Beginnen met de Solve-aplet
Open de Solve-
aplet
Definieer de
vergelijking
7-2
U kunt de vergelijking zo vaak als u wilt oplossen, met
nieuwe waarden voor de bekende, en door het markeren
van verschillende onbekende waarden.
Opmerking: Het is onmogelijk om meer dan één
variabele tegelijk op te lossen. Gelijktijdige lineaire
vergelijkingen, bijvoorbeeld, dient u met behulp van
matrices of grafieken op te lossen in de Functie-aplet.
Laten we aannemen dat u de versnelling wilt vinden, die
nodig is om over een afstand van 100 meter de snelheid
van een auto op te drijven van 16,67 m/s (60 km/h) naar
27,78 m/s (100 km/h).
De op te lossen vergelijking is:
2
2
V
= U
+ 2AD
1. Open de Solve-aplet.
Selecteer
Solve
De Solve-aplet wordt
gestart in de
Symbolische weergave.
2. Definieer de vergelijking.
V
U
2
A
D
Opmerking: U kunt de menutoets
het invoeren van vergelijkingen te helpen.
gebruiken om bij
Solve-aplet