de gereduceerde werking (reductie van het toe-
rental van de CV-pomp) via potentiaalvrije uitgang
– 3 digitale ingangen voor de volgende functies:
Externe omschakeling van het werkingsprogramma voor de ver-
warmingscircuits 1 tot 3
Extern blokkeren met storingsmeldingsingang
Storingsmeldingsingang
Kortstondige werking van de tapwatercirculatiepomp
■ Bijkomende functies via uitbreiding AM1 (toebehoren,
bestelnr. 7452 092):
– aansturing van maximaal 2 circulatiepompen als de uitgang sÖ
aan de regeling reeds in gebruik is:
- circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting
CV-pomp
Er wordt voldaan aan de vereisten van EN 12831 voor de bereke-
ning van de stooklast. Voor vermindering van het opwarmvermogen
wordt bij lage buitentemperaturen de gereduceerde kamertempera-
tuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingperiode te ver-
minderen, wordt gedurende een bepaalde tijd de aanvoertempera-
tuur verhoogd.
Conform de energiewet op gebouwen (GEG) moet een ruimtelijke
regeling van de kamertemperatuur worden voorzien (zie GEG § 63).
Regelkarakteristiek
■ PI-gedrag met driepuntsuitgang bij werking met modulerende
branders
■ Instelbereik van de stooklijnen:
– Inclinatie: 0,2 tot 3,5
– Niveau: −13 tot 40 K
– Maximale begrenzing van de aanvoertemperatuur: 10 tot 127 °C
– Minimale begrenzing van de aanvoertemperatuur: 1 tot 127 °C
■ Verschiltemperatuur voor de verwarmingscircuits met mengklep: 0
tot 40 K
■ Instelbereik van de gewenste drinkwatertemperatuur:
10 tot 68 °C
Ketelcodeerstekker
Voor aanpassing aan de ketel meegeleverd (samen met de ketel).
Tijdsprogramma
Tijdsprogramma
■ Dag- en weekprogramma
■ Automatische omschakeling zomer-/wintertijd
■ Automatische functie voor tapwaterverwarming en tapwatercircula-
tiepomp
■ Fabrieksvoorinstelling van tijd, weekdag en standaardschakeltijden
voor de kamerverwarming, de tapwateropwarming en de tapwater-
circulatiepomp
■ Schakeltijden individueel programmeerbaar, max. 4 periodes per
dag
Kortste schakelinterval: 10 min
Gangreserve: 14 dagen
Instelling van de werkingsprogramma's
Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbescherming (zie vorstbe-
schermingsfunctie) van de verwarmingsinstallatie actief.
De volgende werkingsprogramma's kunnen worden ingesteld:
■ Verwarm. en warmwater
■ Alleen warm water
■ Uitschakelmodus
Externe omschakeling werkingsprogramma mogelijk, voor alle ver-
warmingscircuits gemeenschappelijk of afzonderlijk
Condenserende gasketel
Vorstbeschermingsfunctie
■ Bij een lagere buitentemperatuur dan ca. +1 °C wordt de vorstbe-
schermingsfunctie ingeschakeld. De verwarmingscircuitpomp
wordt ingeschakeld en het ketelwater op een lage temperatuur
gehouden (zie hoofdstuk "Gebruiksvoorwaarden met Vitotronic
ketelcircuitregelingen").
■ "Uitschakelwerking":
De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld bij een hogere
buitentemperatuur dan circa +3 °C . Verwarmingscircuitpomp en
brander worden uitgeschakeld.
■ "Verwarm. en warmwater"
De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld bij een hogere
buitentemperatuur dan circa +3 °C . De CV-pomp wordt uitgescha-
keld en de voor de betreffende verwarmingsketel benodigde mini-
mumketelwatertemperatuur wordt in stand gehouden (zie hoofd-
stuk "Werkingsvoorwaarden met Vitronic ketelcircuitregelingen").
Zomerbedrijf
("Alleen warm water")
De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler moet
worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).
De voor de betreffende ketel eventueel benodigde minimumketelwa-
tertemperatuur wordt aangehouden.
Instelling van de stooklijn (inclinatie en niveau)
De Vitotronic regelt de ketelwatertemperatuur (= aanvoertempera-
tuur installatie) en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscir-
cuits met mengklep weersafhankelijk. Daarbij wordt de ketelwater-
temperatuur automatisch 0 tot 40 K hoger geregeld dan de hoogste
actueel benodigde gewenste aanvoertemperatuur (toestand bij leve-
ring 8 K).
Welke aanvoertemperatuur benodigd is om een bepaalde kamer-
temperatuur te bereiken, is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie
en de isolatie van het te verwarmen gebouw.
Met de instelling van de stooklijn worden de ketelwatertemperatuur
en de aanvoertemperatuur aan deze omstandigheden aangepast.
De ketelwatertemperatuur wordt door de temperatuurregelaar en de
elektronische maximumbegrenzing naar boven begrensd.
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
15
10
5
0
Buitentemperatuur in °C
Technische gegevens
Nominale spanning
Nominale frequentie
Nominale stroom
Beschermingsklasse
inclinatie
1,8
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
-5 -10 -15 -20
-25
-30
230 V~
50 Hz
6 A
I
VIESMANN
12
87

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave