Autoflow - Dräger Savina 300 Gebruiksaanwijzing
Beademingsapparaat software 4.n
Verberg thumbnails
Zie ook voor Savina 300:
- Gebruiksaanwijzing (50 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (282 pagina's)
Advertenties
AutoFlow
Paw
FlowAcc
PEEP
Flow
Zonder spontane ademhaling
De Savina 300 dient de beademing met AutoFlow toe
met een decelererende flow om zo drukpieken te
voorkomen. De Savina 300 bepaalt de druk die nodig
is voor het ingestelde ademvolume met inachtneming
van de longconditie (compliantie, weerstand) en de
behoefte van de patiënt aan spontane ademhalingen.
Wanneer de patiënt inademt, dient de Savina 300
een extra inspiratieflow toe, begrensd door de
alarmgrens
VT. De patiënt kan ook uitademen
tijdens de inspiratoire plateaufase. De alarmgrens
voor
VT moet zorgvuldig worden ingesteld
om bijvoorbeeld overinflatie van de longen te voor-
komen bij snelle veranderingen in de compliantie.
De inspiratoire druk wordt begrensd door de alarm-
grens
Paw. Bij AutoFlow wordt de maximaal
toegediende druk begrensd tot 5 mbar (5 cmH
onder de alarmbovengrens
deze alarmgrens in om ervoor te zorgen dat er een
alarm wordt geactiveerd als er sprake is van een
stijgende ademwegdruk door gereduceerde com-
pliance.
De minimale inspiratiedruk voor machinale, niet-
getriggerde beademing is 5 mbar (5 cmH
PEEP; voor getriggerde machinale beademing en
spontane ademhalingen is dit 0,1 mbar
(0,1 cmH
O) boven PEEP.
2
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 4.n
FlowAcc
hoog
P
plat
T
T
i
e
1
RR
VT
O)
2
Paw. Stel altijd
O) boven
2
FlowAcc laag
Met spontane ademhaling
Het is typisch dat de geselecteerde inspiratoire tijd T
aanzienlijk langer is dan de vultijd van de longen. De
inspiratoire druk P
insp
le waarde die voortkomt uit het ademvolume VT en
compliantie C van de longen. De inspiratoire flow
wordt automatisch zo geregeld dat er geen sprake is
van een drukpiek veroorzaakt door de weerstanden
van de tube en de ademwegen. Bij AutoFlow treden
deze schommelingen op in stappen van maximaal
3 mbar (3 cmH
O) tussen elke ademhaling.
2
Als het slagvolume VT wordt bereikt (inspiratoire
flow = 0) voordat de inspiratoire tijd T
verstreken, zorgen de besturingsmechanismen
voor de inspiratoire en expiratoire ventielen ervoor
dat de patiënt kan in- en uitademen tijdens de res-
terende inspiratietijd, zelfs gedurende een constan-
te plateaudruk P
. Als de patiënt tijdens een ma-
plat
chinale inspiratie in- of uitademt, wordt de plateau-
druk tijdens deze ademhaling niet gewijzigd. Alleen
de inspiratoire en de expiratoire flow worden aan-
gepast aan de behoefte van de patiënt. Het toege-
paste slagvolume VT kan van het ingestelde slag-
volume afwijken VT bij afzonderlijke ademhalingen.
Gemiddeld wordt er in de loop der tijd echter een
constant slagvolume VT toegepast.
Werkingsprincipe
Paw
t
t
komt overeen met de minima-
volledig is
i
i
193
Advertenties
Hoofdstukken
