Planningsaanwijzingen
■ De stookplaats is in ruimtes die een opening of leiding naar buiten
hebben opgesteld.
– Minimale doorsnede van de opening bedraagt 150 cm
– Voor elke kW nominaal vermogen meer dan 50 kW moet de
opening met 2 cm
groot.
– De leidingen moeten stromingstechnisch gelijk gedimensioneerd
worden.
– De vereiste doorsnede mag over ten hoogste 2 openingen of lei-
dingen verdeeld zijn.
A
10
A = 150 cm
2
+ 2 cm
2
/kW x (Σ²
Σ²
= som van alle nominale vermogens in kW
n
■ Verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet afgesloten
of gedicht worden. Anders moet door bijzondere veiligheidsinrich-
tingen gegarandeerd worden, dat de vuurhaarden alleen gebruikt
kunnen worden als de afsluiting geopend is. De vereiste door-
snede mag niet verkleind worden door de afsluiting of het rooster.
Een voldoende grote verbrandingsluchttoevoer kan ook op een
andere manier aangetoond worden.
Opstelruimtes voor vuurhaarden
Vuurhaarden voor gasvormige en vloeibare brandstoffen met een
totaal nom. vermogen van meer dan 50 kW mogen alleen in ruimtes
met de volgende voorwaarden worden opgesteld:
■ Geen ander gebruik, met uitzondering van opstelling van warmte-
pompen, blokverwarmingscentrales en niet-verplaatsbare verbran-
dingsmotoren alsmede voor opslag van brandstoffen
■ Geen openingen naar andere ruimtes, met uitzondering van ope-
ningen voor deuren
Veiligheidsinrichting voor de stookruimte
Viessmann warmtegeneratoren zijn volgens alle veiligheidstechni-
sche richtlijnen gecontroleerd, toegelaten en veilig. Niet te voor-
ziene, uitwendige invloeden kunnen in uitzonderlijke gevallen een
uitstoot van gevaarlijke koolmonoxide (CO) veroorzaken. Daarom
raden wij het gebruik van een CO-bewaker aan. Deze kan als afzon-
derlijk toebehoren besteld worden.
10.2 Dimensionering van de installatie
Vermogensgrenzen in voorschriften
In vele voorschriften zijn de benodigde instellingen afhankelijk van
het nominale vermogen van de verwarmingsketel. Doorslaggevend
is hierbij het vermogen bij T
De vermogensgegevens in deze ontwerphandleiding zijn echter
gebaseerd op het inmiddels bij condensatieketels gebruikelijke
gegeven bij T
/T
50/30 °C (nominaal warmtevermogen bij conden-
V
R
satie).
VIESMANN
24
(vervolg)
2
wordt de vereiste openingsdoorsnede ver-
– 50 kW)
n
/T
80/60 °C.
V
R
■ Deuren dicht- en zelfsluitend
■ Ventilatiemogelijkheid
Brander en brandstofpompinrichtingen van de stookplaatsen moeten
2
door een buiten de stookruimte geplaatste schakelaar (noodschake-
laar) te allen tijde uitgeschakeld kunnen worden. Naast de nood-
schakelaar moet een bordje met het opschrift "NOODSCHAKE-
LAAR-VERWARMING" hangen.
Afwijkend van de eisen aan de stookruimte mogen de vuurhaarden
onder een van de volgende voorwaarden ook in andere ruimtes
opgesteld worden:
■ Het gebruik van deze ruimtes vereist dit. De stookplaatsen kunnen
veilig worden bediend.
■ Deze ruimtes liggen in vrijstaande gebouwen die alleen voor de
werking van een stookplaats alsmede opslag van brandstoffen die-
nen.
Overige eisen aan de opstelling van vuurhaarden
Brandstofleidingen moeten onmiddellijk voor gasstookplaatsen die
zich in de ruimte bevinden met een voorziening uitgerust zijn die aan
de volgende voorwaarden voldoet:
■ Bij een uitwendige thermische belasting van meer dan 100 °C
wordt de verdere brandstoftoevoer zelfstandig geblokkeerd.
■ Ze is zo uitgevoerd dat tot een temperatuur van 650 °C gedurende
een periode van min. 30 minuten niet meer dan 30 l/h (gemeten
als luchtdebiet) door- of uitstromen kunnen.
Vuurhaarden voor vloeibaar gas (propaan, butaan en mengsels)
mogen in ruimtes waarvan de grond overal meer dan 1m onder het
maaiveld ligt, alleen onder de volgende voorwaarden opgesteld wor-
den:
■ De vuurhaarden hebben een vlambewaker.
■ Er is gegarandeerd dat ook bij uitgeschakelde stookinstallatie
geen vloeibaar gas uit de brandstofleidingen in de opstelruimte in
gevaarlijke hoeveelheden kan uittreden of dat het dan via een
mechanische ventilatie veilig wordt afgevoerd.
Stookplaatsen moeten zover van brandbare materialen en inbouw-
meubels verwijderd of afgeschermd zijn, dat hier bij een nominaal
vermogen van de stookplaatsen geen hogere temperaturen dan
85 °C kunnen optreden. Anders moet een afstand van minstens
40 cm worden aangehouden.
De overeenkomstige vermogens bij beide temperatuuraanvoer/-
retour vindt u in de tabel op 25 pagina.
Condenserende gasketel