6.7
Instellen van EtherCAT
Het instellen van een EtherCAT
een automatische adressering van de slaves. De EtherCAT
alleen worden ingesteld wanneer het gebruik van de EtherCAT
configuratie van de master vooraf is ingesteld.
Via de hexadecimale schakelaars S1 en S2 kan een EtherCAT
gewezen aan de regelaar met de EtherCAT
decimaal EtherCAT
Deze ID dient als eenduidige apparaatidentificatie van de respectievelijke EtherCAT
slaves voor de EtherCAT
EtherCAT
In de toestand bij levering van de regelaar is de ID standaard ingesteld op de waarde
0 (S1 = 0 en S2 = 0).
Gewenst ID decimaal
3
18
25
100
110
255
In de afbeelding hierboven is als voorbeeld het EtherCAT
6.8
Inbedrijfstelling met programmeerapparaat CBG21A
Met het bedieningsapparaat CBG21A kunt u de volgende motoren in bedrijf stellen:
•
•
®
-ID
®
-ID tussen 1 en 255 in hexadecimale weergave worden ingesteld.
®
-master. De EtherCAT
®
-ID wordt steeds toegewezen door de EtherCAT
ID hexadecimaal
03
12
19
64
6E
FF
S1-EtherCAT
S2-EtherCAT
Asynchrone motoren:
– Met en zonder encoder
– Met en zonder rem
– Met of zonder motorsensor (TF, TH, KY en PK)
Synchrone motoren:
– Met en zonder encoder
– Met en zonder rem
®
-ID is niet vereist. De master zorgt standaard voor
®
-interface. Met deze schakelaars kan een
®
-ID is geen EtherCAT
Instelling S1 (× 10)
0
1
1
6
6
F
0
1
F
E
2
3
D
®
-ID (× 10)
C
4
5
B
6
A
9
7
8
0
1
F
2
E
3
D
®
-ID (× 1)
C
4
5
B
6
A
9
7
8
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Inbedrijfstelling
Instellen van EtherCAT®-ID
®
-ID van de regelaar moet
®
-ID in de hardware-
®
-ID vast worden toe-
®
-adres. De
®
-master.
Instelling S2 (× 1)
3
2
9
4
E
F
6
E
®
-ID "110" ingesteld.
®
technology
6
-ID
EtherCAT®
van
Instellen
®
-
93