Inhoudsopgave
Advertenties
Planningsaanwijzingen
Vitocrossal
Type
Nominaal warmtevermo-
kW
gen
Pompdruk met Vies-
Pa
smann brander
Bij gesloten werking is de
mbar
pompdruk van de weer-
standen in de luchttoevoer-
leiding afhankelijk.
Externe brander
Voor Vitocrossal, die zonder brander verkocht worden, zijn ventila-
torbranders op gas van de firma's ELCO en Weishaupt verkrijgbaar.
Zie prijslijst. De levering vindt plaats door de fabrikanten van de
branders. Meer geschikte branders op aanvraag.
Toepassingsgebied:
De verwarmingsketels worden gebruikt met overdruk in de brander-
kamer. Brander gebruiken, die voor de betreffende rookgasweer-
stand en de vereiste druk van de rookgasleiding geschikt is (zie
technische gegevens van de betreffende ketel). Het materiaal van
de branderkop moet geschikt zijn voor werkingstemperaturen tot
minimaal 500 °C.
Montage van de brander
De keteldeur is bij verwarmingsketels met Viessmann brander in de
levering inbegrepen.
Gebruik van branders van derden
Vitocrossal 300, type CT3B en Vitocrossal 300, type CR3B
Voor de montage van de brander moet de branderplaat (zonder
boorgaten) gebruikt worden (toebehoren). Op verzoek leveren wij
branderplaten met boorgaten voor verschillende branders van der-
den.
Gasaansluitset voor Vitocrossal, type CIB
Bij gebruik van de gasaansluitset uit het Viessmann toebeho-
ren, met de onderstaande drukverliezen rekening houden:
Vitocrossal, type
Tot CIB 160
CIB 200 en CIB 240
CIB 280 en CIB 320
10.7 Geluidsisolatie
De in verwarmingsinstallaties gebruikte brander-/ketelsystemen, cir-
culatiepompen en andere aggregaten zorgen voor geluid.
De geluiden worden vanuit de stookruimte doorgegeven. De over-
dracht gebeurt via vloer, plafond en wanden naar aangrenzende
ruimtes en via de rookgasinstallatie, luchttoevoer- en luchtafvoer-
openingen naar andere ruimtes en naar buiten.
Luchtgeluidsdemping
Moderne branders beschikken in veel gevallen over geluidsdem-
pende kappen of geluidsgeïsoleerde luchtaanzuigbehuizingen. Bij
strengere eisen aan de geluidsbescherming kunnen aanvullend
geluidsdempkappen worden gebruikt. Deze maatregel kan met wei-
nig moeite achteraf worden uitgevoerd. Geluidsdempkappen worden
voor verschillende geluidsverminderingen aangeboden en volgens
de installatievoorwaarden (type verwarmingsketel, brandstoftoevoer,
bouwkundige omstandigheden) gedimensioneerd en gebouwd.
Condenserende gasketel
(vervolg)
CIB
CI3
CM2
tot 318
81 tot
400 tot
639
620
80 – 140
200 - 300
110 –
120
0,8 – 1,4
2 - 3
1,1 – 1,2
Drukverliezen tot aan de ko-
gelkraan (bij volledige belas-
ting)
80 Pa/0,8 mbar
120 Pa/1,2 mbar
160 Pa/1,6 mbar
CM2C
CT3U
tot 142
186 tot
400 tot
311
630
70
70
70
0,7
0,7
0,7
Branderuitvoeringen
Meertrapse of traploze (modulerende) branders kunnen worden
gebruikt.
Als branders moeten worden gebruikt waarvan de vlambekerdiame-
ter groter is dan de vlambekeropening, is overleg nodig. Zie gege-
vensblad voor meer informatie.
Minimale stroomdruk aan de huisingang
Tot CIB 160
CIB 200 tot CIB 320
Daar kunnen de geluiden als storend worden ondervonden. Om dit
te voorkomen, kunnen extra geluidsbeschermende maatregelen
nodig zijn waarmee reeds bij het ontwerp rekening moet worden
gehouden.
Maatregelen voor de geluidsvermindering achteraf zijn vaak alleen
met veel moeite en kosten te realiseren.
Bij grotere installaties kan het vereist zijn de aanzuiglucht in een
geluidsgedempt kanaal te brengen om storende geluiden buiten het
gebouw te vermijden. Rookgas-geluidsdempers zijn alleen bij ver-
hoogde geluidsbeveiligingsvereisten vereist. Het ontstaan en ver-
spreiden van vlamgeluiden is complex. Brander, verwarmingsketel
en rookgasinstallatie, alsook de werking (rookgasinstallatie in de
overdruk of onderdruk) beïnvloeden de geluidsvorming. Of een rook-
gas-geluidsdemper vereist is, is daarom moeilijk te voorspellen.
CT3B
CRU
CR3B
187 tot
800 en
720 tot
635
1000
1400
―
200
―
―
2,0
―
2,1 kPa/21 mbar
2.3 kPa/23 mbar
VIESMANN
29
10
Advertenties
Inhoudsopgave
