Download Print deze pagina

Advertenties

Servicehandleiding
voor de installateur
Vitocrossal
type CIB
Installatie met 1 ketel: 80 tot 318 kW
Duo-ketel: 240 tot 636 kW
HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander
Open en gesloten
VITOCROSSAL
5839986 NL
7/2020
VIESMANN
Bewaren a.u.b.!

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Viessmann VITOCROSSAL Series

  • Pagina 1 VIESMANN Servicehandleiding voor de installateur Vitocrossal type CIB ■ Installatie met 1 ketel: 80 tot 318 kW ■ Duo-ketel: 240 tot 636 kW HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander Open en gesloten VITOCROSSAL Bewaren a.u.b.! 5839986 NL 7/2020...
  • Pagina 2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Opmerking Dit teken waarschuwt voor persoon- Gegevens met het woord "Opmerking" lijk letsel. bevatten aanvullende informatie. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materi- ele schade en schade aan het milieu.
  • Pagina 3 Bij vervanging uitsluitend originele Opgelet onderdelen van Viessmann of door Door elektrostatische ontlading kun- Viessmann goedgekeurde onderde- nen elektronische modules worden len gebruiken. beschadigd. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv.
  • Pagina 4 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Als water uit het toestel komt, Gevaar bestaat gevaar voor brandwonden. Ontsnappend gas kan explosies Heet verwarmingswater niet aanra- veroorzaken met zeer ernstige ver- ken.
  • Pagina 5 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Afzuigtoestellen Gevaar Gelijktijdige werking van de verwar- Bij gebruik van toestellen met afvoer mingsketel met toestellen met lucht- naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuig- afvoer naar de buitenlucht kan door toestel, airconditioning, enz.) kan door terugstroming van rookgas levens- de afzuiging een onderdruk ontstaan.
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Informatie Symbolen ....................Gebruik conform de regelgeving ............Productinformatie ................... Informatie over de duo-ketel ............... ■ Installatievoorbeelden ................. ■ Lijsten met reserveonderdelen ............■ 2. Eerste inbedrijfstelling, Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud ....10 inspectie, onderhoud 3.
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Extern blokkeren ................. 88 ■ Extern opvragen ................. 89 ■ Estrikdroging ..................89 ■ Verhoging van de gereduceerde kamertemperatuur ......91 ■ Verkorting opwarmtijd ................. 92 ■ Toewijzing van de verwarmingscircuits op de afstandsbediening ..92 Elektronische verbrandingsregeling ............93 9.
  • Pagina 8 Informatie Symbolen De werkwijze voor eerste inbedrijfstelling, inspectie en Symbool Betekenis onderhoud zijn in het hoofdstuk ”Eerste inbedrijfstel- Verwijzing naar ander document met bijko- ling, inspectie en onderhoud” samengevat en als volgt mende informatie aangeduid: Stap in afbeeldingen: Symbool Betekenis de nummering komt overeen met de volg- bij de eerste inbedrijfstelling vereiste han- orde van de stappen.
  • Pagina 9 Bij de duo-ketel moeten de werk- zaamheden telkens aan beide ketels worden uitge- voerd. De afbeeldingen zijn daarom gedeeltelijk afwij- kend. Installatievoorbeelden Beschikbare installatievoorbeelden: Zie www.vies- smann-schemes.com. Lijsten met reserveonderdelen Informatie over reserveonderdelen vindt u op www.viessmann.com/etapp of in de Viessmann-app voor reserveonderdelen.
  • Pagina 10 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • 1. Verwarmingsinstallatie vullen en luchttoevoer controleren.......... 11 • • 2. Elektrische netaansluiting controleren • 3.
  • Pagina 11 Voor hierdoor optredende schade en volgschade kan Viessmann niet aansprakelijk worden gesteld. 1. Controleren of de luchttoevoer geopend is. 2. De voordruk van het expansievat bij een koude installatie controleren.
  • Pagina 12 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Taalkeuze (indien vereist) (vervolg) Sprache Deutsch ê ç Bulgarski ê Cesky ê Dansk ê Wählen mit Afb. 1 Tijd en datum instellen (indien vereist) Alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking Bij de eerste inbedrijfstelling of na langdurige stilstand 4.
  • Pagina 13 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Voorplaat verwijderen 1. Voorplaat bovenaan lichtjes naar voren kantelen. 2. Borgschroeven uitdraaien tot de voorplaat verwij- derd kan worden. Afb. 2 Functieverloop en mogelijke storingen Displayweergave Maatregel Warmteaanvraag door re- Gewenste waarde verhogen. geling Voor warmteafname zorgen. Ventilator start Na ca.
  • Pagina 14 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Functieverloop en mogelijke storingen (vervolg) Gascombiregelaar opent. Storing EE Gascombiregelaar controle- ∼ ren (aansturing 230 V gasaansluitdruk controleren Ionisatiestroom wordt op- Storing EE Instelling ionisatie-elektrode gebouwd controleren. Symbool Gasleiding ontluchten. Brander in bedrijf Schakelt beneden de inge- Dichtheid van de rookgasin- stelde, gewenste ketelwater- stallatie controleren (rook-...
  • Pagina 15 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Rustdruk en aansluitdruk meten (vervolg) 3. Gasafsluitkraan openen. 4. Rustdruk meten. Meetwaarde in het protocol op pagina 105 opnemen. Gewenste waarde: max. 30 mbar (3 kPa) 5. Verwarmingsketel in bedrijf stellen. Opmerking Bij de eerste inbedrijfstelling kan het toestel in sto- ring gaan omdat er lucht in de gasleiding zit.
  • Pagina 16 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Max. vermogen instellen Voor de verwarming kan het max. verwarmingsver- mogen worden begrensd. De begrenzing wordt via het modulatiebereik ingesteld. Het max. instelbare vermo- gen is door de codeerstekker naar boven beperkt. Regeling voor weersafhankelijke werking Regeling voor verhoogde werking Servicemenu Servicemenu...
  • Pagina 17 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verbrandingskamerdrukbewaker controleren (vervolg) Drukbewaker op werking controleren 1. Verbindingsslang eraf trekken. Verbrandingskamer-drukbewaker op de aansluiting verbindingsslang met afdruktester op werking controleren. 2. Schakelpunt vaststellen. Schakelpunt 10 mbar. Als de meetwaarde afwijkt, verbran- ± dingskamerdrukbewaker vervangen. Afb. 6 Ontgrendelingsknop Aansluiting verbindingsslang Stekkeraansluiting...
  • Pagina 18 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Brander demonteren en branderpakking controleren Brander tot 80 kW Afb. 8 80 kW Branderbevestiging, 4 schroeven Gascombiregelaar Ontstekingselektrode Gasaansluitleiding Ionisatie-elektrode Luchttoevoerslang (accessoire), alleen bij gesloten Ontstekingstransformator werking Ventilatormotor Verbrandingskamer-drukbewaker Opmerking 5. 4 schroeven losdraaien. Brander verwijderen. Brandergewicht 10 kg Opgelet 1.
  • Pagina 19 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Brander demonteren en branderpakking controleren (vervolg) Brander 120 tot 160 kW Brander voor verwarmingsketel 120 tot 160 kW en duo-ketel 240 tot 320 kW Afb. 9 Branderbevestiging, 4 schroeven Gascombiregelaar Ontstekingselektrode Gasaansluitleiding Ionisatie-elektrode Luchttoevoerslang, alleen bij gesloten werking Ontstekingstransformator Verbrandingskamer-drukbewaker Ventilatormotor...
  • Pagina 20 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Brander demonteren en branderpakking controleren (vervolg) Brander vanaf 200 kW Brander voor verwarmingsketel vanaf 200 kW en duo- ketel vanaf 400 kW Afb. 10 Branderbevestiging, 4 schroeven Gasaansluitleiding Ontstekingselektrode Luchttoevoerslang, alleen bij gesloten werking Ionisatie-elektrode Venturiverlenging, alleen bij open werking bij bran- Ontstekingstransformator der vanaf 200 kW Ventilatormotor...
  • Pagina 21 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vlambeker en isolatieblok controleren Vlambeker op beschadiging en vervuiling controleren. Als er schade of erge vervuiling is, vlambeker vervan- gen. Afb. 11 tot 80 kW Ontstekings- en ionisatie-elektrodes Isolatieblok Vlambekerafdichting Vlambeker Isolatiemat Ventilator Branderdeurafdichting Vlambeker op beschadiging controleren. Als er 3.
  • Pagina 22 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vlambeker en isolatieblok controleren (vervolg) Afb. 12 120 tot 160 kW Ontstekings- en ionisatie-elektrodes Isolatieblok Vlambekerafdichting Vlambeker Isolatiemat Ventilator Branderdeurafdichting 1. Elektroden demonteren. 2. 4 moeren losdraaien. Vlambeker en isolatiedelen verwijderen. Opgelet Beschadigingen aan de vlambeker beïnvloe- den de werking van de brander.
  • Pagina 23 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vlambeker en isolatieblok controleren (vervolg) 3. Beschadigde onderdelen vervangen. Nieuwe Vlambeker op beschadiging en vervuiling controleren. afdichtingen gebruiken. Als er schade of erge vervuiling is, vlambeker vervan- gen. Opmerking De positioneerhulp op het isolatieblok respecteren. 4. In omgekeerde volgorde monteren. Aanhaalmo- menten in acht nemen, zie tabel pagina 24.
  • Pagina 24 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vlambeker en isolatieblok controleren (vervolg) 2. 4 moeren losdraaien. Vlambeker en isolatiedelen 3. Beschadigde onderdelen vervangen. Nieuwe verwijderen. afdichtingen gebruiken. Opgelet Opmerking Beschadigingen aan de vlambeker beïnvloe- De positioneerhulp op het isolatieblok respecteren. den de werking van de brander. Weefsel niet beschadigen! 4.
  • Pagina 25 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verbrandingskamer en verwarmingsoppervlakken… (vervolg) 4. Losgekomen resten uit de verwarmingsketel ver- wijderen. Verwarmingsoppervlakken grondig spoe- len met waterstraal. Fabrikantgegevens van de reinigingsmidde- 5. Montage in omgekeerde volgorde: Pakking op beschadigingen controleren, evt. ver- vangen. Voor de montage pakking met geschikt glijmiddel bevochtigen (bijv.
  • Pagina 26 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Condenswaterafvoersysteem reinigen (vervolg) 1. Wartelmoer van de sifon losdraaien. Sifon demonteren. 2. Inlaat van binnen met kunststof borstel reini- gen. 3. Alle delen van de sifon reinigen. 4. Sifon met water vullen en monteren. Toevoeraan- sluiting aanbrengen. Gevaar Uit de sifon lekkend rookgas kan levensbe- dreigende vergiftigingen door koolmonoxide...
  • Pagina 27 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Condenswaterafvoer en neutraliseringsinstallatie (indien aanwezig) op doorgankelijkheid en dichtheid controleren Water in de verbrandingskamer vullen. Opmerking Het water moet zonder opstuwen via de condenswa- terafvoer wegstromen. Indien nodig, condenswaterafvoer nog een keer reini- gen. Ketelzijdige afdichtingen en isolatiedelen controleren 2.
  • Pagina 28 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Ketelzijdige afdichtingen en isolatiedelen… (vervolg) Montage als rookgasaansluitbocht gedemonteerd werd: 3. Stekker op de rookgastemperatuursensor steken afb. 27). M8 - 18 Nm Afb. 20 Rookgasklep en rookgascollectorgeleiding controleren Rookgasklep op werking en lekkage controleren. De 1. Afdichtingen aan de rookgasklep en rookgascollec- controle is vereist bij elke rookgasklep in duoketel en torgeleiding op dichtheid controleren.
  • Pagina 29 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Expansievat en installatiedruk controleren Opmerking 3. Water bijvullen tot de vuldruk bij een afgekoelde Bij koude installatie controleren. installatie 0,1 tot 0,2 bar (10 tot 20 kPa) hoger is dan de voordruk van het expansievat. 1. Installatie leegmaken of kapventiel aan het expan- Toegel.
  • Pagina 30 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Alle gasgeleidende onderdelen bij werkdruk op dichtheid controleren Gevaar Opmerking Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Voor de dichtheidscontrole uitsluitend geschikte en Gasvoerende onderdelen op gaslekkage contro- toegestane lekzoekmiddelen (EN 14291) en appara- leren. tuur gebruiken. Lekzoekmiddelen met ongeschikte inhoudsstoffen (bijv.
  • Pagina 31 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verbrandingskwaliteit controleren (vervolg) Hoogste/laagste vermogen selecteren Regeling voor verhoogde werking Regeling voor weersafhankelijke werking Servicemenu Servicemenu 1. OK en ca. 4 s gelijktijdig indrukken. å 1. OK en ca. 4 s gelijktijdig indrukken. 2. Met ” ” selecteren en met OK bevestigen. å...
  • Pagina 32 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stooklijnen instellen (vervolg) Steilheid -5 -10 -15 -20 Buitentemperatuur in °C Afb. 23 Instelbereik steilheid: Wijziging van de gewenste normale kamertemperatuur ■ Vloerverwarmingen: 0,2 tot 0,8 ■ Lagetemperatuurverwarmingen: 0,8 tot 1,6 Gebruiksaanwijzing Gewenste ruimtetemperatuur instellen Gewenste gereduceerde ruimtetemperatuur Voor elk CV-circuit apart in te stellen.
  • Pagina 33 Regeling verzendt buitentempera- Regeling ontvangt buitentempera- Regeling ontvangt buitentempera- tuur, tuur, tuur, Codering ”97:2” instellen. Codering ”97:1” instellen. Codering ”97:1” instellen. Viessmann installatienummer, Viessmann installatienummer, Viessmann installatienummer, codering ”98:1”. codering ”98:1”. codering ”98:1”. Foutbewaking LON-deelnemer, Foutbewaking LON-deelnemer, Foutbewaking LON-deelnemer, Codering ”9C:20”...
  • Pagina 34 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Regeling in LON integreren (vervolg) LON-deelnemerscontrole uitvoeren 4. Deelnemer selecteren (bijv. deelnemer 10). 5. Met ”OK” deelnemerscontrole starten. Met de deelnemerscontrole wordt de communicatie van de op de foutmanager aangesloten toestellen in ■ Succesvol geteste deelnemers worden met ”OK” een installatie gecontroleerd.
  • Pagina 35 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Voorplaat monteren Afb. 27 1. Voorplaat in de onderste rand plaatsen en vast 2. Met 2 schroeven borgen. dichtklappen. Instructie van de installatiegebruiker De installateur van de installatie moet de bedienings- handleiding overhandigen aan de gebruiker van de installatie en de bediening uitleggen.
  • Pagina 36 Codering 1 Codeerniveau 1 opvragen Bij regeling voor weersafhankelijke werking worden 2. ”Codeerniveau 1” ■ de coderingen in volle tekst aangegeven. ■ Coderingen die door de uitvoering van de verwar- 3. Groep van het gewenste codeeradres selecteren. mingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond.
  • Pagina 37 Codering 1 Algemeen/groep ”1” Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Installatieschema 00:1 Installatie-uitvoering 1: 00:2 Installatieschema's zie volgende ta- één verwarmingscircuit zonder bel: mengklep A1 (verwarmingscircuit 00:10 1), zonder tapwaterverwarming waarde adres Beschrijving 00: ... 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit 1), met tapwaterverwarming (co- dering wordt automatisch ingesteld) 1 verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit 2), zonder tapwaterverwarming 1 verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit 2), met tapwaterverwarming...
  • Pagina 38 Codering 1 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Bediening blokkeren 8F:0 Bediening in het basismenu en in 8F:1 Bediening in het basismenu en in het uitgebreide menu vrijgegeven. het uitgebreide menu is geblok- keerd. Schoorsteenvegertestwerking Opmerking is activeerbaar. Pas als het servicemenu verlaten 8F:2 Bediening in het basismenu vrijge-...
  • Pagina 39 Codering 1 Warm water/groep ”3” Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Gewenste warmwatertemperatuur naverwarmingsonderdrukking 67:40 Bij tapwaterverwarming met zon- 67:0 Gewenste tapwatertemperatuur in- ne-energie: Gewenste tapwater- stelbaar van 0 tot 95 °C (begrensd temperatuur 40 °C. Boven de inge- 67:95 door ketelspecifieke parameters) stelde gewenste waarde is de on- derdrukking van de naverwarming...
  • Pagina 40 Codering 1 Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Uitgebreide zonneregelingsfunties 20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie 20:1 Extra functie voor tapwaterverwar- actief ming 20:2 2e temperatuurverschilregeling. 20:3 2e temperatuurverschilregeling en extra functie. 20:4 2e temperatuurverschilregeling voor verwarmingsondersteuning. 20:5 Thermostaatfunctie 20:6 Thermostaatfunctie en extra functie 20:7 Verwarming door zonne-energie via...
  • Pagina 41 Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Parameter adres A5:... Met functie voor CV-pomplogica: CV-pomp ”UIT” + 1 K > gewenst > gewenst - 1 K > gewenst - 9 K > gewenst Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Uitgebreide spaarfunctie gecorrigeerde buitentemperatuur A6:36 Uitgebreide spaarschakeling niet A6:5...
  • Pagina 42 Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Spaarfunctie kamertemperatuur B5:0 Met afstandsbediening: Geen CV- B5:1 CV-pomplogica zie volgende tabel: pomplogica afhankelijk van kamer- temperatuur (alleen bij regeling B5:8 voor weersafhankelijke werking). Codering uitsluitend wijzigen voor het verwarmingscircuit met meng- klep.
  • Pagina 43 Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Max. pomptoerental in normale werking E6:... Maximaal toerental van de toeren- E6:0 Maximaal toerental instelbaar van 0 talgeregelde CV-pomp in % van tot 100 % het max. toerental bij normale E6:100 werking.
  • Pagina 44 Codering 1 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Einde temperatuursverhoging F9:-14 Temperatuurgrens om de geredu- F9:+10 Temperatuurgrens voor verhoging ceerde gewenste kamertempera- van de gewenste kamertemperatuur tuur op te heffen -14 C. (alleen bij F9:-60 tot de normale waarde instelbaar º...
  • Pagina 45 Codering 2 Codeerniveau 2 opvragen In het codeerniveau 2 zijn alle coderingen bereik- 4. Groep van het gewenste codeeradres selecteren. ■ baar. ■ Coderingen die door de uitvoering van de verwar- 5. Codeeradres selecteren. mingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond.
  • Pagina 46 Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling één verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit 1), zonder tapwaterverwarming waarde adres Beschrijving 00: ... 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit 1), met tapwaterverwarming (co- dering wordt automatisch ingesteld) 1 verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit 2), zonder tapwaterverwarming 1 verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit 2), met tapwaterverwarming 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit 1) en 1 verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit 2) zonder tapwaterverwarming (codering wordt automatisch...
  • Pagina 47 Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 39:2 Functie uitgang : Circulatiepomp 39:0 Functie uitgang : Tapwatercircula- voor de boilerverwarming tiepomp 39:1 Functie uitgang : CV-pomp 3A:0 Functie ingang DE1 op uitbreiding 3A:1 Functie ingang DE1: Omschakeling EA1: Geen functie werkingsprogramma 3A:2...
  • Pagina 48 Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 3B:5 Functie ingang DE2: Storingsmel- dingsingang 3B:6 Functie ingang DE2: Kortstondige werking circulatiepomp (tastfunctie). Instelling looptijd circulatiepomp: Co- deeradres 3d 3C:0 Functie ingang DE3 aan uitbrei- 3C:1 Functie ingang DE3: Omschakeling ding EA1: Geen functie werkingsprogramma 3C:2...
  • Pagina 49 Codering 2 Algemeen/groep ”1” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 53:1 Functie aansluiting 28 op interne 53:0 Groepsalarmmeld. uitbreiding H1 53:1 Circulatiepomp (afleverstand) 53:2 Externe CV-pomp 53:3 Boilerlaadpomp 54:0 Zonder zonne-installatie 54:1 Met Vitosolic 100 (wordt automa- tisch herkend) 54:2 Met Vitosolic 200 (wordt automa- tisch herkend) 54:4...
  • Pagina 50 Buitentemperatuur van de op de tuur. regeling aangesloten sensor wordt 97:2 Regeling zendt buitentemperatuur intern gebruikt. naar LON-deelnemer. 98:1 Viessmann installatienummer (in 98:1 Installatienummer instelbaar tussen combinatie met bewaking van 1 en 5 meerdere installaties via 98:5 Vitocom 300) 99:0 Niet verstellen.
  • Pagina 51 Codering 2 Ketel/groep ”2” Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 01:1 Installatie met een ketel (alleen bij 01:2 Installatie met meerdere ketels met regeling voor verhoogde werking) Vitotronic 300-K 04:1 Minimale pauze van de brander af- 04:0 Minimale pauze van de brander vast hankelijk van de belasting van de ingesteld (ingesteld door codeer- verwarmingsketel (ingesteld door...
  • Pagina 52 Codering 2 Warm water/groep ”3” Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 56:0 Gewenste tapwatertemperatuur in- 56:1 Gewenste tapwatertemperatuur in- stelbaar van 10 tot 60 °C. stelbaar van 10 tot boven 60 °C Opmerking Maximumwaarde afhankelijk van co- deerstekker Maximaal toegestane tapwatertem- peratuur respecteren.
  • Pagina 53 Codering 2 Warm water/groep ”3” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 6F:... Max. vermogen bij tapwateropwar- 6F:0 Maximaal vermogen bij tapwaterver- ming in %, opgegeven door de co- warming instelbaar van minimaal deerstekker 6F:100 vermogen tot 100 % 71:0 Tapwatercirculatiepomp: ”Aan” vol- 71:1 ”Uit”...
  • Pagina 54 0E:2 Bepaling opbrengst zonne-energie met Viessmann warmtedragend met water als warmtedragend medi- medium. um (niet instellen, aangezien alleen werking met warmtedragend medi- um van Viessmann mogelijk). 0E:0 Bepaling opbrengst zonne-energie uitgeschakeld 0F:70 Debiet van het collectorcircuit bij 0F:1 Debiet van het collectorcircuit kan max.
  • Pagina 55 Codering 2 Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 11:50 Gewenste boilertemperatuur zon- 11:10 Gewenste boilertemperatuur zonne- ne-energie 50 ℃ energie is instelbaar van 10 tot Regeling richttemperatuur inge- 11:90 90 °C. ■ schakeld (codering 10:1): temperatuur waarmee het met zonne-energie opgewarmde wa- ter in de warmwaterboiler gela- den dient te worden.
  • Pagina 56 Codering 2 Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 23:4 Uitschakeltemperatuurverschil bij 23:2 Het uitschakeltemperatuurverschil verwarmingsondersteuning: 4 K bij de verwarmingsondersteuning De schakeluitgang wordt uitge- 23:30 kan worden ingesteld tussen 1 en schakeld als de temperatuur aan 29 K. sensor het uitschakelpunt on- derschrijdt.
  • Pagina 57 Codering 2 Zonnesysteem/groep ”4” (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 26:1 Voorrang voor warmwaterboiler 1 26:0 Voorrang voor warmwaterboiler 1 – – met pendelverwarming zonder pendelverwarming Alleen bij instelling codering 20:9. 26:2 Voorrang voor warmwaterboiler 2 – zonder pendelverwarming 26:3 Voorrang voor warmwaterboiler 2 –...
  • Pagina 58 Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Parameter CV-pomp Adres A3:... ”Aan” ”Uit” -10 °C -8 °C -9 °C -7 °C -8 °C -6 °C -7 °C -5 °C -6 °C -4 °C -5 °C -3 °C -4 °C -2 °C -3 °C -1 °C -2 °C...
  • Pagina 59 Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling A6:36 Uitgebreide spaarschakeling niet A6:5 Uitgebreide spaarschakeling actief: actief (alleen bij regeling voor d.w.z. bij een variabele instelbare weersafhankelijke werking) A6:35 waarde van 5 tot 35 °C vermeerderd met 1 °C worden brander en CV- pomp uitgeschakeld.
  • Pagina 60 Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Parameteradres Met CV-pomplogicafunctie: b5:... CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan” + 5 K < KT + 4 K > Werkelijk Gewenst Werkelijk Gewenst + 4 K < KT + 3 K > Werkelijk Gewenst Werkelijk Gewenst + 3 K <...
  • Pagina 61 Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling D8:3 Omschakeling van werkingspro- gramma via ingang DE3 op uitbrei- ding EA1 E1:1 Niet verstellen. E2:50 Met afstandsbediening: Geen indi- E2:0 Indicatiecorrectie – catiecorrectie werkelijke kamer- temperatuur E2:49 Indicatiecorrectie 0,1 K –...
  • Pagina 62 Codering 2 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling F8:-5 Temperatuurgrens voor verhoging F8:+10 Temperatuurgrens instelbaar van van de gereduceerde werking +10 tot -60 °C -5 °C (alleen bij regeling voor F8:-60 weersafhankelijke werking) F8:-61 Functie inactief Instelling codeeradres ”A3”...
  • Pagina 63 Diagnose en serviceopvragingen Serviceniveau, regeling weersafhankelijke werking Serviceniveau opvragen Servicemenu: 1. ”Service beëindigen?” selecteren. Servicemenu: 2. ”Ja” kiezen. 1. OK en gelijktijdig circa 4 s lang indrukken. 3. Met OK bevestigen. å 2. Gewenst menu selecteren. Zie volgende afbeelding. Opmerking Serviceniveau verlaten Het serviceniveau wordt na 30 min automatisch verla- ten.
  • Pagina 64 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose, regeling weersafhankelijke werking (vervolg) Korte opvraging In de korte opvraging kunnen bijv. temperaturen, soft- Diagnose kort opvraging wareversies en aangesloten componenten worden opgevraagd. 1. OK en gelijktijdig circa 4 s lang indrukken. å Selecteren met Afb. 29 2.
  • Pagina 65 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose, regeling weersafhankelijke werking (vervolg) Uitgangen controleren (relaistest) 1. OK en tegelijk ca. 4 s lang indrukken. 2. ”Actorentest” å De volgende relaisuitgangen kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoering worden aangestuurd: Displayweergave Toelichting Alle actoren Alle actoren zijn uitgeschakeld. Basisbelasting Brander wordt met min.
  • Pagina 66 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose, regeling voor verhoogde werking (vervolg) Voor de betekenis van de afzonderlijke opvragingen, zie volgende tabel: Korte opvraging Displayweergave Installatiesche- Softwareversie Softwareversie ma 1 tot 2 Regeling Bedieningseen- heid Gecorrigeerde buitentemperatuur Gewenste ketelwatertemperatuur Gemeenschappelijke aanvraagtemperatuur Gewenste boilertemperatuur Aantal KM-BUS-deelnemers Aantal LON-deelnemers SNVT-configu-...
  • Pagina 67 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose, regeling voor verhoogde werking (vervolg) Korte opvraging Displayweergave Verwarmingson- Schakeltoestand dersteuning met uitgang 22 zonne-energie 0: uit 0: niet actief 1: aan 1: actief Uitbreiding Open Therm (indien aanwezig) Softwareversie Status tapwater- Externe bijschakeling 0 - 10 V verwarming Weergave in % Uitgangen controleren (relaistest)
  • Pagina 68 Storingen oplossen Storingsweergave Regeling voor weersafhankelijke werking Bij een storing knippert de rode storingsindicatie Bevestigde storingen oproepen Op de display knippert ” ” en ”Storing” verschijnt. In het basismenu ”Storing” selecteren. Een lijst met de actieve storingen wordt weergegeven. Storingscodes in storingsgeheugen uitlezen (fou- thistorie) De laatste 10 opgetreden storingen (ook opgeheven) worden opgeslagen en kunnen worden opgevraagd.
  • Pagina 69 Storingen oplossen Storingsweergave (vervolg) Storing bevestigen De storingen zijn volgens actualiteit geordend. OK indrukken. Op de display verschijnt het hoofd- 1. OK en ca. 4 s gelijktijdig indrukken. å scherm. Een eventueel aangesloten storingsmeldinrichting 2. ” ” selecteren. Met OK fouthistorie activeren. ã...
  • Pagina 70 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display Mengklep gaat dicht. Kortsluiting aanvoertem- Aanvoertemperatuursensor contro- peratuursensor verwar- leren. mingscircuit 2 (met meng- klep) Mengklep gaat dicht. Kortsluiting aanvoertem- Aanvoertemperatuursensor contro- peratuursensor verwar- leren. mingscircuit 3 (met meng- klep) Mengklep gaat dicht.
  • Pagina 71 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display Regelwerking Max. installatiedruk over- Installatiedruk controleren: max. schreden 3 bar (0,3 MPa) Werking en dimensionering van het membraandrukexpansievat contro- leren. Verwarmingsinstallatie ontluchten. Regelwerking volgens toe- Bedieningsgedeelte defect Bedieningsgedeelte vervangen. stand bij levering Brander geblokkeerd Kortsluiting rookgastem-...
  • Pagina 72 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display Regelwerking Communicatiefout uitbrei- Aansluitingen controleren. ding EA1 Regelwerking Communicatiefout zonne- Zonneregelingsmodule of Vitosolic regelingsmodule of Vito- controleren. solic Regelwerking Communicatiefout AM1 Aansluitingen controleren. Regelwerking Communicatiefout com- Communicatiemodule LON vervan- municatiemodule LON gen.
  • Pagina 73 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display Brander geblokkeerd Fout vlamversterker Regeling vervangen. Brander op storing Ionisatiestroom tijdens het Ionisatie-elektrode controleren: kalibreren te laag Afstand tot de vlambeker (zie pa- ■ gina 24) vervuiling van de elektrode ■...
  • Pagina 74 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display Brander op storing Vlamsignaal is bij brander- Gastoevoer (gasdruk en gasstro- start niet aanwezig of te mingsbewaker) controleren, laag. Gascombiregelaar controleren. Ionisatie-elektrode en verbindings- kabel controleren. Ontsteking controleren: verbindingskabels ontstekings- ■...
  • Pagina 75 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Maatregel op het display Brander op storing Ventilatorstilstand niet be- Ventilator controleren. Verbindings- reikt leidingen naar de ventilator contro- leren. Ventilatoraansturing contro- leren. Ontgrendelingstoets R indrukken. Brander op storing Gascombiregelaar defect Gascombiregelaar controleren.
  • Pagina 76 Onderhoud Buitentemperatuursensor controleren Afb. 33 3. Stekker ”X3” van de regeling lostrekken. 4. Weerstand van de buitentemperatuursensor tus- sen ”X3.1” en ”X3.2” op de afgetrokken stekker meten. Met karakteristiek vergelijken. 5. Bij sterke afwijking van de karakteristiek aders op de sensor afklemmen. Meting direct aan de sensor herhalen.
  • Pagina 77 Onderhoud Boilertemperatuursensor controleren 1. Boilertemperatuursensor Stekker lostrekken. Weerstand meten. 2. Weerstand van de sensor meten en met de stook- lijn vergelijken. Afb. 35 3. Bij sterke afwijking sensor vervangen. Temperatuur in °C Afb. 36 Sensortype: NTC 10 k Ω Keteltemperatuursensor controleren Opmerking De keteltemperatuursensor is een dubbele sensor.
  • Pagina 78 Onderhoud Keteltemperatuursensor controleren (vervolg) 2. Weerstand van de beide sensoren meten en tel- kens met stooklijn vergelijken. 3. Bij sterke afwijking sensor vervangen. Temperatuur in °C Afb. 38 Sensortype: NTC 10 k Ω Rookgastemperatuursensor controleren Opmerking De rookgastemperatuursensor is een dubbele sensor. Bij overschrijding van de toegestane rookgastempera- tuur vergrendelt de rookgastemperatuursensor het toe- stel.
  • Pagina 79 Onderhoud Rookgastemperatuursensor controleren (vervolg) 1. Kabels aan de rookgastemperatuursensor loskop- pelen. Afb. 39 2. Weerstand van de beide sensoren meten en tel- kens met stooklijn vergelijken. 3. Bij sterke afwijking sensor vervangen. Temperatuur in °C Afb. 40 Sensortype: NTC 10 k Ω...
  • Pagina 80 Onderhoud Zekering controleren (vervolg) Afb. 41 5. Zekering F1 controleren (zie aansluitschema pagina 94). Uitbreidingsset mengklep Instelling draaischakelaar S1 controleren Opmerking De mengklepmotor kan ook door een actortest in De draaischakelaar op de printplaat van de uitbrei- beweging gezet worden (zie hoofdstuk ”Uitgangen dingsset bepaalt de toekenning aan het desbetref- controleren”).
  • Pagina 81 Onderhoud Uitbreidingsset mengklep (vervolg) Draairichting van de mengklepmotor wijzigen (indien nodig) 1. Afdekking aan de bovenkant van de behuizing van de uitbreidingsset demonteren. Gevaar Een elektrische schok kan levensgevaarlijk zijn. Vóór het openen van het toestel netspan- ning uitschakelen, bijv. met de zekering of een hoofdschakelaar.
  • Pagina 82 Functiebeschrijving Regeling voor weersafhankelijke werking 21°C 14°C Keteltemperatuur 48°C Afb. 44 Verwarming De regeling bepaalt een gewenste ketelwatertempera- De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische tuur in functie van de buitentemperatuur of de kamer- thermostaat in het branderbesturingsapparaat temperatuur (bij aansluiting van een kamertempera- begrensd.
  • Pagina 83 Functiebeschrijving Interne uitbreidingen Interne uitbreiding H1 Afb. 45 De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing Op aansluiting kan een externe veiligheidsklep wor- ingebouwd. Op de relaisuitgang kunnen als alterna- den aangesloten. tief de volgende functies aangesloten worden. De Netaansluiting accessoire en Vitotrol 100 functie wordt via codeeradres ”53”...
  • Pagina 84 Functiebeschrijving Interne uitbreidingen (vervolg) Interne uitbreiding H2 Afb. 46 De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing Via aansluiting kan een afzuigtoestel uitgescha- ingebouwd. Op de relaisuitgang kunnen als alterna- keld worden als de brander start. tief de volgende functies aangesloten worden. De Netaansluiting accessoire en Vitotrol 100 functie wordt via codeeradres ”53”...
  • Pagina 85 Functiebeschrijving Externe uitbreiding (accessoire) Uitbreiding AM1 Afb. 47 Circulatiepomp A Netaansluiting voor andere accessoires fÖ Circulatiepomp KM-BUS Netaansluiting fÖ Functies De functie van de uitgangen wordt via parameterwijzi- gingen/coderingen op de regeling van de verwar- Op aansluiting A1 en A2 kan een van de volgende cir- mingsketel geselecteerd.
  • Pagina 86 Functiebeschrijving Externe uitbreiding (accessoire) (vervolg) Uitbreiding EA1 Afb. 48 Digitale ingang 1 Netaansluiting fÖ Digitale ingang 2 Netaansluiting voor andere accessoires fÖ Digitale ingang 3 Algemene storingsmelding/toevoerpomp/ Zekering tapwatercirculatiepomp (spanningsloos) 0 - 10 V 0 tot 10 V ingang KM-BUS Digitale gegevensingangen DE1 tot DE3 Functietoekenning van de ingangen De volgende functies kunnen als alternatief worden...
  • Pagina 87 Functiebeschrijving Externe uitbreiding (accessoire) (vervolg) ≙ De tijdsduur van de omschakeling wordt via codering 0 - 1 V ”Geen instelling voor gewenste ketelwater- F2 ingesteld. temperatuur” ≙ gewenste waarde 10 °C ≙ Werking van de functie ”Extern blokkeren” op de 10 V gewenste waarde 100 °C circulatiepompen...
  • Pagina 88 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Omschakeling werkingsprogramma Codering Omschakeling in richting ”Permanent gereduceerd” of ”Permanente uitschakelwer- d5:0 king” (afhankelijk van gewenste waarde) Omschakeling in richting ”Permanente verwarming” d5:1 De duur van de werkingsprogramma-omschakeling wordt op codeeradres ”F2” ingesteld: Omschakeling werkingsprogramma Codering Geen omschakeling werkingsprogramma F2:0 Duur van de omschakeling van het werkingsprogramma 1 tot 12 uur F2:1 tot...
  • Pagina 89 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Extern opvragen Bij gesloten contact wordt de brander lastafhankelijk Stekker gebruikt. Het ketelwater wordt verwarmd tot de in het codeeradres ”9b” in de groep ”Algemeen”/1ingestelde ■ De functie wordt via de coderingen 4b:1 in gewenste waarde. De begrenzing van de ketelwater- groep ”Algemeen”/1 geselecteerd.
  • Pagina 90 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Temperatuurprofiel 1: (volgens EN 1264-4) codering ”F1:1” ϑ/°C Afb. 49 Temperatuurprofiel 2: (volgens ZV parket- en vloertechniek) codering ”F1:2” ϑ/°C Afb. 50 Temperatuurprofiel 3 (volgens ÖNORM): codering ”F1:3” ϑ/°C Afb. 51 Temperatuurprofiel 4: Codering ”F1:4” ϑ/°C Afb. 52 Temperatuurprofiel 5: Codering ”F1:5”...
  • Pagina 91 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Temperatuurprofiel 7: Codering ”F1:15” Dagen Afb. 55 Verhoging van de gereduceerde kamertemperatuur Bij de werking met gereduceerde kamertemperatuur De grenswaarden van de buitentemperatuur voor kan de gewenste gereduceerde kamertemperatuur begin en einde van de temperatuurverhoging kunnen afhankelijk van de buitentemperatuur automatisch wor- met de codeeradressen ”F8”...
  • Pagina 92 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Verkorting opwarmtijd Bij de overgang van werking met gereduceerde kamer- De waarde en de duur voor de extra verhoging van de temperatuur naar werking met normale kamertempera- gewenste ketelwater- respectievelijk aanvoertempera- tuur wordt de ketelwater- of aanvoertemperatuur con- tuur wordt in de codeeradressen ”FA”...
  • Pagina 93 Functiebeschrijving Toewijzing van de verwarmingscircuits op de… (vervolg) Er kunnen maximaal twee afstandsbedieningen op ■ de regeling worden aangesloten. ■ Als de toewijzing van een verwarmingscircuit ach- teraf weer ongedaan moet worden gemaakt, para- meter/codeeradres A0 voor dit verwarmingscircuit weer op de waarde 0 zetten (storingsmelding bC, bd, bE).
  • Pagina 94 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema Afb. 58 Buitentemperatuursensor Circulatiepomp naar keuze: Aanvoertemperatuursensor voor de evenwichts- ■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming fles (toebehoren) ■ Externe CV-pomp Boilertemperatuursensor ■ Tapwatercirculatiepomp Ketelcircuitpomp of smoorklep met terugstelveer sÖ...
  • Pagina 95 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) Interne uitbreiding H1 Basisprintplaat ■ Groepsalarmmelding Codeerstekker ■ Tapwatercirculatiepomp Netschakelaar ■ Externe CV-pomp Bedieningsgedeelte ■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming Aansluitadapter met Optolink Gascombiregelaar Aansluitadapter Rookgasklep (accessoire) Communicatiemodule LON (toebehoren) Ontgrendeling/reset KM-BUS-deelnemer (accessoire) ■ Afstandsbediening Vitotrol 200-A of 300-A A10 Aansluituitbreiding ■...
  • Pagina 96 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) Afb. 59 A1 Basisprintplaat A11 Kabeluitbreiding SA 169 A4 Netschakelaar Ketelcircuitpomp of smoorklep met terugstelveer sÖ Netaansluiting fÖ Ventilatormotor a¢Ö...
  • Pagina 97 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) Tot 80 kW Afb. 60...
  • Pagina 98 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) Vanaf 120 kW Afb. 61 Buitentemperatuursensor, alleen bij weersafhan- Interne uitbreiding H1 kelijke installatie ■ Groepsalarmmelding Aanvoertemperatuursensor ■ Tapwatercirculatiepomp Boilertemperatuursensor Externe CV-pomp ■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming Circulatiepomp, naar keuze: ■ Codering 53 ■...
  • Pagina 99 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) Rookgasklep Codeerstekker Netaansluiting accessoire en Vitotrol 100 Netschakelaar Gasdrukbewaker Bedieningsgedeelte KM-BUS-deelnemer (accessoire) Aansluitadapter met Optolink Afstandsbediening Vitotrol 200-A of 300-A Aansluitadapter ■ Communicatiemodule LON (accessoires) ■ Uitbreidingsset mengklep Ontgrendeling/reset ■ Zonneregelingsmodule, type SM1 A10 Aansluitingsuitbreiding SA 100 ■...
  • Pagina 100 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) A Modulatiespoel a:Ö a:Ö X9.8/9 Verbrandingskamer-drukbewaker en water- drukschakelaar Basisprintplaat 120 tot 160 kW Afb. 63 A Keteltemperatuursensor Aansturing ventilatormotor § § a¢Ö Ionisatie-elektrode Modulatiespoel a:Ö Rookgastemperatuursensor X9.8/9 Verbrandingskamer-drukbewaker en water- Ontstekingseenheid drukschakelaar Ventilatormotor a¢Ö...
  • Pagina 101 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingsschema (vervolg) Basisprintplaat vanaf 240 kW Afb. 64 A Keteltemperatuursensor Aansturing ventilatormotor § § a¢Ö Ionisatie-elektrode Modulatiespoel a:Ö Rookgastemperatuursensor X9.8/9 Verbrandingskamer-drukbewaker en water- Ontstekingseenheid drukschakelaar Ventilatormotor a¢Ö...
  • Pagina 102 Aansluit- en bedradingschema Aansluitschema extern 230V~ Afb. 65 Stekker 230 V~ Nominale spanning: 230 V~ Ketelcircuitpomp of smoorklep met terugstelveer Nom. stroom: max. 2 (1) A~ sÖ (alleen bij installatie met meerdere ketels) Circulatiepomp (accessoire) Nominale spanning: 230 V~ Nominale spanning: 230 V~ Nom.
  • Pagina 103 Waterkwaliteit Vereisten Eisen aan de waterkwaliteit Voorkomen van schade door ketelsteenvorming Opmerking Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen Onze garantie is niet van toepassing als niet aan de (calciumcarbonaat) op de verwarmingsoppervlakken hierna genoemde vereisten wordt voldaan. afzet.
  • Pagina 104 Waterkwaliteit Vereisten (vervolg) Bij niet naleving van de VDI-richtlijn 2035 kunnen Gesloten installaties, bijv. met expansievaten, bieden schadelijke kalkafzettingen ontstaan. De levensduur bij de juiste grootte en systeemdruk een goede van de ingebouwde verwarmingsapparaten is dan bescherming tegen het binnendringen van zuurstof uit meestal reeds beperkt.
  • Pagina 105 Protocollen Vul- en bijvulwater Meterstand Vulwater en Totaal water- Totale hardheid pH-waarde Datum bijvulwater volume Voedings- Ketelwater water Instel- en meetwaarden Instel- en meetwaarden Gewenste waarde Eerste inbedrijf- Onderhoud/ stelling service door Rustdruk mbar ≤ ≤ Aansluitdruk (dynamische druk) bij aardgas E mbar 17 - 25 1,7 - 2,5...
  • Pagina 106 Protocollen Instel- en meetwaarden (vervolg) Instel- en meetwaarden Gewenste waarde Eerste inbedrijf- Onderhoud/ stelling service bij hoogste vermogen Volume-% 4,4 - 6,9 ■ Koolmonoxidegehalte CO bij minimumvermogen < 60 ■ bij hoogste vermogen < 100 ■...
  • Pagina 107 Technische gegevens Technische gegevens Vitocrossal Nominale spanning 230 V Nominale frequentie 50 Hz Beschermingsklasse Toegestane omgevingstem- peratuur Werking 0 tot +40 °C ■ Bij opslag en transport -20 tot +65 °C ■ Voorzekering (net) max. 16 A Nominaal vermogensbereik = 50/30 16 - 80 32 - 120 32 - 160 48 - 200 48 - 240 64 - 280 64 - 318 cond...
  • Pagina 108 Technische gegevens Technische gegevens Vitocrossal (vervolg) Nominaal vermogensbereik = 50/30 16 - 80 32 - 120 32 - 160 48 - 200 48 - 240 64 - 280 64 - 318 cond = 80/60 15 - 74 29 - 110 29 - 146 44 - 184 44 - 220 58 - 258 58 - 291 Aansluitingen Ketelaanvoer...
  • Pagina 109 Technische gegevens Technische gegevens Vitocrossal (vervolg) Nominaal vermogen Totaal gewicht Waterinhoud Technische Daten MatriX-cilinderbrander Nominaal vermogen van de verwarmingsketel 50/30 °C Duo- ketel Vermogen van de brander 15,1/ 30,2/ 30,2/ 45,3/ 45,3/ 60/300 laagste/hoogste vermogen 75,5 113,2 150,9 188,7 226,4 264,2 Brandertype 120/...
  • Pagina 110 Buitenbedrijfstelling en afvoer Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering De producten van Viessmann kunnen gerecycleerd Alle componenten moeten deskundig verwijderd wor- worden. Componenten en bedrijfsstoffen van uw ver- den. warmingsinstallatie horen niet thuis in het huisvuil. Voor de buitenbedrijfstelling de installatie spanningsvrij...
  • Pagina 111 Europese richtlijnen en de aanvullende nationale vereisten. Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV Wij, Viessmann Werke GmbH & Co. KG, D-35107 Allendorf, bevestigen dat het product Vitocrossal de volgens 1e BImSchV § 6 vereiste NO -grenswaarden naleeft.
  • Pagina 112 Index Index Extern blokkeren............88 Aansluitdruk............... 14 Extern opvragen............89 Aansluit- en bedradingsschema.........94 Aansluitschema – extern..............102 Fouthistorie..............68 Afdichtingen controleren..........27 Foutmanager..............33 Afstandsbediening............92 Functiebeschrijvingen..........82 Afvoer............... 110 Functieverloop............13 Bevestigen van een storingsindicatie......68 Gasaansluitdruk............15 Bijkomende opwarming tapwater....... 82 Gascombiregelaar .............15 Boilertemperatuursensor..........77 Gastype..............12 Brander...
  • Pagina 113 Index Index (vervolg) Regeling Verbergen van een storingsindicatie......68 – aanpassen...............31 Verbrandingskamerdrukbewaker....... 16 Regelingstype Verbrandingskamer-drukbewaker......69 – In LON integreren............33 Verbrandingskamer reinigen........24 Regeling verhoogde werking Verbrandingskwaliteit controleren......30 – functiebeschrijving...........82 Verbrandingsregeling..........93 – relaistest..............67 Verklaring fabrikant ..........111 – servicemenu............65 Verkorting van de opwarmtijd........92 –...
  • Pagina 116 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cib