Aansluitingen voor regelingen door de installateur te plaatsen
Ketelvolgordeschakeling met door de installateur te plaatsen cascaderegeling — aansluitingen op de
Vitotronic 100, type CC1E
Aansturing via contacten:
Werking met 2-trapse brander
1 2 3
1 2 3
143
146
A 1e brandertrap "AAN"
B 2e brandertrap "AAN"
C Ketelvrijgave
Smoorklep "open" of "dicht"
A, B und C zijn potentiaalvrije contacten van de bovengeplaat-
ste regeling.
Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op de
stekker aVD en aVH vereist. De boilertemperatuurregeling en de las-
tafhankelijke cascadeschakeling moeten door de externe regeling
plaatsvinden.
Aanwijzing
Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave ver-
plicht.
Bij de leidende ketel moet het contact steeds gesloten zijn.
Externe branderinschakeling - 1e brandertrap
Contact aan klemmen "1" en "2" van de stekker aVD
■ Contact gesloten:
De 1e brandertrap wordt ingeschakeld.
De 2e brandertrap wordt alleen voor het vasthouden van de mini-
mumtemperatuur ingeschakeld.
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische maximum-
temperatuurbegrenzing (zie serviceaanwijzing Vitotronic 100)
begrensd als deze onder de mechanische temperatuurrege-
laar "R" ingesteld is.
■ Contact geopend:
De 1e brandertrap wordt uitgeschakeld.
Externe branderinschakeling – 1e en 2e brandertrap
Contact aan klemmen "2" en "3" van de stekker aVD
■ Contact gesloten:
Beide brandertrappen worden ingeschakeld.
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische maximum-
temperatuurbegrenzing begrensd, als deze onder de mechanische
temperatuurregelaar "R" is ingesteld.
De 2e brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.
■ Contact geopend:
De 1e en 2e brandertrap wordt uitgeschakeld.
Condenserende gasketel
A
B
C
(vervolg)
Ketelvrijgave, smoorklep
Contact op klemmen "2" en "3" van de stekker aVH
■ Contact gesloten:
Eerst wordt de voorverwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.
Na afloop van de voorverwarmfunctie wordt de minimum tempera-
tuur voor de verwarmingsketel gehouden. De brandertrappen kun-
nen extern worden geschakeld.
■ Contact geopend:
De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.
Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er
wordt geen minimumtemperatuur vastgehouden.
Instellingen aan de Vitotronic 100
Parameter "01:3".
De instellingen voor de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de ver-
dere instellingen zijn afhankelijk van de uitrusting van de installatie
met de veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of
EN 12953 .
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Temperatuurregelaar
Parameter "06" voor elektronische
maximumtemperatuurbegrenzing (Vito-
tronic 100)
Maximumtemperatuur van de door de
installateur te plaatsen regeling
Werking met modulerende brander
A
B
C
41
STB
TR
L1
N
T1 T2 S3 B4
A Stekker naar de regeling
B Ketelvrijgave, smoorklep Open of Dicht
110 °C
100 °C
100 °C
87 °C
95 °C
85 °C
90 °C
80 °C
D
E
BN
90
BK
BU
T6 T7 T8
F
VIESMANN
131
14