Veranderingen aan de instellingen van de weerstand van de plantaire flexie en dorsale flexie zullen het meest merkbaar zijn voor
de patiënt wanneer deze op een helling loopt. Aanpassingen van de weerstanden kunnen het beste worden gedaan op een
geleidelijke helling als laatste stap in dynamische uitlijning.
•
Observeer hoe de patiënt op de loopbrug stapt.
•
Pas de weerstand van plantaire flexie (P) aan met een 4 mm inbussleutel (zie onderstaande afbeelding):
Bij klapvoet of indien de hiel te abrupt neerkomt, verhoog dan de weerstand van de plantaire flexie.
o
Als de hiel te stevig is of de knie knikt bij het neerzetten van de hiel, verminder dan de weerstand van de plantaire
o
flexie.
•
Pas op dezelfde manier de weerstand van dorsale flexie (D) aan met een 4 mm inbussleutel:
Als de patiënt het gevoel heeft dat hij bergafwaarts loopt, verhoog dan de weerstand van de dorsale flexie.
o
Als de inspanning om over de voet te bewegen (tibiale progressie) moeilijk is voor de patiënt, verminder dan de
o
weerstand van dorsale flexie.
Kleinere stip = lagere weerstand
9.
MONTAGE
Draai na de dynamische uitlijning de piramidevormige regelschroeven vast volgens de specificaties van de fabrikant van de
connector. Zet de piramidevormige regelschroeven vervolgens vast met schroefdraadborgingmiddel (bv. Loctite 242).
Spectra-sok
Er wordt een spectra-sok meegeleverd om de voetovertrek te beschermen en het geluid te minimaliseren. Deze moet op de
EnduraCore voetmodule worden geplaatst voordat de voetovertrek wordt gemonteerd.
Voetovertrek
Gebruik om schade aan de voetmodule te voorkomen een hulpmiddel voor verwijdering van de voetovertrek.
Verwijder de voet nooit uit de voetovertrek door er met de hand aan te trekken. Gebruik om te verwijderen nooit een
schroevendraaier of een ander ongeschikt instrument. Dit kan de voet beschadigen.
EVAQ8 modellen
De rechte koppeling, uitlaatfilter, slang, inline-filter, rechte koppeling en behuizing van de fitting en klittenband voor
buisbevestiging worden meegeleverd met de voet en moeten voorafgaand aan het gebruik gemonteerd worden.
De methode van aansluiting op de fitting wordt overgelaten aan het oordeel van de prothesist. Het is volledig het door de clinicus
gekozen fittingontwerp dat bepaalt hoe de EVAQ8 wordt aangesloten. Er kunnen een groot aantal fabricagemethoden en
materialen worden gebruikt. Een fitting moet worden vervaardigd van materialen die vacuüm houden en een aansluitpunt voor
de EVAQ8 pomp bieden.
•
Dit kan worden gedaan met behulp van een speciaal ontworpen bevestigingsplaat voor fitting voor vacuüm ondersteunde
ophanging.
•
Er kan een gat worden geboord en getapt in het distale einde van de fitting om een 90-graden slangtule te bevestigen.
De slangtule die bij de kit wordt geleverd is een 10-32 UNF draad.
•
Er kan een gat geboord en getapt worden voor een uitstootventiel dat ontworpen is voor gebruik met vacuüm
ondersteunde systemen.
•
Alle 3 systemen moeten worden gecontroleerd op lekken wanneer ze klaar zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Grotere stip = hogere weerstand
Pagina 3 van 7
IFU-02-005