Download Print deze pagina

HP 39g+ Gebruikershandleiding pagina 263

Advertenties

Connect
Function
Parametric
Polar
Solve
Statistics
Coord
Function
Parametric
Polar
Sequence
Solve
Statistics
Extremum
Function
FastRes
Function
Solve
Grid
All aplets
Programmeren
Tekent lijnen tussen opeenvolgende grafisch
weergegeven punten.
Vanuit Curve-instelling CONNECT(aansluiten) aanvinken
(of afvinken).
of
In een programma, typ
Connect—om grafisch weergegeven punten te
1
verbinden (standaard, behalve in Statistisch aplet
waar de standaard uit is).
Connect—om grafisch weergegeven punten
0
niet te verbinden.
Zet de modus van de coördinatenweergave in de
Curveweergave aan of uit.
Vanuit het Curvebeeld gebruikt u de hoofdtoets van het
menu om coördinatenweergave in en uit te schakelen.
In een programma, typ
Coord—om coördinatenweergave in en uit te
1
schakelen (standaard).
Coord—om coördinatenweergave uit te
0
schakelen.
Bevat de laatste waarde die door de Extreembewerking
in het Curve-FCN-menu is gevonden.
Schakelt resolutie tussen grafische weergave in elke
andere kolom (sneller), of grafische weergave in elke
kolom (meer details).
Kies vanuit Curve-instellingen voor Faster (sneller) of
More Detail (meer detail).
of
In een programma, typ
FastRes—voor sneller (standaard).
1
FastRes—voor meer details.
0
Zet het achtergrondraster in Curveweergave aan of uit.
Vanuit Curve-instelling GRID (raster) aanvinken (of
afvinken).
of
16-33

Advertenties

loading