Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP 39g+ Gebruikershandleiding pagina 51

Inhoudsopgave

Advertenties

Een grafiek
tekenen
Naar andere
relaties gaan
Rechtstreeks naar
een waarde
springen
Aplets en hun weergaven
Toets
U kunt langs een functie tekenen met de toets
die de cursor langs de grafiek beweegt. De weergave
toont ook de huidige coördinatenpositie (x, y) van de
cursor. Zodra er een curve wordt getekend worden de
tekenmodus en coördinatenweergave automatisch
ingesteld.
Opmerking: Als de resolutie (in de weergave Curve-
instelling) op Sneller (Faster) is ingesteld, is het mogelijk
dat het lijkt alsoft de tekening niet precies uw curve volgt.
Dit is omdat RES: FASTER (sneller) alleen curves opmaakt
in om de andere kolom, terwijl bij het tekenen steeds elke
kolom wordt gebruikt.
In Functie- en Reeks-aplets: U kunt ook links of
rechts schuiven (de cursor bewegen) voorbij de rand van
het weergavevenster in tekenmodus. Hierdoor krijgt u
meer te zien van de curve.
Als er meer dan een relatie wordt weergegeven, drukt u
op
of
om van de ene naar de andere relatie te
gaan.
Om rechtstreeks naar een waarde te springen, in plaats
van de Tekenfunctie te gebruiken, dient u de menutoets
te gebruiken. Druk op
een waarde in. Druk op
springen.
Betekenis
Opent een invoerformulier waar u een
X (of T of N of θ) waarde kunt
invullen. Voer de waarde in en druk
op
. De cursor springt naar het
punt op de grafiek dat u hebt
ingevoerd.
Alleen een functie-aplet: activeert een
menulijst voor de functies die de kern
zoeken (zie "Grafiek analyseren met
FCN-functies" op pagina 3-4).
Geeft de huidige definiërende
uitdrukking weer. Druk op
het menu te herstellen.
en voer vervolgens
om naar de waarde te
om
of
,
2-9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave