Samenvatting van Inhoud voor Viessmann VITOCROSSAL CIB
Pagina 1
VIESMANN Condenserende gasketel 80 tot 1400 kW Planningshandleiding VITOCROSSAL Type CIB VITOCROSSAL 300 Type CI3 VITOCROSSAL 200 Type CM2C VITOCROSSAL 200 Type CM2 VITOCROSSAL 300 Type CT3U VITOCROSSAL 300 Type CT3B VITOCROSSAL 200 Type CRU VITOCROSSAL 300 Type CR3B 5818449 BE 3/2024...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Vitocrossal, type CIB, 75 tot 318 1. 1 Productbeschrijving ....................1. 2 Werkingsvoorwaarden ....................Vitocrossal 300, type CI3, 81 tot 2. 1 Productbeschrijving ....................639 kW ■ Werkingsvoorwaarden ..................Vitocrossal 200, type CM2, 400 tot 3. 1 Productbeschrijving ....................620 kW 3.
Pagina 3
Inhoudsopgave (vervolg) ■ Verwarmingsinstallaties met reglementaire bedrijfstemperaturen tot 100 ºC (VDI 2035) ......................30 ■ Voorkomen van schade door corrosie aan waterzijde .......... 10. 9 Vorstbescherming ..................... ■ Gebruik van antivriesmiddel in verwarmingsketels ..........10.10 Condenswater en neutralisering ................■ Planningsaanwijzingen voor de condenswaterafvoer ........... ■...
Pagina 4
Inhoudsopgave (vervolg) 12. 6 Regelingscomponenten in toestand bij levering ............■ Toewijzing aan de regelingstypes ................. ■ Keteltemperatuursensor ..................73 ■ Keteltemperatuursensor in combinatie met Vitocrossal type CRU en type CM2 . ■ Boilertemperatuursensor ..................73 ■ Buitentemperatuursensor ..................74 12.
Pagina 5
Inhoudsopgave (vervolg) ■ Hulprelais ......................112 ■ Contrastekker fA en lÖ ..................112 13. 8 Tapwateropwarming met zonne-energie en verwarmingsondersteuning ....113 ■ Zonneregelingsmodule, type SM1 ................ 113 13. 9 Functieuitbreidingen ....................114 ■ Pompmodule PM1 ....................114 ■ Uitbreiding AM1 ....................114 ■...
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Onderste ketelwatertemperatuur Geen 4. Minimale ketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 10 °C – door Viessmann-regeling gegarandeerd 5. 2-trapse branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk 8.
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Onderste ketelwatertemperatuur Geen 4. Minimale ketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 5 °C – door Viessmann-regeling gegarandeerd 5. 2-trapse branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk.
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Minimumketelwatertemperatuur Geen 4. Minimumketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 10 °C – door Viessmann regeling gegarandeerd 5. Tweetrapse branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk 8. Weekendverlaging Geen –...
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Minimumketelwatertemperatuur Geen 4. Minimumketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 10 °C – door Viessmann regeling gegarandeerd 5. Tweetraps branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk 8. Weekendverlaging Geen –...
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Minimumketelwatertemperatuur Geen 4. Minimumketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 10 °C – door Viessmann regeling gegarandeerd 5. Tweetraps branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk 8. Weekendverlaging Geen –...
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Minimumketelwatertemperatuur Geen 4. Minimumketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 10 °C – door Viessmann regeling gegarandeerd 5. Tweetraps branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk 8. Weekendverlaging Geen –...
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Minimumketelwatertemperatuur Geen 4. Minimumketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 10 °C – door Viessmann regeling gegarandeerd 5. Tweetraps branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk 8. Weekendverlaging Geen –...
1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) Geen 3. Minimumketelwatertemperatuur Geen 4. Minimumketelwatertemperatuur bij vorstbescherming 10 °C – door Viessmann regeling gegarandeerd 5. Tweetraps branderwerking Geen 6. Modulerende branderwerking Geen 7. Gereduceerde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk 8. Weekendverlaging Geen –...
Installatietoebehoren 9.1 Toebehoren voor verwarmingscircuits Divicon verwarmingscircuitverdeling Voor verwarmingsketels tot 318 kW Technische informatie Opbouw en werking ■ Op de aanvoerverdeler en de retourverzamelaar kunnen 1 tot 4 verwarmingscircuits aangesloten worden. ■ Vrije aansluitingen worden met blinde flenzen (leveringsomvang) afgesloten. ■...
Pagina 15
Installatietoebehoren (vervolg) Aansluitingen voor verwarmingsketel en voor een extra verbrui- C Kogelkraan ker (bijv. warmwaterboiler) D Terugslagklep E Circulatiepomp F Driewegmengklep Verwarmingscircuitaansluiting DN 40 en DN 50 (weergegeven met mengklep) Afmeting DN 80 DN 65 Voor een extra verbruiker: 2 buisnippels G 1½ (buitendraad) aan de achterkant van de aanvoerverdeler en de retourverzamelaar Verwarmingscircuitaansluitingen Verwarmingscircuitaansluiting DN 25 en DN 32 (weergegeven met...
Pagina 16
Installatietoebehoren (vervolg) CV-pompen firma Wilo, verschildrukgeregeld Omstelbaar van proportionele druk naar constante druk Motorbescherming Geïntegreerde volledige motorbescherming in klembehuizing voor alle verschildrukinstellingen. Belastbaarheid van de contacten voor de groepsalarmmelding 1 A, 250 V~. 230 V~, 50 Hz Verwarmingscircuitaanslui- DN 25 DN 32 DN 40 DN 50...
Pagina 18
Installatietoebehoren (vervolg) Restopvoerhoogte Restopvoerhoogte van de verwarmingscircuits Debietweerstand van de mengklep Van de pompopvoerhoogte moet de debietweerstand van de meng- klep en van het ketelcircuit (verwarmingsketel, buisaansluitingen, aanvoerverdeler en retourverzamelaar) afgetrokken worden. In het ketelcircuit moet rekening worden gehouden met de totale waterhoeveelheid van alle verwarmingscircuits.
Installatietoebehoren (vervolg) De hydraulische systeembuizen zijn ook zonder motorisch gestuurde Nom. vermogen in kW smoorkleppen leverbaar. De motorisch gestuurde smoorkleppen zijn Afzonderlijke ketel Dubbele ketel Nominale diameter ook afzonderlijk leverbaar. DN 50/80 DN 50/80 DN 65/100 DN 65/100 DN 65/100 DN 65/100 Tot 1278 kW met Vitocrossal 300, type CI3 Hydraulisch systeembuizenet als toebehoren apart bestellen.
Installatietoebehoren (vervolg) Tot 622 kW met Vitocrossal, type CM2C Nom. vermogen in kW Nominale 2 3 1 2 diameter ting Afzonderlijke Installatie met ketel twee ketels DN 50/65 1346 DN 65/80 1465 1 Aanvoer- en retourverzamelaar 2 Motorisch gestuurde smoorkleppen 3 Contraflens met dichtingen Tot 1240 kW met Vitocrossal, type CM2 Maat a bij 400 en 500 kW: 100 mm (ketelafstand met aangebouwde...
Installatietoebehoren (vervolg) Tot 1260 kW met Vitocrossal, type CT3U en type CT3B C Terugloopreservoir D Motorisch gestuurde smoorkleppen E Ketelretouraansluiting 2 Maat a: 1550 mm Nom. vermogen in kW Nominale breedte (diameter) Afzonderlijke ketel Installatie met twee ketels 1000 DN 100/125 1260 Aanwijzing Bij gebruik van de hydraulische systeembuizen bestelnr.
7968548 Voor verwarmingsketel met 200 tot 7968549 320 kW Overige accessoires In de actuele Viessmann prijslijst 3 zijn alle leverbare toebehoren opgelijst. Planningsaanwijzingen 10.1 Levering, naar binnen brengen en opstelling Aanlevering Wij leveren met kraanwagens tot de bouwplaats, inclusief lossen naast de vrachtwagen zonder bijzondere moeilijkheden.
■ Geen openingen naar andere ruimtes, met uitzondering van ope- ningen voor deuren Veiligheidsinrichting voor de stookruimte Viessmann warmtegeneratoren zijn volgens alle veiligheidstechni- sche richtlijnen gecontroleerd, toegelaten en veilig. Niet te voor- ziene, uitwendige invloeden kunnen in uitzonderlijke gevallen een uitstoot van gevaarlijke koolmonoxide (CO) veroorzaken.
Tot 5000 Tot 10000 1600 Beveiligingstemperaturen Viessmann verwarmingsketels komen overeen met EN 303 en zijn getest volgens bouwtype. Ze zijn in gesloten verwarmingsinstallaties volgens EN 12828 te gebruiken. Toeg. aanvoertemperaturen (= beveiligingstemperaturen): tot 110 °C.Max. bereikbare aanvoertem- peratuur: ca. 15 K onder beveiligingstemperatuur...
Geprefabriceerde verwarmingscircuitverdeling voor de aansluiting van maximaal 4 verwarmingscircuits (in installaties met 1 ketel) aan Vitocrossal 200 en Vitocrossal 300 tot 318 kW. De buisaansluitingen aan de Divicon moeten door de installateur worden voorzien. Zie vanaf pagina 14. Toepassingsvoorbeelden Zie www.viessmann-schemes.com VIESMANN Condenserende gasketel...
De verwarmingsketels moeten volgens EN 12828 voor warmwater- Zie bijgevoegd blad Veiligheidstechnische uitrusting nr. 4801911 op verwarmingsinstallaties op een veiligheidstemperatuur van max. www.viessmann-schemes.com 110 °C ingesteld en overeenkomstig de typegoedkeuring met een gekeurde veiligheidsklep uitgerust worden. Deze moet conform Laagwaterniveaubeveiliging...
10.5 Brandstoffen Vitocrossal-verwarmingsketels zijn voor de verbranding van aard- gas, stadsgas en vloeibaar gas volgens EN 437 ”Testgassen, test- drukken” en volgens de plaatselijke bepalingen geschikt. Brandstof geschiktheid van de Viessmann Matrix-brander Vitocrossal CM2C CT3U Nominaal warmtevermogen tot 318...
500 °C. Montage van de brander De keteldeur is bij verwarmingsketels met Viessmann brander in de Als branders moeten worden gebruikt waarvan de vlambekerdiame- levering inbegrepen. ter groter is dan de vlambekeropening, is overleg nodig. Zie gege- vensblad voor meer informatie.
De achteraf gevulde hoeveelheid en de eigenschappen Viessmann warmteopwekkers niet volledig worden gedeminerali- van het bijvulwater moeten conform VDI 2035 steeds in het instal- seerd.
Pagina 31
Planningsaanwijzingen (vervolg) Toegestane totale hardheid van het vul- en bijvulwater conform VDI 2035 Totaal stookvermogen Specifieke waterinhoud van de Specifiek installatievolume warmtegenerator warmteopwekker ≤ 20 l/kW > 20 tot ≤ 40 l/kW > 40 l/kW ≤ 50 kW ≥ 0,3 l/kW Geen ≤...
Voor hierdoor optre- dende schade en volgschade neemt Viessmann geen verantwoor- ding. Gebruik van antivriesmiddel in verwarmingsketels Viessmann verwarmingsketels zijn voor water als warmtedrager ■...
Mengverhouding tyfocor/water 40/60 met Viessmann verwarmingsketels worden gebruikt. Viessmann verleent geen garantie voor schade en bedrijfsstoringen, Berekening: die op basis van ongeschikte of fout gedoseerde middelen, alsook 2000 kW kg K•3600s ²...
Planningsaanwijzingen (vervolg) ■ Granulaat-neutraliseringsinstallatie met optioneel condensaat- Technische gegevens bij de neutraliseringsinstallaties en accessoi- pompsysteem en een maximaal neutraliseringsvermogen van res, zie prijslijst. 70 l/h ■ Granulaat-neutraliseringsinstallatie met optioneel condensaat- pompsysteem en een maximaal neutraliseringsvermogen van 210 l/h 10.11 Reglementair gebruik Het toestel mag reglementair enkel in gesloten verwarmingssyste- Het reglementaire gebruik bepaalt dat een vaste installatie in combi- men conform DIN EN 12828 rekening houdende met de bijbeho-...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Bij type C kan elk goedgekeurd rookgassysteem worden gebruikt. Vitocrossal condensatieketels mogen alleen op vochtongevoelige schoorstenen worden aangesloten. De schoorsteenfabrikant zorgt voor het rekenkundig bewijs volgens EN 13384 , rekening houdend Rookgastemperatuursensor met de rookgaswaarden van de verwarmingsketel (zie technische Volgens de ”richtlijn voor de toelating van rookgasinstallaties”, punt gegevens in het betreffende technisch blad).
Pagina 36
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) CE-label voor de PPs-rookgassystemen voor rookgasbuizen tot DN 250 VIESMANN Condenserende gasketel...
Pagina 37
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) VIESMANN Condenserende gasketel...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) 11.2 Inbouwmogelijkheden van de rookgasinstallatie Gesloten werking Doorvoer door een schacht (bouwtype C conform EN 1749) De warmtegenerator onttrekt de verbrandingslucht via de ringspleet in de schacht (schoorsteen) aan de buitenlucht en voert het rookgas door de rookgasleiding naar de buitenlucht via het dak af. Gedetailleerde beschrijving, zie pagina 44.
Pagina 39
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Gescheiden luchttoevoer- en luchtafvoergeleiding (bouwtype C conform EN 1749) 1 De warmtegenerator onttrekt via een aparte luchttoevoerleiding, door de buitenwand, de verbrandingslucht via de ringspleet in de schacht (schoorsteen) aan de buitenlucht en voert het rook- gas door de rookgasleiding naar de buitenlucht via het dak af. Gedetailleerde beschrijving, zie pagina 41.
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Open werking Doorvoer door een schacht (bouwtype B conform EN 1749) De warmtegenerator 1 onttrekt de verbrandingslucht aan de stoo- kruimte en voert het rookgas door de rookgasleiding via het dak af (gelijkstroom). Gedetailleerde beschrijving, zie vanaf pagina 47. Aansluiting op een vochtongevoelige schoorsteen (vochtonge- voelige schoorsteen, type B volgens EN 1749)
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Gescheiden of parallelle luchttoevoer- en rookgasgeleiding Voor doorvoer door in de lengte geventileerde schachten of Buisbochtstuk kanalen die aan de eisen aan huisschoorstenen volgens 87° (1 stuks) DIN V 18160-1 of een brandvertragingsperiode van 90 min (L90) 45° (2 stuk) voldoen.
Pagina 42
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Max. totale lengte van de rookgas- en toevoerluchtleiding tot ketelaansluitstuk Verbrandingsluchtaanzuiging via verticaal geleide buizen Nom. vermogen in kW Systeemformaat Max. leiding- lengte in m Rookgas- Luchttoe- Rook Toe- systeem voersys- voer- teem lucht Vitocrossal, type CIB installatie met één ketel Tot 80 DN 125 DN 160...
Pagina 43
■ Lengte van het verbindingsstuk (toevoerluchtleiding): 2,5 m en 2 Vitocrossal, type CIB installatie met dubbele ketel bochtstukken 87° Systeem- formaat Aanwijzing verzame- Bij Vitocrossal met Viessmann Matrix-brander staat een druk voor laar het rookgas-/luchttoevoersysteem ter beschikking. Zie volgende DN 200 DN 200 DN 200 tabellen.
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Vitocrossal, type CM3C/CM2C Nominaal warmtevermogen Verwarmingswatertempe- 29-87 38-115 47-142 37-186 62-246 62-311 ratuur 26-80 35-105 43-130 34-170 56-225 57-285 50/30 °C 80/60 °C Druk mbar Vitocrossal Vitocrossal, type CT3U Nominaal warmtevermogen Verwarmingswatertempe- 133-800 167-1000 135-630 ratuur 121-727 152-909 123-575 50/30 °C 80/60 °C...
Pagina 45
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Inspectiebocht 87° (1 stuk) Reduceerdeel Max. totale lengte van de rookgasleiding tot ketelaansluitstuk Verbrandingsluchtaanzuiging via ringspleet (hoekig) Nom. vermogen in kW Systeem- Min. bin- Max. hoog- formaat nenmaat te van de rookgas- koker in rookgaslei- systeem ding in m Vitocrossal, type CIB installatie met één ketel DN 125 250 x 250...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Verbrandingsluchtaanzuiging via ringspleet (rond) De gegevens gelden bij de volgende veronderstellingen: ■ Lengte van het verbindingsstuk: 2 m en 3 bochtstukken 87° incl. Nom. vermogen in Systeemformaat Min. dia- Max. steunbochtstuk Rook- Lucht- meter hoogte ■ diameter van de rookgasleiding is gelijk aan het systeemformaat gassys- toevoer- koker in...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Luchttoevoersysteem: voor het aparte luchttoevoersysteem moe- Buis ten de onderdelen van de systeemformaten voor rookgasbuizen – 1,95/2 lang (2 stuks = 3,9/4 m lang) gebruikt worden. – 1,95/2 lang (1 stuks) – 1 m lang (1 stuk) – 0,5 m lang (1 stuk) Toezichtstuk recht (1 stuk) Concentrische dakdoorvoer...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Rookgasgeleiding door in de lengte verluchte schachten Voor doorvoer door in de lengte geventileerde schachten of Buisbochtstuk kanalen die aan de eisen aan huisschoorstenen volgens 87° (1 stuks) DIN V 18160-1 of een brandvertragingsperiode van 90 min (F90/ 45°...
Pagina 49
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Bepaling van de max. buislengten en buisdiameter van het PPs- Vitocrossal 200 en Vitocrossal 300 voor open werking rookgassysteem en rookgassysteem met roestvast staal (Vito- Nom. vermogen in kW Systeemformaat Max. hoogte van set-prijslijst) bij gebruik van MatriX-stralingsbranders de rookgasleiding in m Vitocrossal 200 en Vitocrossal 300 voor open werking...
Pagina 50
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Bepaling van max. buislengtes, buisdiameters en totale druk van het rookgassysteem bij gebruik van branders van derden Vitocrossal 300 met 187 tot 635 kW Totaal benodigde druk voor de branderkeuze in Pa (verwarmingsketel en rookgasleiding) Systeemformaat DN 160 1 Gemeten ter hoogte van de rookgasaansluiting aan de verwar- mingsketel tot de bovenkant van het rookgassysteem Totaal benodigde druk voor de branderkeuze in Pa...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Totaal benodigde druk voor de branderkeuze in Pa (verwarmingsketel en rookgasleiding) Systeemformaat DN 250 1 Gemeten ter hoogte van de rookgasaansluiting aan de verwar- mingsketel tot de bovenkant van het rookgassysteem Voorbeeld: ■ Bij een hoogte van de rookgasleiding van 16 m volgt uit het snij- Veronderstellingen: punt met de vermogens/diameter-karakteristiek een benodigde ■...
Pagina 52
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Buis – 2 m lang (2 stuks = 4 m lang) – 2 m lang (1 stuk) – 1 m lang (1 stuk) – 0,5 m lang (1 stuk) Toezichtstuk recht (1 stuk) Coaxiale dakdoorvoer Lengte 1,2 m (onder het dak 0,2 m en 1 m boven het dak) Kleur zwart of kleur dakpanrood Aanwijzing...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) 11.5 Wisselstukken bij het rookgassysteem van kunststof Rookgassysteem met systeemformaat DN 300 zie Vitoset prijslijst. Systeemformaten ≥ DN 350 door de installateur te voorzien Basiselement schacht (bestaande uit) steunbochtstuk Ø a Systeemformaat 125, 160 en 200 A Systeemformaat 125, 160, 200 of 250 Systeemformaat Maat [mm] 7 mm...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Schachtafdekking Afstandhouder (3 stuks) Bevestigingsmateriaal voor de bevestiging van de schachtafdekking aan de afdekplaat is in de leveringsomvang inbegrepen. Ø a Ø b Systeemformaat 125, 160 en 200 □ Systeemformaat 125, 160 en 200 Systeemfor- Maat [mm] maat 7 mm Ø...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Enkelvoudig toezichtstuk (recht) Systeemfor- Maat [mm] maat Ø mm Enkelvoudig bochtstuk (87º) Systeem- Maat [mm] formaat Ø mm Ø a Enkelvoudig bochtstuk (45º) Leveringseenheid 2 stuks Systeemfor- Maat [mm] maat Ø mm Enkelvoudig bochtstuk (30º) Ø c A Systeemformaat 125, 160 Ø...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Enkelvoudig bochtstuk (15º) Ø c A Systeemformaat 125, 160 Ø 200 Systeem- Maat [mm] formaat 7 mm A Systeemformaat 200 Ventilatieplaat Systeemformaat Maat [mm] 7 mm Ø d A Afstandhouder Revisiebochtstuk (87°) Systeemformaat Maat [mm] 7 mm A Systeemformaat 125, 160 of 200 VIESMANN Condenserende gasketel...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Ketelaansluitstuk (moet worden meebesteld) Ketelaan- Maat [mm] sluitstuk 7 mm 125/125 — 160/160 — 200/160 200/200 — 250/200 250/250 A Meetopening B Aansluitmogelijkheid voor rookgasveiligheidstemperatuurbe- grenzer Reduceerdeel Reduceerdeel Maat [mm] 7 mm 125/100 160/125 200/160 250/200 Uitbreidingsstuk Uitbreidingsstuk Maat [mm] 7 mm 125/160...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) 11.6 Aansluiting met rookgasleiding van kunststof (PPs) op een vochtongevoelige schoorsteen (vochtongevoelige schoorsteen, onderdrukwerking) Steekadapter firma Schiedel of Plewa-adapter VIESMANN A Adapter D Vochtongevoelige schoorsteen B Rookgas E Toezichtopening C Achterventilatie Aan vochtongevoelige schoorstenen mogen condensatieketels Vito- Adressen: crossal aangesloten worden, als door de schoorsteenfabrikant het Plewa-Werke GmbH Schiedel GmbH &...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) 11.7 Rookgascollector van roestvast staal voor een installatie met twee ketels Rookgas- collector Rookgascollector van roestvast staal voor duo-ketel, Vitocrossal, type CIB 2 ketels op een gemeenschappelijke rookgasinstallatie Afzonderlijke rookgasinstallaties Bij installaties met meerdere ketels kunnen telkens 2 ketels op een Bij een afzonderlijke rookgasinstallatie voor elke ketel is geen rook- gemeenschappelijke rookgasleiding aangesloten worden.
Pagina 60
Zo wordt een condenswaterverzameling naar set uit de accessoires meebesteld worden. de rookgasklep verhinderd. ■ De Viessmann-rookgascollector voor installaties met twee ketels omvat de rookgaskleppen en drukbewakerset. Maattabel Verwarmingsketel 240 tot 320...
Zo wordt een condenswaterverzameling naar set uit de accessoires meebesteld worden. de rookgasklep verhinderd. ■ De Viessmann-rookgascollector voor installaties met twee ketels omvat de rookgaskleppen en drukbewakerset. VIESMANN Condenserende gasketel...
Pagina 62
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Maattabel Ketel 480 kW 560 en 640 Nom. diameter 270 tot 510 – Zonder toebehoren”hydraulische systeembuizen” 750 tot 930 – Met toebehoren ”hydraulische systeembuizen” 1385 tot 1530 Lengte rookgasleiding voor max. druk volgens tabellen op pagina 43 Nominaal warmtevermogen Rookgasleidingslengte max.
H Rookgassysteem Aanwijzing Nom. dia- ■ Als een rookgascollector gebruikt wordt, moet de rookgasklep uit meter het toebehoren meebesteld worden. ■ In de Viessmann rookgascollectoren voor installaties met twee f max. 1130 1220 1220 ketels is de rookgasklep inbegrepen. Keuzetabel voor maximale druk 70 Pa...
Rookgas-toevoerluchtsystemen (vervolg) Afstandsmaten Aanbevolen afstanden 174 tot 284 kW 372 tot 622 kW Bij het opstellen de afstandsmaten voor het toebehoren in acht Zonder accessoi- nemen, zie tabel. Met toebehoren hy- draulische sys- 500 (50) teembuizen voor een installatie met twee ketels Met toebehoren 850 tot 1130...
Pagina 65
■ Als een rookgascollector gebruikt wordt, moet de rookgasklep uit leiding te hebben. het toebehoren meebesteld worden. ■ In de Viessmann rookgascollectoren voor installaties met twee Aanwijzing ketels is de rookgasklep inbegrepen. Ketelaansluiting bij de montage van de rookgascollector met steune-...
■ Als een rookgascollector gebruikt wordt, moet de rookgasklep uit Nominaal vermogen Diameter van de actieve verticale rook- het toebehoren meebesteld worden. (kW) gasleiding tot 30 m (in mm) ■ In de Viessmann rookgascollectoren voor installaties met twee 2x400 7 300 ketels is de rookgasklep inbegrepen. 2x500 7 350...
Als de verwarmingsketels dicht bij elkaar staan, moet de bekleding voor de opstelling worden gemonteerd. Regelingen 12.1 Overzicht ketelcircuitregelingen en schakelkasten Bij de leveringsomvang van de Viessmann verwarmingsketels hoort Aanwijzing cascadeschakeling met blokverwarmingskrachtcen- een op de verwarmingsketel afgestemde ketelcircuitregeling. De trale of andere warmtegeneratoren...
Regelingen (vervolg) Toewijzing regelingen aan de verwarmingsketels Vitotronic 300-K One Base Type GC7B CC1E CC1I GW7B CO1E CO1I CM1E CM1I MW1B Verwarmingsketel Vitocrossal, type CIB Vitocrossal, type CI3 Vitocrossal, type CM2C Vitocrossal, type CM2 Vitocrossal, type CT3U Vitocrossal, type CT3B Vitocrossal, type CRU Vitocrossal, type CR3B 12.2 Regelingen voor installaties met een ketel...
Regelingen (vervolg) Vitotronic 100, type CC1I ■ Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk ■ Met energiecockpit, geïntegreerd diagnosesysteem en andere functies ■ Communicatie mogelijk via LON-BUS (communicatiemodule LON is toebehoren) ■ Voor weersafhankelijke werking in combinatie met schakelkast Vitocontrol en ingebouwde verwarmingscircuitregeling Vitotronic 200-H.
Regelingen (vervolg) Vitotronic 200, type CO1I ■ Kleur-touchdisplay voor weergave van volle tekst en grafieken ■ Met boilertemperatuurregeling ■ Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk ■ Met energiecockpit, geïntegreerd diagnosesysteem en andere functies ■ Communicatie mogelijk via LON-BUS (communicatiemodule LON is toebehoren) ■...
Regelingen (vervolg) Vitotronic 300, type CM1I en Vitotronic 100, type CC1I ■ Met energiecockpit, geïntegreerd diagnosesysteem en andere functies ■ Kleur-touchdisplay voor weergave van volle tekst en grafieken ■ Communicerend via LON ■ Externe integratie in gebouwgeleidingstechniek via Vitogate 300 mogelijk ■...
– Voor modulerende brander ■ Voor elke verwarmingsketel in de installatie met dubbele ketel met – Met boilertemperatuurregeling Viessmann cascaderegeling Vitotronic 300-K ■ Met geïntegreerd diagnosesysteem en andere functies ■ Voor modulerende brander ■ Met bedieningseenheid en display voor weergave van volle tekst ■...
Technische gegevens Kagellengte 3,7 m, stekkerklaar Beschermingstype IP 32 conform EN 60529, te waarbor- gen door opbouw/inbouw. Sensortype Viessmann NTC 10 kΩ bij 25 °C Toegestane omgevings- temperatuur – Bediening 0 tot +130°C – Opslag en transport −20 tot +70 °C...
■ 2 tot 2,5 m boven de grond, bij gebouwen met verschillende ver- door opbouw/inbouw. diepingen in de bovenste helft van de 2e verdieping Sensortype Viessmann NTC NTC 10 kΩ bij 25 °C Toegestane omgevings- Aansluiting temperatuur bij werking, ■ 2-aderige kabel, kabellengte max. 35 m bij een kabeldoorsnede opslag en transport −40 tot +70 °C...
Pagina 75
Regelingen (vervolg) ■ Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk Installaties met meerdere ketels met regeling van een andere fabri- ■ Testmodus schoorsteenveger kant: ■ Met ketelbeschermfunctie afhankelijk van ketel-/installatieuitvoe- ■ Functies via externe contacten: ring: – ketelvrijgave/smoorklepsturing – Startschakeling Therm-Control – externe vraag eerste brandertrap –...
Regelingen (vervolg) Technische gegevens Stekker Componenten Nom. belastbaar- heid Nominale spanning 230 V~ Een van de volgende circulatie- Nominale frequentie 50 Hz pompen: Nominale stroom 12 A~ – Circulatiepomp voor de boilerver- warming Opgenomen vermogen 16 W 4(2) A, 230 V~ –...
Pagina 77
Regelingen (vervolg) ■ Weergaven: ■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren): – Ketelwatertemperatuur – Externe vraag door instelling van een gewenste ketelwatertem- – Tapwatertemperatuur (alleen in installaties met één ketel) peratuur of vermogensvrijgave via 0 tot 10 V-ingang – Werkingsgegevens –...
Regelingen (vervolg) Zomerwerking (alleen in installaties met één ketel) Nominale belastbaarheid van de relaisuitgangen (”Alleen warm water”) Stekker Componenten Nom. belastbaar- De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler moet heid worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling). sÖA1 primaire boilerlaadpomp voor boi- 4(2) A, 230 V~ lerlaadsysteem Technische gegevens...
Regelingen (vervolg) ■ De rookgastemperatuur-dubbele sensor is ingebouwd en op de Regelkarakteristiek gasbranderautomaat geschakeld. De rookgastemperatuur-dubbele ■ PI-gedrag met driepuntsuitgang bij modulerende branders, indien sensor controleert de temperatuur. Hij schakelt de verwarmingske- aanwezig tel bij overschrijden van de temperatuur uit en geeft een foutmel- ■...
Regelingen (vervolg) 12.10 Vitotronic 200, type CO1E Technische informatie Opbouw ■ Weergaven: De regeling bestaat uit een basistoestel, elektronische modules en – Ketelwatertemperatuur een bedieningsdeel. – Tapwatertemperatuur – Werkingsgegevens Basisapparaat: – Diagnosegegevens ■ Netschakelaar – Energiecockpit ■ TÜV-toets – Onderhouds- en storingsmeldingen ■...
Pagina 81
Regelingen (vervolg) ■ Met ketelbeschermfunctie afhankelijk van de keteluitvoering: ■ Instelgebied van de stooklijn: – Startschakeling Therm-Control – Inclinatie: 0,2 tot 3,5 – Debietreductie van de nageschakelde verwarmingscircuits – Niveau: −13 tot 40 K – regeling van een bijmengpomp – Maximale begrenzing van de aanvoertemperatuur van de ver- –...
Regelingen (vervolg) De ketelwatertemperatuur wordt door de temperatuurregelaar en de Stekker Componenten Nom. belastbaar- elektronische maximumbegrenzing naar boven begrensd. heid sÖ CV-pomp 4(2) A, 230 V~ M2/M3 inclinatie Een van de volgende circulatie- pompen: – Circulatiepomp voor de boilerver- warming 4(2) A, 230 V~ –...
Regelingen (vervolg) Verwarmingsinstallatie met verwarmingscircuit met mengklep Communicatiemodule LON Voor de communicatie met andere regelingen en met Vitogate of Benodigd toebehoren: Vitocom, is de communicatiemodule LON vereist toebehoren. ■ Uitbreiding voor het 2e en 3e verwarmingscircuit ■ Uitbreidingsset mengklep voor elk verwarmingscircuit met meng- klep 12.11 Vitotronic 200, type CO1I Technische informatie...
Pagina 84
Regelingen (vervolg) ■ Programma estrikdroging voor de verwarmingscircuits met meng- ■ Instelgebied van de stooklijn: klep – Inclinatie: 0,2 tot 3,5 ■ Externe integratie in gebouwgeleidingstechniek via Vitogate 300 – Niveau: −13 tot 40 K mogelijk – Maximale begrenzing van de aanvoertemperatuur van de ver- ■...
Regelingen (vervolg) Stekker Componenten Nom. belastbaar- inclinatie heid sÖ CV-pomp 4(2) A, 230 V~ M2/M3 Een van de volgende circulatie- pompen: – Circulatiepomp voor de boilerver- warming 4(2) A, 230 V~ – Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem Circulatiepomp 4(2) A, 230 V~ Een van de volgende circulatie- pompen: –...
Regelingen (vervolg) Verwarmingsinstallatie met verwarmingscircuit met mengklep Communicatiemodule LON Voor de communicatie met andere regelingen en met Vitogate of Benodigd toebehoren: Vitocom, is de communicatiemodule LON vereist toebehoren. ■ Uitbreiding voor het 2e en 3e verwarmingscircuit ■ Uitbreidingsset mengklep voor elk verwarmingscircuit met meng- klep 12.12 Vitotronic 200, type GW7B Technische informatie...
Pagina 87
Regelingen (vervolg) ■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren): Vorstbeschermingsfunctie – Externe vraag door instelling van een gewenste ketelwatertem- ■ Bij een lagere buitentemperatuur dan ca. +1 °C wordt de vorstbe- peratuur via 0 tot 10 V-ingang schermingsfunctie ingeschakeld. De verwarmingscircuitpomp –...
Regelingen (vervolg) Toegestane omgevingstemperatuur Instelbereik van de tapwatertempera- 10 tot 68 °C – bij werking 0 tot +40 °C tuur Gebruik in woon- en stoo- Instelbereik van de stooklijn kruimtes (normale omge- Steilheid 0,2 tot 3,5 vingsomstandigheden Niveau –13 tot 40 K –...
Pagina 89
Regelingen (vervolg) Functies ■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren): ■ Weersafhankelijke regeling van de installatieaanvoertemperatuur – externe vraag door instelling van een gemeenschappelijke van een installatie met meerdere ketels (cascade) tot max. 7 ver- gewenste aanvoertemperatuur via 0 tot 10 V-ingang warmingsketels met Vitotronic 100, type CC1E en de aanvoertem- –...
Pagina 90
Regelingen (vervolg) ■ Automatische functie voor tapwaterverwarming en circulatiepomp inclinatie ■ Fabrieksvoorinstelling standaard periodes voor de kamerverwar- ming, de tapwateropwarming en de circulatiepomp ■ Datum en tijd moeten worden ingesteld. ■ Perioden individueel programmeerbaar, max. 4 periodes per dag Kortste schakelinterval: 10 min Gangreserve: 14 dagen Instelling van de werkingsprogramma's Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbescherming (zie vorstbe-...
Regelingen (vervolg) Stekker Componenten Nom. belastbaar- Stekker Componenten Nom. belastbaar- heid heid Een van de volgende circulatie- Mengklepmotor uitbreidingsset 0,2 (0,1) A, 230 V~ pompen: mengklep M2/M3 – Bijmengpomp Een van de volgende functies: lÖ – Ketelcircuitpomp – Brander 2e trap 1(0,5) A, 230 V~ –...
Pagina 92
Regelingen (vervolg) Functies Er wordt voldaan aan de vereisten van EN 12831 voor de bereke- ■ Weersafhankelijke regeling van de installatieaanvoertemperatuur ning van de stooklast. Voor vermindering van het opwarmvermogen van een installatie met meerdere ketels (cascade) tot max. 7 ver- wordt bij lage buitentemperaturen de gereduceerde kamertempera- warmingsketels met Vitotronic 100, type CC1I en de aanvoertem- tuur verhoogd.
Regelingen (vervolg) De branders worden alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler Werking Type 1B conform EN 60730-1 moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurrege- Toegestane omge- ling). vingstemperatuur De voor de betreffende ketel eventueel benodigde minimumketelwa- – Bediening 0 tot +40 °C tertemperatuur wordt aangehouden.
Regelingen (vervolg) Verwarmingsinstallatie met verwarmingscircuit met mengklep Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset mengklep (toebehoren) vereist. 12.15 Vitotronic 300-K, type MW1B Technische informatie Opbouw ■ Weergaven: De regeling bestaat uit een basistoestel, elektronische modules en – Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur een bedieningseenheid.
Pagina 95
Regelingen (vervolg) ■ Met ketelbeschermfuncties afhankelijk van de keteluitvoering: Vorstbeschermingsfunctie – Regeling van een verdelerpomp ■ Bij een lagere buitentemperatuur dan ca. +1 °C wordt de vorstbe- schermingsfunctie ingeschakeld. De verwarmingscircuitpompen – regeling van een bijmengpomp worden ingeschakeld en de aanvoertemperatuur op min. 10 °C gehouden.
Regelingen (vervolg) Netaansluiting tapwatercirculatiepomp Toegestane omgevingstemperatuur Tapwatercirculatiepompen met eigen interne regeling moeten via – Werking 0 tot +40 °C een aparte netaansluiting worden aangesloten. De netaansluiting via Gebruik in woon- en de Vitotronic regeling of de Vitotronic toebehoren is niet toegestaan. stookruimtes (normale omgevingsomstandighe- Afmetingen...
Pagina 97
Regelingen (vervolg) Bedieningseenheid ■ De regeling is instelbaar voor volgende modi: Installatie met één ketel – Weersafhankelijke werking ■ Instelling: Alleen met aangesloten buitentemperatuursensor mogelijk – Gewenste kamertemperatuur (weersafhankelijke werking) – Constante werking Werking met constante aanvoertemperatuur Gewenste aanvoertemperatuur (constante werking) ■...
Pagina 98
Regelingen (vervolg) Functies ■ Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling (CV-pomp uit) Installatie met één ketel ■ Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep ■ Regeling van de aanvoertemperatuur (naar keuze): – Weersafhankelijk regeling van een gestage retourtemperatuurverhoging met gere- – Constant gelde 3-wegmengklep ■...
Pagina 99
Regelingen (vervolg) ■ Extra functies via uitbreiding EM-EA1 (toebehoren), 3 digitale ■ 3 Uitbreidingen EM-M1 (elektronische module ADIO) ingangen voor volgende functies: ■ 1 Uitbreiding EM-P1 (elektronische module ADIO) – Externe omschakeling van het werkingsprogramma voor de ver- warmingscircuits 1 tot 3 De max.
Bij verwarmingscircuits met mengklep wordt de temperatuursensor Technische gegevens op de uitbreidingsset mengklep EM-M1 aangesloten. Sensortype Viessmann NTC NTC 10 kΩ bij 25 °C Als maar één verwarmingscircuit zonder mengklep achter de open Toegestane omgevingstemperatuur verdeler of verwarmingswaterbuffer aanwezig is, worden de tempe- –...
Regelingstoebehoren (vervolg) Vitotronic 300-K One Ba- Type CC1E CC1I GC7B CO1E CO1I GW7B CM1E CM1I MW1B Toebehoren Uitbreiding voor verwarmingscircuitregeling: zie vanaf pagina 108. Uitbreiding voor het 2e en Leveringsomvang 3e verwarmingscircuit Uitbreidingsset mengklep Uitbreidingsset mengklep EM-M1 Mengklepmotor Dompelthermostaat Klemthermostaat Overig: zie vanaf pagina 112.
Regelingstoebehoren (vervolg) – Gewenste kamertemperatuur voor normale werking (normale kamertemperatuur) Aanwijzing De instelling van de gewenste kamertemperatuur voor geredu- ceerde werking (verlaagde kamertemperatuur) vindt aan de regeling plaats. – Werkingsprogramma ■ Party- en spaarwerking via de toetsen activeerbaar ■ Geïntegreerde kamertemperatuursensor voor kamertemperatuur- bijschakeling (alleen voor een verwarmingscircuit met mengklep) Montageplaats: ■...
Regelingstoebehoren (vervolg) Technische gegevens Voedingsspanning via KM-BUS Opgenomen vermogen 0,5 W Beschermingsklasse Beschermingsgraad IP 30 conform EN 60529 te waarborgen door opbouw/inbouw Toegestane omgevingstemperatuur – Werking 0 tot +40 °C – Opslag en transport −20 tot +65 °C Instelbereik van de ge- wenste kamertemperatuur 3 tot 37 °C Vitotrol 200-E Best.nr.
Regelingstoebehoren (vervolg) 13.3 Afstandsbedieningen draadloos Aanwijzing voor Vitotrol 200-RF Draadloze afstandsbediening met geïntegreerde draadloze zender Aanwijzing voor de werking met de draadloze basis. De draadloze afstandsbediening is niet met draadgebonden ■ Voor ieder verwarmingscircuit van een verwarmingsinstallatie kan afstandsbedieningen combineerbaar. een Vitotrol 200-RF worden gebruikt.
Regelingstoebehoren (vervolg) Technische gegevens Voedingsspanning via KM-BUS Opgenomen vermogen 1 jr. Zendfrequentie 868 MHz Beschermingsklasse Beschermingstype IP20 conform EN 60529 te waarborgen door op- bouw/inbouw. Toegestane omgevingstemperatuur – Bediening 0 tot +40 °C – Opslag en transport −20 tot +65 °C Draadloze repeater Best.nr.
(vervolg) Technische gegevens Beschermingsklasse Beschermingstype IP 30 conform EN 60529 te waarborgen door opbouw/inbouw Sensortype Viessmann NTC 10 kΩ bij 25 °C Toegestane omgevingstemperatuur – Werking 0 tot +40 °C – Opslag en transport −20 tot +65 °C Buitentemperatuursensor Best.nr. ZK04306...
Technische gegevens Kagellengte 5,8 m, stekkerklaar Beschermingstype IP32 conform EN 60529, te waarborgen door opbouw/inbouw. Sensortype Viessmann NTC 10 kΩ bij 25 °C Toegestane omgevingstemperatuur – Bediening 0 tot +90 °C – Opslag en transport −20 tot +70 °C Dompelhuls Best.nr.
Uitbreidingsset mengklep Best.nr. 7441998 Aanvoertemperatuursensor (klemtemperatuursensor) Onderdelen: ■ Mengklepmotor met aansluitkabel (4,0 m lang) voor Viessmann mengklep DN 20 tot DN 50 en R ½ bis R 1¼ (niet voor flensmeng- kleppen) en stekker ■ Aanvoertemperatuursensor als klemtemperatuursensor met aan- sluitkabel (5,8 m lang) en stekker ■...
– Werking 0 tot +40 °C – Opslag en transport –20 tot +65 °C De mengklepmotor wordt direct op de Viessmann mengklep DN 20 Nominale belasting van tot DN 50 en R ½ tot R 1¼ gemonteerd. de relaisuitgang voor de CV-pomp sÖ...
Kabellengte 5,8 m, stekkerklaar Beschermingstype IP 32D conform EN 60529 te waarbor- gen door opbouw/inbouw Technische gegevens mengklepelektronica Sensortype Viessmann NTC NTC 10 kΩ bij 25 °C Nominale spanning 230 V~ Toegestane omgevingstemperatuur Nominale frequentie 50 Hz – Werking 0 tot +120 °C Nominale stroom –...
Regelingstoebehoren (vervolg) Technische gegevens Kabellengte 4,2 m, stekkerklaar Instelbereik 30 tot 80 °C Schakelverschil Max. 11 K Schakelvermogen 6(1,5) A, 250 V~ Instelschaal In de behuizing Dompelhuls van roestvast R ½ x 200 mm staal (buitendraad) DIN-registratienr. DIN TR 1168 Klemtemperatuurbewaker Best.nr.
Regelingstoebehoren (vervolg) 13.7 Overig Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Best.nr. 7164404 Technische gegevens KM-BUS-deelnemer Beschermingsgraad IP20D conform EN 60529, te waarbor- Met leidingen (3,0m lang) en stekker aVG en aBÖ. gen door opbouw/inbouw. Toegestane omgevingstemperatuur Er kunnen tot max. 4 extra veiligheidsinrichtingen aangesloten wor- –...
■ 2-aderige kabel, kabellengte max. 60 m bij een kabeldoorsnede ■ Vermogensbalancering en diagnosesysteem van 1,5 mm koper ■ Bediening en indicatie gebeurt via de Viessmann-regeling. ■ Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels worden gelegd. ■ Schakelen van de zonnecircuitpomp ■ Verwarming van 2 verbruikers via een collectorveld Technische gegevens boilertemperatuursensor ■...
Technische gegevens Kabellengte 5,8 m, stekkerklaar Beschermingstype IP32 conform EN 60529 te waarborgen door opbouw/inbouw. Sensortype Viessmann NTC 10 kΩ, bij 25 °C Toegelaten omgevingstemperatuur – Werking 0 tot +90 °C – Opslag en transport −20 tot +70 °C 13.9 Functieuitbreidingen Pompmodule PM1 Best.nr.
Regelingstoebehoren (vervolg) Technische gegevens Nominale spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Nominale stroom Opgenomen vermogen Nominale belasting van 1 A, 230 V~ de relaisuitgangen Beschermingsklasse Beschermingsgraad IP20D conform EN 60529, te waarbor- gen door opbouw/inbouw. Toegestane omgevingstemperatuur – Werking 0 tot +40 °C Gebruik in woon- en stookruimtes (nor- male omgevingsomstandigheden)
Regelingstoebehoren (vervolg) Technische gegevens Aanvraag aan de digitale ingang DI tot DI3 Externe contacten moeten potentiaalvrij zijn. Bij de aansluiting de Nominale spanning 230 V~ vereisten van de beschermingsklasse II nakomen, d.w.z.. 5,0 mm Nominale frequentie 50 Hz lucht- en kruiproutes of 2,0 mm isolatiedikte tot actieve onderdelen. Nominale stroom Opgenomen vermogen 2,8 W...
Pagina 118
EM301 worden met Vitodata 300 bedieningsinterface – 4 − 20 mA geconfigureerd. – Temperatuursensoren Viessmann NTC 10 kΩ, ■ De Vitocom 300 wordt via LON met de Vitotronic-regeling verbon- NTC 20 kΩ, Ni500 of Pt500 den. Voor LON is geen configuratie van de Vitocom 300 vereist.
Regelingstoebehoren (vervolg) Toebehoren Best.nr. Toegestane omgevingstemperatuur – Werking 0 tot +50 °C Verlengstuk van de verbindingskabel Gebruik in woon- en installatieruimtes Geïnstalleerde lengte 7 tot 14 m (normale omgevingsomstandigheden) – 1 verbindingsleiding (7 m lang) 7143495 – Opslag en transport −20 tot +85 °C 1 LON-koppeling RJ45 7143496...
Regelingstoebehoren (vervolg) Elektronische printplaat voor de gegevensuitwisseling met verwar- ■ Verbindingskabels voor LAN en communicatiemodule mingscircuitregelingen Vitotronic 200-H, Vitocom 100, type LAN1 en ■ Netaansluitleiding met stekkeradapter Vitocom 300 en voor de aansluiting op hogere domoticasystemen. ■ Vitodata 100 storingsmanagement voor de duur van 3 jaar Vitocom 100, type LAN1 Lokale vereisten: ■...
■ CAN-BUS verbindingsleiding, lengte: 7 m: Best.nr. ZK04974 Functies ■ Overdracht van toestel- en bedrijfsgegevens: – Gegevensoverdracht van de Viessmann regeling op WAGO MB/ TCP-Gateway via CAN-BUS – Gegevensoverdracht van WAGO MB/TCP-Gateway op het mod- bus-systeem via de Modbus (door de installateur te voorziene verbindingsleiding) ■...
Best.nr. Z019287 Functies ■ Overdracht van toestel- en bedrijfsgegevens: Voor de gegevensuitwisseling met een extern systeem op basis van – Gegevensoverdracht van de Viessmann regeling op WAGO MB/ de Modbus RTU-communicatiestandaard RTU-Gateway via CAN-BUS ■ WAGO MB/RTU-Gateway voor hoedrailmontage – Gegevensoverdracht van WAGO MB/RTU-Gateway op het mod-...
Pagina 123
Regelingstoebehoren (vervolg) Technische gegevens WAGO MB/RTU-Gateway Netwerkspanning 24 V Max. stroomopname 141 mA Nominaal vermogen 3,4 W Veiligheidstype IP 20 Toegestane omgevingstemperatuur – Werking 0 tot +40 °C – Opslag −20 tot +60 °C −20 tot +60 °C voor max. 3 maanden of gemiddelde waarde –...
Regelingstoebehoren (vervolg) WAGO BN/IP-Gateway Best.nr. Z022176 Voor de gegevensuitwisseling met een extern systeem op basis van de BACnet/iP-communicatiestandaard ■ WAGO BN/IP-Gateway voor hoedrailmontage Aansluitingen: – BACnet/IP-aansluitklemmen voor de aansluiting op het BACnet- systeem op de installatieplek – CAN-BUS aansluitklemmen voor de aansluiting van de verbin- dingskabel op de energieopwekker –...
Regelingstoebehoren (vervolg) Aanwijzing Bijkomende informatie: Zie www.automation-gateway.info. De integratie op het externe geleidingssysteem ter plaatse en de configuratie van de WAGO Gateways moet door een gecertificeerde deskundige worden uitgevoerd. Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen 14.1 Installaties met één ketel Aansluiting van door de installateur te plaatsen regelingen op de Vitotronic 100, type CC1E bij installaties met één ketel Aansturing via contacten:...
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) De CV-ketel draait constant met de ingestelde, gewenste tempera- C Brandervermogen reduceren (modulatieregelaar) tuur. D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar) De begrenzing van de ketelwatertemperatuur vindt plaats via de E Stekker naar de brander ingestelde max.
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) Aansluiting van door de installateur te voorziene regelingen op de Vitotronic 100, type CC1I bij installa- ties met één ketel Aansturing via contacten: C T6, T7: Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar toe) (potentiaalvrij contact voor het schakelen van 230 V~) Extern regelen met modulerende brander D T6, T8: Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar open) (potentiaalvrij contact voor het schakelen van 230 V~)
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) Functietoewijzing van de ingangen Gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag ■ De gewenste aanvoertemperatuur kan in parameter 9b ingesteld De functie van de ingangen wordt via parameter op de regeling van worden. de verwarmingsketel geselecteerd: ■...
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type CO1E en CO1I via uitbreiding EA1 Aansluiting van door de installateur te voorziene regelingen Digitale data-ingangen DE1 tot DE3 voor weersafhankelijke werking op de uitbreiding EA1 Functies: Externe aanvraag via 0 –...
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) 14.2 Installaties met meerdere ketels Bijkomende functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300, type CM1E of CM1I en Vitotronic 100, type CC1E of CC1I via LON Externe aanvraag Stekker aVD en aVH op Vitotronic 300 Met het sluiten van het contact C wordt de brander of de CV-ketel lastafhankelijk ingeschakeld.
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) Ketelvolgordeschakeling met door de installateur te plaatsen cascaderegeling — aansluitingen op de Vitotronic 100, type CC1E Aansturing via contacten: Ketelvrijgave, smoorklep Werking met 2-trapse brander Contact op klemmen ”2” en ”3” van de stekker aVH ■...
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) C 1e brandertrap (basislast) ”Aan” Aansluiting modulerende brander: D Brandervermogen reduceren (modulatieregelaar) ■ 1. Brandertrap fA van Vitotronic 100 E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar) ■ Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (door installa- F Stekker naar de brander teur te voorzien) naar steekverbinding lÖ...
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) T6, T7: Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar toe) Con- Gesloten Geopend (potentiaalvrij contact voor het schakelen van 230 V~) tact T6, T8: Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar – Verwarmingsketel is ge- Verwarmingsketel wordt in open) blokkeerd en uit de ketel- de actuele ketelvolgorde op- (potentiaalvrij contact voor het schakelen van 230 V~)
Pagina 134
Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen (vervolg) [{{] 0-10V fÖ 1 2 3 Ö A Ketelvrijgave (potentiaalvrij contact) Aanwijzing Bij de leidende ketel moet het contact steeds gesloten zijn. Contact Gesloten Geopend Verwarmingsketel vrijgege- De smoorklep wordt na ca. 5 Ketelvrijgave zonder extra vrijgavecontact ven, wordt op minimum- min gesloten.
Bijlage 15.1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen Algemeen De verwarmingsketel is volgens TRD 702 en EN 303, 677, 483/297 ■ DIN 4753: Waterverwarmingsinstallaties voor tapwater en industri- gebouwd en wordt in verwarmingsinstallaties volgens EN 12828 eel water gebruikt. De in deze richtlijnen genoemde werkingsvoorwaarden ■...