Download Print deze pagina

HP 39g+ Gebruikershandleiding pagina 256

Advertenties

RANDMAT
REDIM
REPLACE
SCALE
SCALEADD
SUB
SWAPCOL
SWAPROW
16-26
Maakt een willekeurige matrix met een aangegeven
aantal rijen en kolommen en slaat het resultaat op in
naam
(naam moet M0...M9 zijn). De invoeren moeten gehele
getallen zijn in een bereik van –9 tot en met 9.
RANDMAT naam;rijen;kolommen:
Wijzigt de grootte van de aangegeven matrix of vector
naar de grootte. Voor een matix, is grootte een lijst van
twee gehele getallen {n1,n2}. Voor een vector, is grootte
een lijst die één geheel getal bevat{n}.
REDIM naam;grootte:
Vervangt deel van een matrix of vector die in naam is
opgeslagen, door een object dat op de positie begint.
start voor een matrix, is een lijst met twee getallen; voor
een vector is dit een enkel getal. REPLACE werkt ook met
lijsten en grafische afbeeldingen.
REPLACE naam;start;object:
Vermenigvuldigt het aangegeven rijnummer van de
aangegeven matrix met waarde.
SCALE naam;waarde;rijnummer:
Vermenigvuldigt de rij van de matrix naam met waarde
en voegt dit resultaat toe aan de tweede aangegeven rij.
SCALEADD naam;waarde;rij1;rij2:
Haalt een subobject – een deel van een lijst, matrix of
grafiek uit object – en slaat deze op innaam. start en eind
worden elk aangegeven door een lijst met twee getallen
voor een matrix te gebruiken, een getal voor vector of
lijsten of een geordend paar (X,Y) voor grafieken.
SUB naam;object;start;einde:
Verwisselt kolommen. Verwisselt kolom1 en kolom2 van
de aangegeven matrix.
SWAPCOL naam;kolom1;kolom2:
Regels verwisselen. Verwisselt rij1 en rij2 in de
aangegeven matrix.
SWAPROW naam;rij1;rij2:
Programmeren

Advertenties

loading