Statistisch aplet
4. Druk op
om het
statistische venster te
sluiten en druk op de
-toets om de
datasetdefinities te
zien.
De eerste kolom geeft de verwante gegevenskolom
voor elke datasetdefinitie aan. De tweede kolom
geeft de constante frequentie aan, of de kolom die de
frequenties bevat.
De toetsen die u vanuit dit venster kunt gebruiken,
zijn:
Toets
of
Betekenis
Kopieert de kolomvariabele (of
variabele uitdrukking) voor
bewerking naar de
bewerkingsregel. Druk op
klaar bent.
De huidige dataset aanvinken/
afvinken. Alleen de aangevinkte
dataset(s) worden berekend en
grafisch verwerkt.
Hulpmiddel bij het invoeren van de
kolomvariabelen ( ) of van de
aangepaste uitdrukkingen ( ).
Geeft de huidige variabele
uitdrukking in standaard
wiskundige vorm weer. Druk op
als u klaar bent.
Evalueert de variabelen in de
gemarkeerde kolomuitdrukking
(C1, enz).
Geeft het menu weer om namen of
inhoud van variabelen in te voeren.
Geeft het menu weer voor het
invoeren van wiskundige
bewerkingen.
als u
8-9