Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Viessmann VITOCROSSAL CIB Handleiding pagina 89

Condenserende gasketel
Inhoudsopgave

Advertenties

Regelingen
(vervolg)
Functies
■ Weersafhankelijke regeling van de installatieaanvoertemperatuur
van een installatie met meerdere ketels (cascade) tot max. 7 ver-
warmingsketels met Vitotronic 100, type CC1E en de aanvoertem-
peratuur van 2 verwarmingscircuits met mengklep
■ Regeling van de ketelwatertemperatuur van een verwarmingsketel
in de cascade
■ Besturing van de 8 verwarmingsketels na een vrij kiesbare ketel-
volgorde strategie
■ Elektronische begrenzing van de maximale en minimale toevoer-
temperatuur van het verwarmingscircuit met mengklep
■ Van de behoefte afhankelijke CV-pomp- en branderuitschakeling
(niet bij branders op verwarmingsketels met onderste begrenzing
van de ketelwatertemperatuur)
■ Instelling van een variabele stookgrens
■ Pompblokkeerbeveiliging
■ Geïntegreerd diagnosesysteem
■ Rookgastemperatuurbewaking in combinatie met rookgastempera-
tuursensor
■ Onderhoudsindicator
■ Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling
(CV-pomp uit, mengklep dicht)
■ Bijkomende functie voor de tapwateropwarming (kortstondig
opwarmen naar een hogere temperatuur)
■ Regeling van de tapwateropwarming met zonne-energie en ver-
warmingsondersteuning alsook grafische weergave van de zonne-
energieopbrengst in combinatie met zonneregelingsmodule,
type SM1
■ Regeling van een boilerlaadsysteem met mengklepgroep (alleen
als alternatief voor de regeling van een constante retourtempera-
tuurverhoging met geregelde driewegmengklep)
■ Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk
■ Testmodus schoorsteenveger
■ Programma estrikdroging voor de verwarmingscircuits met meng-
klep
■ Met ketelbeschermfunctie afhankelijk van de keteluitvoering:
– Startschakeling Therm-Control
– regeling van een bijmengpomp
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met
geregelde driewegmengklep (alleen als alternatief voor de rege-
ling van een boilerlaadsysteem met mengklepgroep)
■ Externe integratie in gebouwgeleidingstechniek via Vitogate 300
mogelijk
■ Afstandscontrole/afstandsparametrering via Vitocom 300,
type LAN3 of Vitocom 100, type LAN1 mogelijk
■ Service, inbedrijfstelling en diagnose via WiFi-interface
■ Functies via externe contacten:
– Extern blokkeren
– Extern verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijscha-
kelen
– Externe vraag met gewenste minimumaanvoertemperatuur
– Extern omschakelen van getrapte/modulerende brander
Condenserende gasketel
■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren):
– externe vraag door instelling van een gemeenschappelijke
gewenste aanvoertemperatuur via 0 tot 10 V-ingang
– Aansturing van een toevoerpomp naar een substation in combi-
natie met een Vitotronic 200-H
of
signalering van de gereduceerde werking (reductie van het toe-
rental van de CV-pomp) via potentiaalvrije uitgang
– 3 digitale ingangen voor de volgende functies:
Externe omschakeling van het werkingsprogramma voor de ver-
warmingscircuits 1 tot 3
Extern blokkeren met storingsmeldingsingang
Storingsmeldingsingang
Kortstondige werking van de circulatiepomp
Externe vraag
■ Extra functies via uitbreiding AM1 (accessoires):
– aansturing van maximaal 2 circulatiepompen als de uitgang
sÖA1 aan de regeling reeds in gebruik is:
- circulatiepomp voor rookgas/water-warmtewisselaar
- circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting
CV-pomp
Circulatiepomp
Circulatiepomp voor de boilerverwarming
Verdelerpomp
Er wordt voldaan aan de vereisten van EN 12831 voor de bereke-
ning van de stooklast. Voor vermindering van het opwarmvermogen
wordt bij lage buitentemperaturen de gereduceerde kamertempera-
tuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingperiode te ver-
minderen, wordt gedurende een bepaalde tijd de aanvoertempera-
tuur verhoogd.
Conform de energiewet op gebouwen (GEG) moet een ruimtelijke
regeling van de kamertemperatuur worden voorzien (zie GEG § 63).
Regelkarakteristiek
■ Keteltemperatuurregeling bij werking met trapse brander via 2-
puntsregelaar met hysterese
■ Keteltemperatuurregeling bij werking met modulerende brander via
PI-regelaar
■ Bij toepassingen, die via de uitgang 52 worden aangestuurd:
voortdurend PI-gedrag met 3-punts-uitgang
Regelaarinstelbereiken
■ Temperatuurregelaar voor het begrenzen van de ketelwatertempe-
ratuur:
95 °C, omstelbaar naar 100, 110 °C
■ Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:
110 °C, omstelbaar op 100 °C
■ Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur:
Onderste schakelpunt afhankelijk van verwarmingsketel/codeer-
stekker
Bovenste schakelpunt afhankelijk van instelling van de tempera-
tuurregelaar
■ Instelbereik van de gewenste drinkwatertemperatuur:
10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 95 °C
■ Instelgebied van de stooklijn:
– Inclinatie: 0,2 tot 3,5
– Niveau: −13 tot 40 K
– Maximale begrenzing van de aanvoertemperatuur van de ver-
warmingscircuits met mengklep: 10 tot 127 °C
– Minimale begrenzing van de aanvoertemperatuur van de verwar-
mingscircuits met mengklep: 1 tot 127 °C
■ Verschiltemperatuur voor de verwarmingscircuits met mengklep: 0
tot 40 K
Codeerstekker
Voor aanpassing aan de ketel meegeleverd (samen met de ketel).
Tijdprogramma
■ Dag- en weekprogramma, vakantieprogramma
■ Automatische omschakeling zomer-/wintertijd
12
VIESMANN
89

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave