T I P
Een waarde in
een variabele
opslaan
Aan de slag
Het laatste resultaat kunt u als de eerste uitdrukking in de
bewerkingsregel gebruiken, zonder te drukken op
. Druk op
ANS
handelingen die een voorgaand argument vereisen) om
automatisch voor de operator in te voeren.
ANS
U kunt een andere uitdrukking of waarde in het HOME-
display opnieuw gebruiken, door de uitdrukking (met
behulp van de pijltoetsen) te markeren en daarna op
te drukken. Zie "Voorgaande resultaten gebruiken"
op pagina 1-24 voor meer details.
De variabele
verschilt van de getallen in de
ANS
geschiedenis van de HOME-display. Een waarde in
wordt intern opgeslagen met de volledige precisie van de
berekende uitkomst. De weergegeven getallen komen
hierbij overeen met de schermmodus.
Als u een getal van
de volledige precisie. Als u een getal van de
geschiedenis van de HOME-display ophaalt, krijgt u
precies wat er wordt weergegeven.
Door op
te drukken wordt de laatste invoer
geëvalueerd (of opnieuw geëvalueerd), terwijl het
drukken op
bewerkingsregel kopieert.
U kunt een antwoord in een variabele opslaan en deze
variabele in latere berekeningen gebruiken. Er zijn 27
variabelen beschikbaar voor het opslaan van reële
waarden. Deze zijn A tot en met Z en θ. Zie Hoofdstuk
12, "Variabelen- en geheugenbeheer" voor meer
informatie over variabelen. Bijvoorbeeld:
1. Voer een berekening uit.
45
8
3
,
,
, of
ophaalt, krijgt u het resultaat met
ANS
het laatste (als
ANS
, (of andere
ANS
) in de
ANS
1-25