Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Handleiding voor gebruik en onderhoud
• Controleer de eventuele aanwezigheid van vloeistof gelekt uit de mechanische
afdichting door het gebied van de motorsteun te observeren.
Controleer dagelijks de aanwezigheid van de afschermingen en de werking van
de veiligheidsvoorzieningen.
Het is raadzaam om maandelijks de staat van bewaring van de kabels te
controleren (met name ter hoogte van de kabelgeleidingen) en de filters en/of
het aanzuigrooster van de installatie te reinigen.
Vermijd stofophoping op de motor en belemmeringen van de stroming van de koellucht.
9 BEHEER VAN NOODGEVALLEN
9.1 Brand
• Het brandgevaar van delen van de machine is beperkt tot de motor. Houd
rekening met het brandgevaar van materialen die niet tot de machine behoren
maar zich vlakbij de machine bevinden.
• Gebruik bij brand blussers die goedgekeurd zijn voor het gebruik op elektrische apparaten.
9.2 Vloeistoflekkage
• De gepompte vloeistof kan uit de machine lekken na activiteiten die verband
houden met installatie, opstart, onderhoud of afdanken, plotselinge breuken of
overmatige slijtage van de afdichtingsorganen.
• Als de lekkages gevaarlijk of schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mens
en dier of voor het milieu, zorg dan voor een waterdichte opvangbak rondom de
machine. Verzamel de vloeistof en verwijder die op correcte wijze, vermijd lozingen in
het milieu.
DEFECT
10.1
De pomp draait maar geeft niets
af
10.2
De pomp trilt
10.3
De motor warmt op afwijkende wijze
op
10.4
De pomp geeft niet de verwachte
prestaties af
10.5
De automatische schakelaar treedt in
werking
10.6
Het debiet is niet regelmatig
TABEL 1 - OPSPOREN VAN DEFECTEN
MOGELIJKE OORZAKEN
a)
De interne onderdelen zijn verstopt door vreemde objecten:
b)
Zuigleiding verstopt:
c)
Lucht komt binnen via de zuigleiding:
d) De pomp is niet voorgepompt:
De zuigdruk is te laag en doorgaans worden daarbij cavitatiegeluiden
e)
gehoord:
f)
Motor gevoed met onvoldoende spanning:
a)
Verankering op het vlak is defect:
b)
Vreemde objecten verstoppen de pomp:
c)
Belemmeringen in de rotatie van de pomp:
d) Elektrische aansluiting defect:
a)
Onvoldoende spanning:
b)
Pomp verstopt door vreemde objecten:
c)
Omgevingstemperatuur hoger dan +40°C:
d) Verbindingsfout in het klemmenbord:
De motor draait niet bij normale snelheid (vreemde objecten of
a)
defecte voeding, enz.):
b)
De motor is defect:
c)
Slechte vulling van de pomp:
d) De motor draait in de verkeerde richting (driefasige motor):
e)
Motor gevoed met onvoldoende spanning:
a)
Te lage waarde van het thermisch relais:
b)
De spanning is te laag:
c)
Onderbreking van een fase:
d) Het thermisch relais is defect:
a)
De zuighoogte wordt niet in acht genomen:
b)
De zuigleiding heeft een diameter die kleiner is dan die van de pomp:
c)
De zuigkop en de zuigleiding zijn gedeeltelijk verstopt:
10 VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Voor het verhelpen van problemen die verband houden met de werking van
de elektropomp moeten de aanwijzingen opgevolgd worden van onderstaande
tabel Tab. 1. Als u niet over de kennis en de benodigde competenties beschikt,
wendt u zich dan tot gekwalificeerd personeel.
Gebruik altijd de geschikte PBM (zie het betreffende gedeelte) en werktuigen.
11 VERWIJDERING
De inrichtingen die met dit symbool aangeduid worden, mogen niet
weggegooid worden met het huishoudafval maar moeten verwijderd
worden in de speciale centra voor de inzameling van Afgedankte
Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA) die op het grondgebied
aanwezig zijn, of moeten overhandigd worden aan de distributeur, die
verplicht is ze aan te nemen. Het product is niet potentieel gevaarlijk
voor de menselijke gezondheid en het milieu omdat het geen schadelijke
stoffen bevat volgens richtlijn 2011/65/EU (RoHS) maar bij lozing in het
milieu heeft het een negatieve impact op het ecosysteem. Misbruik bij de
afvalverwerking, of de niet correcte afvalwerking, van het product, leidt
tot juridische sancties van administratieve en/of strafrechtelijke aard.
OPLOSSINGEN
Laat de pomp demonteren en reinigen.
Reinig de leiding.
Controleer de hermetische afdichting van de gehele leiding tot aan de
pomp en maak hem waterdicht.
De pomp vullen en voorpompen. Controleer de hermetische afdichting
van de bodemklep.
Teveel ladingverlies in de zuiging of zuighoogte te groot (controleer de
NPSH van de geïnstalleerde pomp).
Controleer de spanning op de klemmen van de motor en de correcte
doorsnede van de geleiders.
Controleer de moeren van de bouten van de verzonken schroeven en
draai die volledig vast.
Laat de pomp demonteren en reinigen.
Controleer of de pomp vrij draait zonder abnormale weerstand te
bieden.
Controleer de aansluitingen op de pomp.
Controleer de spanning op de klemmen van de motor. De spanning moet
± 6% van de nominale spanning zijn.
Laat de pomp demonteren en reinigen.
De motor is bestemd om te werken op een omgevingstemperatuur van
maximaal + 40°C.
Controleer of de verbindingen het schema aan de binnenkant van
de klemmenbordafscherming en de gegevens op het typeplaatje
respecteren.
Laat de pomp demonteren en corrigeer de afwijking.
Vervangen.
Herhaal het voorpompen.
Keer de rotatierichting om door 2 fasedraden op het klemmenbord van
de motor of op het elektrische schakelbord om te wisselen.
Controleer de spanning op de klemmen van de motor en de correcte
doorsnede van de geleiders.
Controleer de intensiteit met een ampèremeter, stel de
intensiteitswaarde af aangegeven op het motorplaatje.
Controleer of de doorsnede van de geleiders van de elektrische kabel
correct is.
Controleer of vervang, indien nodig, de elektrische kabel of de zekering.
Vervangen.
Kijk de installatievoorwaarden na alsmede de aanbevelingen die in deze
handleiding staan.
De zuigleiding moet dezelfde diameter hebben als de zuigopening van
de pomp.
Reinig de zuigleiding van binnen.
NEDERLANDS
19
Advertenties
Inhoudsopgave
