Regelingen
(vervolg)
De branders worden alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler
moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurrege-
ling).
De voor de betreffende ketel eventueel benodigde minimumketelwa-
tertemperatuur wordt aangehouden.
Instelling van de stooklijn (inclinatie en niveau)
De Vitotronic zorgt voor de weersafhankelijke regeling van de aan-
voertemperatuur van de installatie en de aanvoertemperatuur van de
verwarmingscircuits met mengklep. Daarbij wordt de aanvoertempe-
ratuur van de installatie automatisch 0 tot 40 K (toestand bij levering
8 K) hoger geregeld dan de hoogste actueel benodigde gewenste
aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met mengklep.
Welke aanvoertemperatuur benodigd is om een bepaalde kamer-
temperatuur te bereiken, is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie
en de isolatie van het te verwarmen gebouw.
Met de instelling van de stooklijnen worden de aanvoertemperatuur
van de installatie en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscir-
cuits met mengklep aan deze omstandigheden aangepast.
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met mengklep is
door de temperatuurregelaar en de elektronische maximumbegren-
zing van de ketelwatertemperatuur van de Vitotronic 100, type CC1I,
naar boven begrensd.
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
15
10
5
0
Buitentemperatuur in °C
Technische gegevens
Nominale spanning
230 V~
Nominale frequentie
50 Hz
Nominale stroom
12 A~
Opgenomen vermo-
16 W
gen
Beschermingsklasse
I
Beschermingstype
IP20D conform EN 60529, te waarborgen
door opbouw/inbouw.
Toestand bij levering
■ Regeling
■ Buitentemperatuursensor
■ Aanvoertemperatuursensor (klemtemperatuursensor)
■ Apart verpakt:
Bedieningsdeel
Communicatiemodule LON
Boilertemperatuursensor
Uitbreiding 2e en 3e verwarmingscircuit
Condenserende gasketel
inclinatie
1,8
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
-5 -10 -15 -20
-25
-30
Werking
Type 1B conform EN 60730-1
Toegestane omge-
vingstemperatuur
– Bediening
0 tot +40 °C
Gebruik in woon- en stookruimtes (normale
omgevingsomstandigheden)
– Opslag en transport
−20 tot +60 °C
Nominale belastbaarheid van de relaisuitgangen
Stekker
Componenten
Een van de volgende circulatie-
sÖA1
pompen:
– CV-pomp voor verwarmingscir-
cuit 1 zonder mengklep
– primaire boilerlaadpomp voor boi-
lerlaadsysteem
– - circulatiepomp voor rookgas/
water-warmtewisselaar
of
schakeluitgang voor de debietverla-
ging (Therm-Control)
CV-pomp
sÖ
M2/M3
Een van de volgende circulatie-
sA
pompen:
– Circulatiepomp voor de boilerver-
warming
– Secundaire boilerlaadpomp voor
boilerlaadsysteem
sK
Circulatiepomp
sL
Een van de volgende circulatie-
pompen:
– Bijmengpomp
– Ketelcircuitpomp
– Ketelcircuitpomp met smoorklep-
functie.
– Verdelerpomp
Brander modulerend
fA
Groepsalarmmeldingsinrichting
gÖ
Een van de volgende functies:
gSA1
– Motorsmoorklep
– Mengklep voor retourtempera-
tuurregeling
– Mengklep warmtewisselaarset
gS
Mengklepmotor uitbreidingsset
mengklep
M2/M3
Totaal
Netaansluiting circulatiepomp
Circulatiepompen met eigen interne regeling moeten via een aparte
netaansluiting worden aangesloten. De netaansluiting via de Vitotro-
nic-regeling of het Vitotronic toebehoren is niet toegestaan.
Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler
Apart te bestellen:
■ Voor de boilertemperatuurregeling de circulatiepomp met terug-
slagklep
of
■ Boilerlaadsysteem Vitotrans 222 met menggroep
Nom. belastbaar-
heid
4(2) A, 230 V~
4(2) A, 230 V~
4(2) A, 230 V~
4(2) A, 230 V~
4(2) A, 230 V~
12
6(3) A, 230 V~
4(2) A, 230 V~
0,2 (0,1) A, 230 V~
0,2 (0,1) A, 230 V~
Max. 12 A, 230 V~
VIESMANN
93