Regelingen
(vervolg)
■ Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk
■ Testmodus schoorsteenveger
■ Met ketelbeschermfunctie afhankelijk van ketel-/installatieuitvoe-
ring:
– Startschakeling Therm-Control
– Debietreductie van de nageschakelde verwarmingscircuits
– regeling van een bijmengpomp
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met
geregelde driewegmengklep (alleen als alternatief voor de rege-
ling van een boilerlaadsysteem met mengklepgroep)
■ Externe integratie in gebouwgeleidingstechniek via Vitogate 300
mogelijk
■ Afstandscontrole/afstandsparametrering via Vitocom 300,
type LAN3 of Vitocom 100, type LAN1 mogelijk
■ Service, inbedrijfstelling en diagnose via WiFi-interface
Installaties met één ketel:
■ Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling
(CV-pomp uit)
■ Bijkomende functie voor de tapwateropwarming (kortstondig
opwarmen naar een hogere temperatuur)
■ Regeling van de tapwateropwarming met zonne-energie en ver-
warmingsondersteuning in combinatie met zonneregelingsmodule,
type SM1
■ Regeling van een boilerlaadsysteem met mengklepgroep (alleen
als alternatief voor de regeling van een constante retourtempera-
tuurverhoging met geregelde driewegmengklep)
■ Functies via externe contacten:
– Externe aanvraag met gewenste minimumketelwatertemperatuur
– Extern omschakelen van getrapte/modulerende brander
– Externe aanvraag 1e brandertrap
– Externe vraag 2e brandertrap
■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren):
– Externe vraag door instelling van een gewenste ketelwatertem-
peratuur of vermogensvrijgave via 0 tot 10 V-ingang
– 3 digitale ingangen voor de volgende functies:
Extern blokkeren
Extern blokkeren met storingsmeldingsingang
Storingsmeldingsingang
Externe vraag
■ Extra functies via uitbreiding AM1 (accessoires):
– aansturing van maximaal 2 circulatiepompen als de uitgang
sÖA1 aan de regeling reeds in gebruik is:
- circulatiepomp voor rookgas/water-warmtewisselaar
- circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting
Circulatiepomp voor de boilerverwarming
Installatie met meerdere ketels (1 verwarmingsketel met
Vitotronic 300, type CM1E):
■ Functies via externe contacten:
– Extern blokkeren
– Extern verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijscha-
kelen
– Extern omschakelen van getrapte/modulerende brander
■ Extra functies via uitbreiding AM1 (accessoires):
– aansturing van maximaal 2 circulatiepompen als de uitgang
sÖA1 aan de regeling reeds in gebruik is:
- circulatiepomp voor rookgas/water-warmtewisselaar
- circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting
Condenserende gasketel
Installaties met meerdere ketels met regeling van een andere fabri-
kant:
■ Functies via externe contacten:
– ketelvrijgave/smoorklepsturing
– externe vraag eerste brandertrap
– externe vraag tweede brandertrap
– Extern omschakelen van getrapte/modulerende brander
■ Bijkomende functies via uitbreiding EA1 (toebehoren):
– Externe vraag door instelling van een gewenste ketelwatertem-
peratuur of vermogensvrijgave en ketelvrijgave via 0 tot 10 V-
ingang
Aanwijzing
Op elke Vitotronic 100 moet een uitbreiding EA1 worden aange-
sloten.
■ Extra functies via uitbreiding AM1 (accessoires):
– aansturing van maximaal 2 circulatiepompen als de uitgang
sÖA1 aan de regeling reeds in gebruik is:
- circulatiepomp voor rookgas/water-warmtewisselaar
- circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting
Regelkarakteristiek
■ Keteltemperatuurregeling bij werking met trapse brander via 2-
puntsregelaar met hysterese
■ Keteltemperatuurregeling bij werking met modulerende brander via
PI-regelaar
■ Bij toepassingen, die via de uitgang 52 worden aangestuurd:
voortdurend PI-gedrag met 3-punts-uitgang
Regelaarinstelbereiken
■ Temperatuurregelaar voor het begrenzen van de ketelwatertempe-
ratuur:
95 °C, omstelbaar naar 100, 110 °C
■ Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:
110 °C, omstelbaar op 100 °C
■ Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur:
Onderste schakelpunt afhankelijk van verwarmingsketel/codeer-
stekker
Bovenste schakelpunt afhankelijk van instelling van de tempera-
tuurregelaar
■ Instelbereik van de gewenste drinkwatertemperatuur:
10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 95 °C
Codeerstekker
Voor aanpassing aan de ketel meegeleverd (samen met de ketel).
Instelling van de werkingsprogramma's
Bij alle werkingsprogramma's is de vorstbescherming van de verwar-
mingsketel en de warmwaterboiler actief.
De volgende werkingsprogramma's kunnen worden ingesteld:
■ Installaties met één ketel:
– Verwarmen en warm water
– Alleen warm water
– Uitschakelmodus
■ Installaties met meerdere ketels:
– Verwarmen
– Uitschakelmodus
Zomerwerking (alleen in installaties met één ketel)
("Alleen warm water")
De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler moet
worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).
De voor de betreffende ketel eventueel benodigde minimumketelwa-
tertemperatuur wordt aangehouden.
12
VIESMANN
75