4
Mechanische installatie
Reductor opstellen
4.6.1
Plaatsing van de oliepeilschroef, de olieaftapschroef en het ontluchtingsventiel bij
gecombineerde reductoren
4.6.2
Opstelling in vochtige ruimten of buiten
36
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
AANWIJZING
De gecombineerde reductoren R../R.. in de ruimtelijke posities M1 en de gecombi-
neerde reductoren S../R.. in de ruimtelijke positie M3 hebben een hoger oliepeil om
voldoende smering te garanderen.
•
De oliepeilschroeven zitten daarom op de posities zoals aangegeven in de onder-
staande afbeelding.
In de onderstaande afbeelding wordt het gebruik van de afsluitingsboringen van rech-
te- en wormwielreductoren bij gecombineerde reductoren weergegeven:
R..
Symbool
1) geldt niet voor de 1e reductor (grote reductor) bij gecombineerde re-
ductoren.
LET OP
Lak blokkeert het ontluchtingsventiel en tast de afdichtingslippen van de askeerrin-
gen aan.
Materiële schade
•
Plak het ontluchtingsventiel en de afdichtingslippen van de askeerringen voor het
lakken/bijlakken zorgvuldig af.
•
Verwijder na het lakken de plakstroken.
S..
Betekenis
Ontluchtingsventiel
1)
Oliepeilschroef
Olieaftapschroef
15079849483