Download Print deze pagina

HP 39g+ Gebruikershandleiding pagina 204

Advertenties

Matrixfuncties en -opdrachten
Over functies
Over opdrachten
13-10
Het resultaat is een vector van de oplossingen:
x
=
2
y
=
3
z
=
2 –
Een alternatieve methode is het gebruik van de RREF-
functie. Zie "RREF" op pagina 13-13.
U kunt de functies in elk aplet of in HOME gebruiken.
Zij bevinden zich in het MATH-menu onder de
Matrixcategorie. U kunt ze in wiskundige
uitdrukkingen gebruiken —eerst in HOME—en ook
in programma's.
Functies produceren en tonen altijd een resultaat. Zij
wijzigen geen opgeslagen variabelen, zoals een
matrixvariabele.
Functies hebben argumenten die tussen haakjes
worden gesloten en door komma's worden
gescheiden. Bijvoorbeeld,
CROSS(vector1,vector2). De matrixinvoer kan een
naam van een matrixvariabele zijn (zoals M1) of de
eigenlijke matrixdata binnen de haakjes.
Bijvoorbeeld CROSS(M1,[1,2]).
Matrixopdrachten worden weergegeven in het CMDS-
menu (
CMDS
Zie "Programmeeropdrachten" op pagina 16-14 voor
details over de matrixopdrachten die beschikbaar zijn
voor gebruik bij het programmeren.
Functies verschillen van opdrachten, omdat u een functie
in een uitdrukking kunt gebruiken. Opdrachten kunnen
niet worden gebruikt in een uitdrukking.
), in de matrixcategorie.
Matrices

Advertenties

loading