Wanneer de beademingsfunctie Drukbegrenzing
is geactiveerd, is de therapie-instelling P
Het ingestelde slagvolume VT wordt gehandhaafd
en drukpieken worden vermeden.
Geassisteerd-gecontroleerde
beademing VC-AC
Elke inspiratoire inspanning van de patiënt op
PEEP-niveau zet een gesynchroniseerde machi-
nale beademing in werking. Dus wordt de tijd van
en het aantal machinale beademingen bepaald
door de patiënt. Het triggervenster bestrijkt de expi-
ratietijd min een refractaire periode voor de vooraf-
gaande expiratie. De expiratietijd wordt bepaald
door de beademingsfrequentie RR en de
VC-SIMV
Volume Control-Synchronized Intermittent Manda-
tory Ventilation
Intermitterende, geactiveerde, volumegecontro-
leerde beademing en toegestane spontane adem-
haling gedurende de expiratiefase
Niet-gesynchroniseerde
machinale beademing
Paw
FlowAcc
PEEP
Triggervenster
Volumegecontroleerde beademing
Het ademvolume van de machinale beademingen
wordt bepaald door het volume VT. De druktoena-
me wordt bepaald door de flowacceleratie
FlowAcc. Het aantal machinale beademingen
wordt bepaald door de beademingsfrequentie RR.
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 4.n
actief.
max
T
plat
P
plat
Spontane
T
i
ademhalingstijd
1
RR
inspiratietijd T
. Een niet-gesynchroniseerde machi-
i
nale beademing wordt uiterlijk aan het einde van de
expiratietijd in werking gezet (backup-beademings-
frequentie). Het minimale aantal machinale beade-
mingen wordt bepaald door de beademingsfre-
quentie RR.
Overige informatie
Voor de uitvoerige beschrijving van de volgende
beademingsfuncties, zie pagina 188:
– Volumegecontroleerde beademing zonder
plateau
– Flowacceleratie
– Drukbegrenzing
Gesynchroniseerde
machinale beademing
P
max
Spontane ademhalings-
tijd + ΔT
1
RR
Als de flowacceleratie zo hoog is, dat het ingestelde
slagvolume wordt bereikt voordat de ingestelde in-
spiratietijd T
volledig is verstreken, wordt er een in-
i
spiratiepauze ingelast. De inspiratiepauze is te her-
kennen aan het plateau P
Werkingsprincipe
t
in de curve Paw (t).
plat
181